732 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `aan`
- goed voorgaan doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
- gras gaat niet harder groeien als je eraan trekt (=sommige dingen hebben tijd nodig)
- haantje de voorste (=voortrekker - wie altijd op het voorplan wil staan)
- handen aan het lijf hebben (=goed kunnen werken)
- hard tegen hard gaan (=niemand die wil toevoegen en er beide voor gaan om te winnen)
- haring in het land, dokter aan de kant (=haring eten is zeer gezond; haring is zelfs één van de beste vissen voor je gezondheid)
- het aan de stok hebben (=ruzie hebben)
- het aan zijn water voelen (=het instinctief aanvoelen)
- het bloed kruipt waar het niet gaan kan (=de aard verloochent zich nooit)
- het gaat aan zijn neus voorbij (=hij loopt iets mis)
- het gouden kalf aanbidden (=zeer veel hechten aan rijkdom.)
- het harnas aantrekken (=ten strijde trekken)
- het hart ergens aan ophalen (=ergens van genieten)
- het hinkende paard komt achteraan (=de grootste problemen houdt men voor het laatst)
- het hoekje om gaan (=dood gaan)
- het is boter aan de galg gesmeerd (=het is zinloos, het kan niet helpen)
- het is een Spaans bordeel. (=het is een chaotische wanorde)
- het is gedaan met kaatje (=het is afgelopen)
- het is geen aangenomen werk (=het hoeft niet noodzakelijk zo snel te gaan)
- het is goed aan hem besteed (=hij verdient het, hij zal er op de goede manier mee omgaan)
- het is hollen of stilstaan (=van het ene uiterste in het andere belanden)
- het is naar de maan (=het is kapot)
- het is onbestaanbaar. (=het zou niet mogen bestaan, het is een schande)
- het is trekken aan een dood paard (=het is een onbegonnen zaak)
- het is weer aan (=ze hebben weer verkering)
- het kainsmerk aan zijn voorhoofd dragen (=het is op zijn gezicht te lezen dat hij een schurk is)
- het katje van de baan (=degene die baas speelt)
- het land aan iets hebben (=aan iets een hekel hebben)
- het land hebben aan iets/iemand (=een hartgrondige afkeer hebben)
- het levenslicht aanschouwen/zien (=geboren worden)
- het lieve leventje gaande (=de ruzie begonnen - de poppen aan het dansen)
- het ligt aan de schaatsen en nooit aan de man. (=men geeft het gereedschap eerder de schuld dan zichzelf)
- het mes snijdt aan twee kanten (=het levert dubbel voordeel op (NL.) Er zijn niet alleen voordelen aan verbonden, je kan eender wat vanuit verschillende en zelfs tegengestelde standpunten bekijken (BE).)
- het met iemand aan de stok hebben/krijgen (=ruzie met elkaar hebben/krijgen)
- het op de klompen aanvoelen (=achterafgepraat - Dat had men kunnen weten)
- het schip ingaan (=groot risico nemen, leidend tot verlies)
- het Trojaanse paard inhalen. (=ze hebben zichzelf een ramp op de hals gehaald)
- het vijfde rad/wiel aan de wagen (=totaal overbodig, ongewenst)
- het vossenvel aandoen (=op sluwe wijze iets willen bereiken)
- het vuur aanblazen (=de ruzie erger maken)
- het water komt aan/tot de lippen (=in groot gevaar, in hoge nood)
- het zijn niet de slechtste vruchten waaraan de wespen knagen (=over goede mensen worden vaak onaardige dingen verteld)
- het zit eraan bij hem/haar (=diegene kan het betalen, er is genoeg)
- het zwaard aangorden (=(zich klaarmaken om) de strijd aan (te) binden)
- hij geeft niet om wiens huis in brand staat, als hij zich maar aan de gloed kan warmen (=overal voordeel uit halen, ongeacht gevolgen voor anderen)
- hollen of stilstaan (=van het ene uiterste in het andere vallen)
- ieder trekt aan zijn streng (=ieder kiest voor zichzelf)
- iemand (aan) de pols voelen (=iemand uithoren)
- iemand aan de dijk zetten (=iemand ontslaan)
- iemand aan de tand voelen (=op strenge manier ondervragen)
821 betekenissen bevatten `aan`
- aal is geen paling (=het mindere is niet gelijk aan het meerdere)
- geen graten in iets vinden (=het niet erg vinden, zich er niet aan storen)
- door de zure appel (heen)bijten (=het onaangename doen of over zich heen laten gaan)
- een kort liedje is gauw gezongen (=het onaangename gaat snel genoeg voorbij)
- het hoge woord is er uit (=het onaangename is gezegd)
- het harde woord moet eruit (=het onaangename moet gezegd worden)
- iets zwart op wit hebben (=het op papier hebben staan)
- het klopt als een zwerende vinger (=het past goed; het is logisch; het is volkomen juist; er is niets tegen in te brengen. (Equivalent aan: het sluit als een bus.))
- je verstand gebruiken (=het verstandig aanpakken)
- als hamerstuk behandelen (=het voorstel zonder discussie aannemen)
- het hooi op de gaffel krijgen (=het wel gedaan krijgen)
- naar de maan lopen (=het wel mogen vergeten / weg moeten gaan)
- al vaak met dat bijltje gehakt hebben (=het werk al vaker gedaan hebben en weten hoe het moet)
- het einde kroont het werk (=het werk is pas goed gedaan als het klaar is)
- wie het eerst komt, het eerst maalt (=het wordt toegekend aan degene(n) die het eerst komt)
- ter harte nemen (=het zich aantrekken)
- er lak aan hebben (=het zich helemaal niet aantrekken)
- het is onbestaanbaar. (=het zou niet mogen bestaan, het is een schande)
- het water is veel te diep (=hij durft het niet aan)
- boontje komt om zijn loontje (=hij krijgt wat hij verdient, de gevolgen zal iemand altijd wel een keer moeten gaan dragen)
- het is goed aan hem besteed (=hij verdient het, hij zal er op de goede manier mee omgaan)
- `s Lands wijs, `s lands eer (=ieder volk is gehecht aan zijn eigen gewoonten, hoewel anderen ze maar raar vinden)
- een mens is geen aardappel (=iedereen heeft zo nu en dan behoefte aan ontspanning)
- iemand uit bed lichten (=iemand `s nachts laten opstaan)
- iemand in het zadel helpen (=iemand aan een (goede) functie/positie helpen)
- iemand in zijn eigen sop gaar laten koken (=iemand aan zijn lot overlaten (iemand die iets niet goed gedaan heeft))
- iemand achter de broek/veren/vodden zitten (=iemand aansporen/opjagen / nauwlettend volgen)
- iemand aanschieten (=iemand aanspreken)
- iemand iets in de schoenen schuiven (=iemand aanwijzen als de schuldige of als de verantwoordelijke voor een mislukking)
- iemands eer te na komen (=iemand beledigen - iemands naam aantasten)
- een goed woord voor iemand doen (=iemand bij een ander aanbevelen)
- iemand op het matje roepen (=iemand bij zich laten komen en om uitleg vragen waarom iets zo gedaan is)
- een schurftig paard vreest de roskam (=iemand die aan iets schuldig is, heeft liever niet dat datgeen onderzocht wordt)
- iemand de genadeslag geven (=iemand die al in grote moeilijkheden zit nog een probleem erbij geven zodat diegene het niet meer aan kan)
- die haalt de nieuwe aardappelen niet (=iemand die gauw zal gaan sterven)
- een echte huismus (=iemand die het thuis naar zijn zin heeft, geen uitgaanstype)
- iemand in zijn eigen vet gaar laten smoren (=iemand die iets misdaan heeft aan zijn lot overlaten)
- een gewaarschuwd mens telt voor twee (=iemand die vooraf weet wat er fout kan gaan moet zich er maar op voorbereiden)
- ik maak een platvis van je (=iemand dreigen in elkaar te slaan)
- iemand in het gareel slaan (=iemand dwingen voor je te werken, iemand aan het werk zetten)
- iemand de pap in de mond geven (=iemand een gemakkelijke oplossing zomaar aanbieden)
- iemand te paard helpen (=iemand een goede baan helpen krijgen)
- iemand een worst voorhouden (=iemand een voordeeltje in het vooruitzicht stellen, teneinde hem te bewegen ergens mee akkoord te gaan)
- iemands geheugen opfrissen (=iemand ergens aan herinneren)
- iemand de handschoen toewerpen (=iemand ergens toe uitdagen of met iemand de strijd willen aangaan)
- de stuipen op het lijf jagen (=iemand felle schrik aanjagen)
- iemand onder handen nemen (=iemand flink aanpakken / mishandelen)
- de vloer aanvegen met iemand (=iemand gemakkelijk kloppen/verslaan)
- iemand laten barsten (=iemand helemaal niet helpen, aan zijn lot overlaten)
- een sigaar uit eigen doos presenteren (=iemand iets aanbieden dat in feite door de ontvanger zelf is betaald)
50 dialectgezegden bevatten `aan`
- daor is z n eule leve meej gemoeid gewiest (=daar heeft hij zich zijn leven lang aan gewijd) (Oudenbosch)
- daor kondoeweige altijd gelijk innut zweet gaon staon jakke (=daar moest je meteen vanaf het begin in een hoog tempo aan het werk) (Oudenbosch)
- daor zaink vet meej (=daar heb ik niet veel aan) (Hulsters (NL))
- daor zijde veul beter meejaf (=daar heb je veel meer aan) (Oudenbosch)
- daoreetie ne dot geld aon overgouwe (=daar heeft hij flink aan verdiend) (Oudenbosch)
- daq gojt mich heilegans nie (=dat staat me helemaal niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ë woëd van ne kilo (=dat woord slaat echt aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- das e zwaur geval (=het is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken) (Munsterbilzen - Minsters)
- das geen aordeghéts mei (=daar heb je geen plezier meer aan) (Bilzers)
- das geen aordeghéts mei (=daar beleef je geen plezier meer aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- das gene zievere (=daar is een geurtje aan) (Bilzers)
- das gièèn spek voe mne bek (=dat is aan mij niet besteed) (Kortemarks)
- das jeulemaol dur Den Bos (s) eene (=dat is aan de andere kant van Oudenbosch) (Oudenbosch)
- das mich ammël get, zaag oos Bet, en zo hô twei jing aoën één T.t (=nu heb ik wat aan de hand, zei Bet, nu hangen er 2 kinderen aan 1 T.t) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mich get gesjiëte (=die stelt zich nogal aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- das niks gekot (=breng brengt geen enkele zode aan de dijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- das nog moejlëkër assën moemét mëlke mèt bokshaase aon (=dat is bijna onmogelijk, een mier melken met handschoenen aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- das sjaering en ènslaog (=dat is aan de lopende band hetzelfde liedje) (Munsterbilzen - Minsters)
- Das tegen aa kloëte gescheete (=Daar hebt heb je je aan misrekent) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- das van m'n botte (=dat staat me hoegenaamd niet aan) (Herentals)
- das vër graajs hoeëre van te krijge (=dat zet je zwaar aan 't tobben) (Munsterbilzen - Minsters)
- das vür daud te valle (=daar krijg ik het van aan mijn hart) (Munsterbilzen - Minsters)
- das weert gewiest (=het is er erg aan toe gegaan) (Oudenbosch)
- das zau ën graajs maus (=je weet niet wat je aan die persoon hebt) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat bek mich nie (=dat lust ik niet -(ovd) dat staat me niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat dink ich ael ook (=dat zou er nog aan mankeren !) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat doert en eiveghèts (=dat sleept lang aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat ès 't nojste wot ich doên (=daar heb ik het land aan) (Bilzers)
- Dat gaat je geen moer / geen reet aan (=Dat gaat je niks aan) (Haarlems)
- dat gaat je geen moer aan (=Gaat je niks aan) (Amsterdams)
- dat gaon ich dich neet aan dien naas hange (=dat ga ik jou echt niet vertellen!!) (Steins)
- dat geet tich geen sjik aoën (=dat gaat je geen moer aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat gijt aan een boksem aan deur (=dat gaat zonder ophouden door) (Westerkwartiers)
- dat gijt d'r oareg om weg (=dat gaat er nogal hard aan toe) (Westerkwartiers)
- dat gijt uut as 'n nachtkeers (=daar komt ongemerkt een einde aan) (Westerkwartiers)
- dat goank nie an je neuz' angn (=dat zal ik niet aan je neus knopen) (Veurns)
- dat gojt mic (nie) (=dat staat me (niet)n aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat gojt mich nie (=dat staat me niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat haar 'k over de kop keek'n (=daar had ik niet aan gedacht) (Westerkwartiers)
- dat had d'r wel aan (=dat kon maar net zeg!) (Westerkwartiers)
- dat heb 'k over de kop keek'n (=daar heb ik niet aan gedacht) (Westerkwartiers)
- dat hemm'm ze 'm met de paplebel iengoot'n (=dat hebben ze hem van kindsbeen aan geleerd) (Westerkwartiers)
- dat hërbstë sjaunëkës aoën zën broek (=dat heb je mooi aan je been) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat hink m'n kloete out (='n hekel hebben aan iets) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat hink mich de stroeët aut (=ik heb er een hekel aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dat höbs doe taege geine gek gezag (=Dat is niet aan dovemansoren gezegd) (Sittards)
- Dat is ol gin avaanse (=Dat zet geen zoden aan de dijk) (Veurns)
- Dat is ónger de vuit oet (=Dat is aan de kant) (Sittards)
- dat kan mich nie sjaele (=ik trek het mij niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat kan mich nie sjille (=daar heb ik geen boodschap aan) (Bilzers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen