6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `alsof`
- alsof er een engeltje over je tong piest (=iets lekker vinden)
- doen alsof je neus bloedt (=doen alsof je van niets weet)
- kijken alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft (=heel ongelukkig kijken)
- kijken alsof je een geest ziet (=verbaasd of geschrokken kijken.)
- scoren alsof het warme broodjes zijn (=scoren alsof het helemaal niets is)
- zitten alsof men een luis in zijn oor heeft (=alsof hij door zijn geweten beschuldigd wordt)
20 betekenissen bevatten `alsof`
- zitten alsof men een luis in zijn oor heeft (=alsof hij door zijn geweten beschuldigd wordt)
- de kop in het zand steken (=doen alsof er geen gevaar dreigt en er niets aan doen)
- Oost-Indisch doof zijn (=doen alsof er niets gehoord wordt)
- iemand links laten liggen (=doen alsof iemand er niet is, niet bemoeien met iemand)
- je kop in het zand steken (=doen alsof iets (een probleem) er niet is)
- je ogen voor iets sluiten (=doen alsof iets er niet is)
- een hoge toon aanslaan (=doen alsof je het voor het zeggen hebt / luid en dwingend spreken)
- zwoerd achter je oren hebben. (=doen alsof je iets niet hoort.)
- doen alsof je neus bloedt (=doen alsof je van niets weet)
- je handen in onschuld wassen (=doen alsof men geen schuld heeft)
- je van de domme houden (=doen alsof men van niets weet)
- uit de lucht komen vallen (=doen alsof men van niets weet / erg plotseling en onverwacht)
- de wijsheid in pacht hebben (=erg verstandig zijn of althans doen alsof)
- in koelen bloede iets doen (=geheel kalm en rustig iets doen, alsof er niets aan de hand is)
- het warm water (her)uitvinden (=iets wat reeds lang bekend is, presenteren alsof het een originele innovatie is. (Niet verwarren met `het wiel opnieuw uitvinden`))
- de boer op de bok liet de teugels vieren, het paard kende zelf de weg wel. (=je moet niet doen alsof je de beste bent, iemand anders weet ook wel wat)
- de vermoorde onschuld spelen (=net doen alsof je van niets weet)
- scoren alsof het warme broodjes zijn (=scoren alsof het helemaal niets is)
- als een blinde over de kleuren oordelen (=spreken alsof men een kenner is, over iets waar men niets van weet)
- met andermans kalf ploegen (=terwijl je de hulp van een ander gebruikt, doen alsof je het zelf alleen gedaan hebt)
50 dialectgezegden bevatten `alsof`
- (h) eur oir'neen getuut (=alsof ze Het gehoord heeft) (West-Vlaams)
- 't is ol geboring (o van pot) (=doen alsof) (Veurns)
- a geboert ém va krommenoeës (=hij doet alsof hij er niets van af weet) (Meers)
- A va skipenaus gebaurn (=Je van domme laten, doen alsof je het niet begrijpt) (Liedekerks)
- aai geboart van krommen oas (=Hij doet alsof hij van niets weet) (turnhouts)
- ae geboardn ém van niet (=hij deed alsof hij van niets wist) (Wichels)
- Asof de duvel dermee speult (=Het is alsof de duivel ermee speelt) (Hagesteins)
- asofter én zen broek ho (ch) gezeek (=alsof hij in zijn broek had geplast) (Bilzers)
- d'n die ziet druit alsof ze in d'r nest zaikt (=zij ziet er onhygiënisch uit) (Hendrik-Ido-Ambachts)
- daaj kiekde asof ze een versjaajning hoch (=zij keek heel verwonderd, alsof ze een verschijning kreeg) (Munsterbilzen - Minsters)
- das onzenlieveneer in burger (=hij doet alsof hij wat is) (Oudenbosch)
- de bekieks mich nog erger dan ën koe wo noë den traajn kiek (=bekijk me zo niet alsof je me niet gelooft) (Munsterbilzen - Minsters)
- de loempërik authange (=doet alsof je iets niet weet) (Munsterbilzen - Minsters)
- de zossëm ongebich te këmiene gaeve (=het lijkt maar alsof hij een brave kerel is) (Munsterbilzen - Minsters)
- dee kan rijme en dichte zonder ze gat oep te lichte (=Iemand die doet alsof hij alles kan) (Walshoutems)
- dich van de stoeme haage (=doen alsof zijn neusd bloedt) (Munsterbilzen - Minsters)
- dieje hij 't sintemedunkt (=Die doet alsof hij een gezondheidsprobleem heeft) (Rillaars)
- doe höbs 'ne kop of wènts-te de hèl geblaoze höbs (=je hebt een hoofd alsof je de hel geblazen hebt) (Aelsers)
- dut mèr of jie nol hèt (=Doe maar alsof ge van niets weet) (Tongers)
- een muilentrekker (=iemand die doet alsof) (Gents)
- een muilentrekker (=iemand die doet alsof) (Wetters)
- Em hei van Sintemedunkt (=Hij doet alsof) (Schunnebroecks)
- eu van stumme piej aave (=doen alsof je neus bloedt) (leuvens)
- ge komt gij van Koanegem zekre (=iets niet weten of doen alsof men het niet weet) (Aalters)
- ge moe u nie van kromme hoas (h) ouden (=je moet niet doen alsof je van niets weet) (Kortrijks)
- ge moetj a dom augen (=(je moet doen alsof je niet op de hoogte bent) (Meers)
- Gebauren va krommen aus (=Doen alsof je van niets weet) (Moorsel)
- Geboaren van krommen hoaze (=Doen alsof je het niet gezien hebt) (Lokers)
- hae mok e gezich waajne kattestront (=hij trekt een vies gezicht, alsof hij kattestront heeft gegeten) (Munsterbilzen - Minsters)
- hang zau nie de onniëzelaer aut (=doe niet alsof je neus bloedt) (Bilzers)
- hè deit kwansies (=hij doet alsof) (Opglabbeeks)
- heej kiekt òw net án of-ie 't ien Kölle huuërt doondere (=hij kijkt je net aan alsof hij het in Keulen hoort donderen) (Venrays)
- hij dut net of zien neus bloedt (=hij doet alsof hij er niets van weet) (Westerkwartiers)
- hij holdt zich van de domme (=hij doet alsof hij dom is) (Westerkwartiers)
- hij is weer op z'n lauwere aan 't ruste (=Hij is lui / voert geen klap uit / doet alsof hij hard gewerkt heeft) (Utrechts)
- hij lugt, dat d'r rook boov'm zien kop hangt (=hij liegt alsof het gedrukt staat) (Westerkwartiers)
- hij pronkt met aanermans veer'n (=hij doet alsof hij dat werk heeft gedaan) (Westerkwartiers)
- I'j vret as een turfgrever (=Hij eet alsof hij uitgehongerd is) (Giethoorns)
- ich doeg mêr vër mën aevëviël (=ik deed maar alsof) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich geleef dat ze ë vèrke zin aoênt slachte (=die maakt zoveel lawaai alsof ze hem aan 't slachten zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- ie geboardige lijk dat ie... (=hij deed alsof hij...) (Waregems)
- Ie geboart van pikkens. (=Hij doet alsof zijn neus bloedt.) (Zwevegems)
- Ie slaupt geleek de meuzen in 't mee'. (=Hij doet alsof hij slaapt.) (Maldegems)
- ij geboard em van pijkes (=hij doet alsof hij van niets weet) (Gents)
- In Halle steike ze ne stok in uile gat om nie te vallen (=Klapstoeltje op een stok, van opzij gezien leek het alsof er een stok in het achterwerk stak) (Hals)
- je begoart van kromm'n oas (=hij doet alsof er niets aan de hand is) (Wevelgems)
- je gebaorde van krommenaos, je gebaorde van piekns (=hij deed alsof er niets gebeurd was) (Kortemarks)
- je gebaort van piekkns (=hij doet alsof zijn neus bloed) (Kortemarks)
- je gebaort van piekns (=hij doet alsof hij van niets weet) (Kortemarks)
- je heboart va tuutns en va blazn (=hij doet alsof hij van niets weet) (Izegems)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen