719 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ui`
- het harde woord moet eruit (=het onaangename moet gezegd worden)
- het heilig kruis achterna geven (=hopen dat iets of iemand nooit meer terugkomt)
- het hieltje van de ham kluiven (=zijn laatste geld opmaken)
- het hoge woord is er uit (=het onaangename is gezegd)
- het hoofd buigen (=opgeven - toegeven)
- het huilen staat hem nader dan het lachen (=hij ziet er vooral de trieste kant van)
- het huishouden van Jan Steen (=een slordige boel)
- het huisje bij het schuurtje houden/laten (=geen onnodige uitgaven doen)
- het is een slechte bruiloft waar maar één bruid is. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
- het is een slechte muis die maar een hol heeft (=je doet er best aan een alternatieve oplossing achter de hand te hebben)
- het is goed riemen snijden uit andermans leer (=met andermans eigendom kan men gemakkelijk kwistig omgaan)
- het is kruis of munt, zei de non en ze trouwde de bankier (=een keuze voor het materiële kan ten koste gaan van het spirituele)
- het is muis als moer, een staart hebben ze allemaal. (=beide opties zijn vervelend)
- het is niet iedereen gegeven ajuin met droge ogen te schillen (=niet iedereen doet het onaangename met de glimlach)
- het juiste midden vinden (=een goed evenwicht vinden tussen twee tegengestelde aanpakken. Bijvoorbeeld, als het er om gaat hoeveel bevoegdheden de politie moet hebben om de rechtsstaat te handhaven)
- het komt uit zijn koker (=hij is degene die het heeft bedacht)
- het krijt ruimen (=de strijd opgeven, weggaan)
- het kruis nageven (=hopen dat hij vooral nooit meer weerkomt)
- het kruit niet uitgevonden hebben (=niet bijster slim zijn)
- het liedje is uitgezongen (=het is afgelopen)
- het ligt er duimdik bovenop (=het is overduidelijk)
- het loopt de spuigaten uit. (=het is te veel geworden)
- het moet uit de lengte of uit de breedte komen (=het moet hoe dan ook uitgespaard worden)
- het muist al wat van katten komt (=ieder volgt zijn karakter)
- het onderste uit de kan willen (=het uiterste willen)
- het paard ruikt de stal (=opschieten om gauw thuis te komen)
- het ruime sop kiezen (=de haven uitvaren)
- het sluit als een bus (=de beredenering klopt)
- het takje buigen als het nog jong is (=goede gewoonten leert men het beste op jonge leeftijd aan)
- het uitmaken (=een relatie beëindigen)
- het uitproesten (=in een plotse lachbui schieten)
- het uitzingen (=het einde ervan afwachten, het volhouden)
- het varken is door de buik gestoken (=de zaak is vooraf bedisseld)
- het veld ruimen (=vertrekken om plaats te maken voor een ander)
- het vuur uit de sloffen lopen (=een uiterste inspanning leveren door hard te lopen)
- het waren allebeiden vuilaards. (=de een verwijt de ander iets waaraan hij zich)
- het warm water (her)uitvinden (=iets wat reeds lang bekend is, presenteren alsof het een originele innovatie is. (Niet verwarren met `het wiel opnieuw uitvinden`))
- het was uien (=het ging bijzonder slecht, het viel bijzonder tegen)
- het wiel opnieuw uitvinden (=dubbel werk doen)
- het wordt buigen of barsten (=het ergens op wagen)
- het zal daar kluizen (=er zal hevige ruzie zijn)
- het zonnetje in huis (=iemand die zorgt voor een goede, opgeruimde sfeer)
- hij geeft niet om wiens huis in brand staat, als hij zich maar aan de gloed kan warmen (=overal voordeel uit halen, ongeacht gevolgen voor anderen)
- hij zal mijn koffer niet kruien (=hem zal ik mijn zaken niet toevertrouwen)
- hoe hoger het hart, hoe lager de ziel (uit het Fries) (=hoogmoed is het kenmerk van een dwaas)
- hongerige luizen bijten scherp (=met de arme mensen heeft men de meeste last)
- honi soit qui mal y pense (=schande over hem die er kwaad over denkt) (Latijn)
- hora ruit (=de tijd vliet snel) (Latijn)
- huilen als een hofhond (=erbarmelijk tekeer gaan)
- huilen met de wolven in het bos (=het er niet mee eens zijn maar wel de baas gelijk geven en bevestigen)
645 betekenissen bevatten `ui`
- wie het breed heeft laat het breed hangen (=iemand die veel geld heeft kan veel geld uitgeven)
- een gladde vogel (=iemand die zich overal weet uit te redden op slinkse wijze)
- als een vis op het droge (=iemand die zijn draai niet kan vinden of daar niet thuis hoort)
- het zonnetje in huis (=iemand die zorgt voor een goede, opgeruimde sfeer)
- iemand pootje lichten (=iemand doen struikelen)
- iemand de ogen verblinden (=iemand door uiterlijke schijn misleiden)
- iemand om een boodschap sturen (=iemand een opdracht laten uitvoeren)
- iemand een worst voorhouden (=iemand een voordeeltje in het vooruitzicht stellen, teneinde hem te bewegen ergens mee akkoord te gaan)
- iemand op de hak nemen (=iemand er tussen nemen (grap uithalen) of spottend over iemand praten)
- iemand de handschoen toewerpen (=iemand ergens toe uitdagen of met iemand de strijd willen aangaan)
- iemand de vrije hand geven (=iemand geheel vrij laten in de wijze waarop hij een opdracht uitvoert)
- iemand de mantel uitvegen (=iemand hevig uitfoeteren)
- iemand blij maken met een dode mus (=iemand iets goeds in het vooruitzicht stellen, dat uiteindelijk waardeloos zal blijken te zijn)
- iemand iets in het oor bijten (=iemand iets op bitsige wijze influisteren)
- de strop om de hals doen (=iemand in uiterste problemen brengen)
- een kind van Laban (=iemand met een blanke huid)
- aan de schors blijven hangen (=iemand of iets alleen op het uiterlijk beoordelen)
- iemand het net over het hoofd halen (=iemand tegen wil en dank tot iets doen besluiten)
- iemand uit de brand helpen (=iemand uit de nood helpen)
- iemand het land opjagen (=iemand uit zijn humeur brengen)
- iemand het lemmer bieden (=iemand uitdagen)
- met de vinger nawijzen (=iemand uitgelachen)
- iemand (aan) de pols voelen (=iemand uithoren)
- iemand de huid vol schelden (=iemand uitschelden)
- iemand een vuile mond geven (=iemand uitschelden)
- iemand uitmaken voor rotte vis (=iemand uitschelden voor alles wat mooi en lelijk is)
- vat op iemand krijgen (=iemand van iets kunnen overtuigen)
- iemand naar het peperland zenden (=iemand ver van huis sturen)
- iemand de pas afsnijden (=iemand verhinderen een bepaalde actie uit te voeren)
- een voetveeg zijn (=iemand zijn die voor minderwaardige klusjes gebruikt wordt)
- je gal spuwen/uitbraken (=iets afkeuren en dat duidelijk laten merken)
- het werkt als haarlemmerolie (=iets dat overal voor te gebruiken is)
- tegen de maan blaffen (=iets doen wat totaal niet helpt / nodeloze bedreigingen uiten)
- je licht ergens op laten schijnen (=iets duidelijk maken)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- vaste voet aan de grond krijgen (=iets gedaan krijgen en/of als gebruikelijk beschouwd gaan worden)
- te/van pas komen (=iets goed kunnen gebruiken)
- iets op zijn sloffen aankunnen (=iets heel gemakkelijk kunnen uitvoeren)
- iets prediken/verkondigen (=iets luid, voor iedereen, verkondigen)
- een liedje van verlangen (=iets nog even proberen uit te stellen)
- uitstel van executie (=iets onaangenaams wordt tijdelijk uitgesteld Later gaat dit toch nog gebeuren)
- iets door de vingers zien (=iets oogluikend toestaan)
- je eigen naad naaien (=iets op zijn eigen manier uitvoeren; eigenwijs zijn)
- vaart achter iets zetten (=iets snel (doen) uitvoeren)
- iets mannetje voor mannetje doen (=iets strikt volgens plan uitvoeren)
- iets uit de doeken doen (=iets uitleggen)
- de proef op de som nemen. (=iets uitproberen.)
- iets op de lange baan schuiven (=iets uitstellen)
- op de lange baan schuiven (=iets uitstellen of vertragen.)
- iets in zijn schild voeren (=iets van plan zijn, een geheim hebben, stilzwijgend een plan uitvoeren)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen