800 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ten`
- iemand de voeten spoelen (=iemand doen verdrinken / in zee verdrinken)
- iemand de vrije teugel laten. (=iemand zijn eigen gang laten gaan)
- iemand doodpraten (=op iemand blijven inpraten tot hij versuft van raakt)
- iemand een bril op de neus zetten (=iemand terechtwijzen of dwingen gehoorzaam te zijn)
- iemand een hak zetten (=met iemand een gemene streek uithalen)
- iemand een kroon opzetten (=iemand eer bewijzen)
- iemand een luis in de pels zetten (=iemand last bezorgen)
- iemand een pen op de neus zetten (=iemand dreigend vermanen)
- iemand het brood uit de mond nemen/stoten (=iemand het onmogelijk maken om in eigen inkomen te kunnen voorzien)
- iemand het gras voor de voeten wegmaaien (=iemand alle kansen ontnemen)
- iemand het mes op de keel zetten (=iemand onder zware druk zetten)
- iemand iets betaald zetten (=wraak nemen of straffen)
- iemand iets heten liegen (=beweren dat iemand gelogen heeft)
- iemand iets in het oor bijten (=iemand iets op bitsige wijze influisteren)
- iemand iets voor de voeten gooien (=iemand met iets confronteren)
- iemand iets voor de voeten werpen (=iemand beschuldigen van iets)
- iemand in het zeer tasten (=bij iemand de gevoelige plek raken)
- iemand in het zonnetje zetten (=iemand op positieve wijze aandacht geven, iemand eer bewijzen)
- iemand in zijn eigen sop gaar laten koken (=iemand aan zijn lot overlaten (iemand die iets niet goed gedaan heeft))
- iemand in zijn eigen vet gaar laten smoren (=iemand die iets misdaan heeft aan zijn lot overlaten)
- iemand laten barsten (=iemand helemaal niet helpen, aan zijn lot overlaten)
- iemand links laten liggen (=doen alsof iemand er niet is, niet bemoeien met iemand)
- iemand met de neus op de feiten drukken (=iemand iets zó onder de aandacht brengen, dat hij het niet langer kan negeren)
- iemand naar de mond praten (=vleien en vriendelijk zijn om iets gedaan te krijgen)
- iemand niet kunnen luchten of zien (=een hekel aan iemand hebben)
- iemand niet kunnen zetten (=iemand niet aardig vinden)
- iemand ongezouten de waarheid zeggen (=onverbloemd de waarheid zeggen, eerlijk zeggen waar het op staat)
- iemand op de hielen zitten (=iemand bijna te pakken hebben)
- iemand op het verkeerde been zetten (=iemand ergens een verkeerde indruk van geven, waardoor hij of zij iets gaat denken wat helemaal niet klopt)
- iemand op straat zetten (=iemand ontslaan)
- iemand op zijn nummer zetten (=iemand zeer nadrukkelijk op zijn fouten wijzen, op een wijze die voor die persoon beschamend is)
- iemand op zijn voorman zetten (=iemand nadrukkelijk op zijn plicht wijzen)
- iemand pootje lichten (=iemand doen struikelen)
- iemand uit bed lichten (=iemand `s nachts laten opstaan)
- iemand uit de tent lokken (=het voor elkaar krijgen dat iemand ergens een uitspraak over doet)
- iemand uit het zadel lichten (=iemand zijn positie doen verliezen, iemand ontslaan)
- iemand van het hoofd tot de voeten meten (=iemand heel nauwkeurig onderzoeken)
- iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=steeds verschillende baantjes hebben maar in geen enkel baantje succesvol zijn)
- iemand voor het hoofd stoten (=iemand beledigen of kwetsen)
- iemand voor het naadgaren zetten (=iemand voor de schulden laten opdraaien)
- iemand voor paal zetten (=iemand belachelijk maken of vernederen.)
- iemand wel kunnen schieten (=zich bijzonder ergeren aan iemand)
- iemands doopceel lichten (=zeer uitgebreid vertellen/uitzoeken wie iemand is en wat die in het verleden allemaal gedaan heeft)
- iemands geduld uitputten (=iemand op de zenuwen werken)
- iets beneden zijn waardigheid achten (=iets niet willen doen omdat men vindt dat men een betere taak waard is)
- iets blauw blauw laten (=iets maar laten voor wat het is, er niet meer over praten)
- iets breed uitmeten (=uitvoerig (overdreven) over iets praten)
- iets dat krom is recht proberen te praten (=met praten proberen een fout iets goeds te laten lijken)
- iets in de gaten krijgen (=iets ontdekken, iets zien)
- iets in de verf zetten (=beklemtonen, accentueren)
827 betekenissen bevatten `ten`
- iemand iets in de mond geven (=iemand de mening van een ander laten geven in plaats van de eigen mening)
- het zwarte schaap van de familie (=iemand die een beetje buiten de familie staat qua gedrag)
- een volle buik peinst op geen lege. (=iemand die genoeg te eten heeft is niet bezig is met de zorgen van een ander)
- iemand in zijn eigen vet gaar laten smoren (=iemand die iets misdaan heeft aan zijn lot overlaten)
- gekke Henkie (=iemand die niets in de gaten heeft (bv. `Je denkt toch niet dat ik gekke Henkie ben ?`))
- iemand die behoorlijk kan uitpakken (=iemand die ongeremd zijn toorn kan uiten)
- een oud voerman hoort nog graag het klappen van de zweep (=iemand die oud is vindt het fijn te praten over dingen van vroeger)
- iemand de wind uit de zeilen nemen (=iemand dwars zitten)
- iemand in het gareel slaan (=iemand dwingen voor je te werken, iemand aan het werk zetten)
- iemand om een boodschap sturen (=iemand een opdracht laten uitvoeren)
- iemand een worst voorhouden (=iemand een voordeeltje in het vooruitzicht stellen, teneinde hem te bewegen ergens mee akkoord te gaan)
- iemand op de hak nemen (=iemand er tussen nemen (grap uithalen) of spottend over iemand praten)
- iemand de stuipen op het lijf jagen (=iemand erg laten schrikken en/of bang maken)
- iemand de vrije hand geven (=iemand geheel vrij laten in de wijze waarop hij een opdracht uitvoert)
- iemand vol lood pompen (=iemand genadeloos neerschieten)
- iemand laten barsten (=iemand helemaal niet helpen, aan zijn lot overlaten)
- iemand iets aan de neus hangen (=iemand iets vertellen wat die beter niet kan weten)
- iemand iets in het oor fluisteren (=iemand iets zachtjes zeggen, heimelijk laten weten)
- iemand klein krijgen (=iemand laten merken dat je hem aankunt, over iemand de baas zijn en diegene tot gehoorzaamheid dwingen)
- iemand met de nek aankijken (=iemand minachten of negeren.)
- iemand achter de bank schuiven (=iemand minachtend behandelen)
- iemand of iets over het hoofd zien (=iemand niet opmerken, vergeten met iemand of iets rekening te houden, iets niet zien)
- leven en laten leven (=iemand of iets z`n gang laten gaan en niet mee bemoeien)
- iemand het vuur na aan de schenen leggen (=iemand onder druk zetten)
- iemand het mes op de keel zetten (=iemand onder zware druk zetten)
- iemand iets op zijn brood geven (=iemand onvriendelijk iets verwijten)
- iemand een oor aannaaien (=iemand oplichten)
- appels voor citroenen verkopen (=iemand oplichten.)
- iemand de duimschroeven aanzetten (=iemand scherp ondervragen, onder grote druk zetten)
- iemand het vel over de oren halen (=iemand te veel laten betalen)
- iemand een poot uitdraaien (=iemand te veel laten betalen)
- iemand villen (=iemand te veel laten betalen / Iemand afpersen)
- iemand het net over het hoofd halen (=iemand tegen wil en dank tot iets doen besluiten)
- iemand op de proef stellen (=iemand testen om te zien of die te vertrouwen is of het aan kan)
- iemand het nakijken geven (=iemand verslaan of achterlaten.)
- iemand voor het naadgaren zetten (=iemand voor de schulden laten opdraaien)
- bloot slaat dood (=iemand voor het blok zetten: iemand dwingen een keuze te maken)
- iemand van het kastje naar de muur sturen (=iemand voor niets heen en weer laten lopen)
- iemand op zijn nummer zetten (=iemand zeer nadrukkelijk op zijn fouten wijzen, op een wijze die voor die persoon beschamend is)
- iemand het gat van de deur wijzen (=iemand zeggen dat die het pand moet verlaten of iemand wegsturen)
- een lange arm hebben (=iemand zelfs vanaf een grote afstand nog dwars kunnen zitten)
- zien eten doet eten. (=iemand zien eten bevordert de eigen eetlust.)
- iemand de vrije teugel laten. (=iemand zijn eigen gang laten gaan)
- iemands voetveeg zijn (=iemands slaaf zijn (zich alles moeten laten welgevallen))
- je gal spuwen/uitbraken (=iets afkeuren en dat duidelijk laten merken)
- tegen de maan blaffen (=iets doen wat totaal niet helpt / nodeloze bedreigingen uiten)
- vinger en duim naar iets likken (=iets erg graag lusten)
- vingers en duimen aflikken (=iets erg graag lusten)
- tuk op iets zijn (=iets erg graag lusten of dol op zijn)
- iets achter de kiezen steken (=iets eten)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen