Spreekwoorden met `Drin`

Zoek

14 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Drin`

  1. die geboren is om te hangen, zal niet verDrinken. (=je kunt je lot niet ontlopen.)
  2. die wijn Drinkt kweekt luizen. (=veel alcohol drinken maakt je arm)
  3. door merg en been gaan/Dringen/snijden (=buitengewoon kwetsend of doordringend zijn)
  4. een kringetje Drinken. (=een borreltje drinken.)
  5. een stuk in je kraag Drinken (=dronken worden)
  6. er verDrinken er meer in het glas dan in de zee (=er gaan veel mensen dood door het drinken van alcohol)
  7. eten en Drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
  8. eten en Drinken is geen beroep / ambacht. (=werken is noodzakelijk om te kunnen leven.)
  9. halfjes en motregen Dringen door. (=ook van kleine beetjes wordt je dronken)
  10. het leven is meer dan eten en Drinken. (=alleen eten en drinken vult geen leven.)
  11. iemands bloed wel kunnen Drinken (=iemand niet mogen en daardoor alles doen om die persoon te hinderen)
  12. je kan een paard wel in het water trekken, maar niet dwingen dat het Drinkt. (=je moet iemand niet dwingen, zelfs niet tot iets leuks)
  13. spreek wat waar is, Drink wat klaar is, eet wat gaar is. (=wees bescheiden en dankbaar voor wat je hebt)
  14. verDrinken eer men water gezien heeft (=mislukken voordat het begonnen is)

37 betekenissen bevatten `Drin`

  1. aan de fep zijn (=(overmatig) Drinken)
  2. het leven is meer dan eten en drinken. (=alleen eten en Drinken vult geen leven.)
  3. alles door het halsgat jagen (=alles opmaken aan eten en Drinken)
  4. er is geen ijs of het kost mensenvleis (=als er ijs op de sloten en vijvers ligt, verDrinken er altijd mensen)
  5. als de kan vol is, loopt zij over. (=als je te veel Drinkt komt het er weer uit)
  6. van je buik een afgod maken (=belang hechten aan lekker eten en Drinken)
  7. door merg en been gaan/dringen/snijden (=buitengewoon kwetsend of doorDringend zijn)
  8. als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan (=drank verDringt gezond verstand)
  9. de kan aanspreken (=Drinken)
  10. op de lappen (=een beetje opgeknapt - op stap om te Drinken)
  11. een kringetje drinken. (=een borreltje Drinken.)
  12. brandende kwestie (=een Dringende, actuele zaak)
  13. een loden pijp hebben (=een hete vloeistof snel kunnen opDrinken)
  14. een harde knoest heeft een scherpe bijl nodig (=een slechte gewoonte is moeilijk te verDringen)
  15. er verdrinken er meer in het glas dan in de zee (=er gaan veel mensen dood door het Drinken van alcohol)
  16. zuipen als een ketter (=erg veel (alcoholische drank) Drinken)
  17. eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en Drinken blijven levensbehoeften.)
  18. het grondsop is voor de goddelozen (=gezegd van iemand die het laatste restje uitDrinkt)
  19. een goede dam leggen. (=goed eten (voor het Drinken van alcohol))
  20. je natje en je droogje lusten (=graag eten en Drinken)
  21. het glaasje op zijn kant zetten (=het glas uitDrinken)
  22. het vaatje op zijn kant zetten (=het vat leegmaken (uitDrinken))
  23. iemand de voeten spoelen (=iemand doen verDrinken / in zee verDrinken)
  24. iets onder de kurk hebben (=iets te Drinken hebben)
  25. de darmen zalven. (=lekker eten en Drinken.)
  26. overstag gaan (=na aanDringen/lang er mee wachten toegeven)
  27. de gebraden haan uithangen (=op onverantwoordelijke wijze erg veel geld uitgeven aan met name lekker eten en Drinken)
  28. op een droogje zitten (=op visite zijn en niks te eten of Drinken krijgen)
  29. iemand de oren afzagen (=steeds blijven aanDringen)
  30. aan de pimpel zijn (=sterkedrank Drinken)
  31. te diep in het glaasje kijken (=te veel alcohol Drinken en daardoor erg dronken zijn)
  32. een fles de nek breken (=uitDrinken)
  33. aan de zwier zijn (=uitgaan, Drinken)
  34. die wijn drinkt kweekt luizen. (=veel alcohol Drinken maakt je arm)
  35. het is niet voor de ganzen gemaakt (=we kunnen het maar beter uitDrinken)
  36. in zijn schulp kruipen (=zich in zichzelf terugtrekken, niet verder aanDringen)
  37. op de kleintjes letten (=zuinig zijn. Ook de kleine uitgaven proberen terug te Dringen)

7 dialectgezegden bevatten `Drin`

  1. e dume Drin vetten (=leedvermaak hebben) (Veurns)
  2. Keij'et Drin kriege (=Smaakt het) (Arnhems)
  3. Kzoen Drin schipn leek in de vorte raupn (of bjeetn) (=ik ben helemaal beu) (Maldegems )
  4. tempére-de lap laote Drin haange (=rustig aan doen) (Mestreechs)
  5. tis e rut ut tus en ot rint trint Drin (=er is een ruit uit het huis en als het regent, regent het erin) (West-Vlaams)
  6. tis e rute uut tuus en ot rint, trint Drin (=er is een ruit uit het huis en als 't regent, 't regent er in) (Bachten de kupes)
  7. zinne noak Drin sloan (=ongewenst tussenkomen, zich moeien, iemand onderbreken) (Waregems)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen