1791 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `AA`
- dAArmee is de kous af. (=er wordt geen aandacht meer aan gegeven)
- dan moet de wal het schip mAAr keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
- dan zwAAit er wat (=dan dreigen zware repercussies)
- dat gAApt als een oven (=dat is onwaarschijnlijk)
- dat gAApt zo wijd als een oven (=dat is hoogst onwaarschijnlijk)
- dat gAAt erin als klokspijs (=dat gaat er gemakkelijk in)
- dat gAAt je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
- dat gAAt mijn pet te boven (=daar begrijp ik niets van)
- dat gAAt zo tussen neus en mond (=dat gebeurt in een verloren ogenblik)
- dat groeit uit het rAAm (=dat kan men niet geheim houden)
- dat hAAl je de koekoek (=mij niet gezien!)
- dat horen en zien je vergAAt (=erg luid)
- dat is de AAp gevlooid (=dat is onbegonnen werk.)
- dat is de hamvrAAg (=de vraag waar het om gaat)
- dat is een AAlshuid (=dat is van weinig waarde)
- dat is een echte hAAi (=assertief en bijdehand mens)
- dat is een pAAl onder water (=dat brengt meer nadeel dan voordeel)
- dat is een pAArd van een dAAlder. (=dat is een trots mens)
- dat is een wAArheid als een koe (=dat is overduidelijk waar)
- dat is geen punt. / DAAr maken we geen punt van (=dat is geen probleem. / Dat is helemaal geen argument)
- dat is iemand met een gebruiksAAnwijzing (=dat is iemand waarvan je weet hoe je met diegene om moet gaan)
- dat is kaviAAr voor hen (=dat is onbereikbaar voor hen)
- dat is makkelijker gezegd dan gedAAn (=het valt in de praktijk nog niet mee)
- dat is nAAtje/pet (=dat is waardeloos)
- dat is nog geen hAAienvin wAArd (=waardeloos)
- dat is van de bAAn (=dat gaat niet door)
- dat kan het pAArd niet trekken. (=daar heb ik onvoldoende geld voor)
- dat komt als mosterd na de mAAltijd (=dat komt op een moment dat het geen nut meer heeft)
- dat mAAkt van Jezus nog een ketter (=dat is zelfs bij de meest integer mens een schanddaad)
- dat mag met een krijtje AAn de balk (=dat is een ongewone gebeurtenis)
- dat muisje heeft een stAArtje. (=er zullen nog problemen komen)
- dat pAArd zal mij niet meer slAAn (=dat zal mij niet meer gebeuren)
- dat rAAk je AAn de strAAtstenen niet kwijt (=dat is niet te verkopen)
- dat rAAkt kant noch wal (=dat is geen zinnig argument)
- dat rAAkt mijn koude kleren niet (=ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren)
- dat ruikt nAAr peper (=dat is erg duur)
- dat schAAp zal een zachte dood nemen. (=het wordt vergeten)
- dat slAAt als een knots op een kangoeroe (=dat choqueert je)
- dat slAAt als een tang op een varken (=dat slaat nergens op)
- dat smAAkt nAAr meer (=meer van dat, graag!)
- dat stAAt als een pAAl boven water (=dat is een absolute zekerheid)
- dat stAAt niet in zijn woordenboek (=dat kent hij niet, daar doet hij niet aan mee, heeft hij nog nooit van gehoord)
- dat stAAt op de agenda (=dat gaat nog gebeuren; dat gaat nog besproken worden)
- dat zAAkje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
- dat zal je de dood niet AAndoen (=iets is niet zo erg is als het lijkt)
- dat zet geen zoden AAn de dijk (=dat is geen bijdrage van serieuze betekenis)
- dat zijn AAmbeien met slagroom (=dat heeft niets met elkaar te maken)
- dat zijn twAAlf eieren en dertien kuikens. (=een meevaller)
- de AAnhouder wint (=wie volhoudt, zal uiteindelijk succes hebben.)
- de AAnval bloedt dood (=de aanval komt geleidelijk uit op een mislukking)
2000 betekenissen bevatten `AA`
- dat zal hem geen windeieren hebben gelegd (=dAAr zal hij wel veel geld mee verdiend hebben)
- daar steekt meer in dan een enkele panharing (=dAAr zit meer achter)
- daar zit `em de kneep/knoop (=dAAr zitten de moeilijkheden/problemen)
- die snaar moet men niet aanroeren (=dAArover moet niet gesproken worden)
- je zegeningen tellen (=dankbAAr zijn voor wat men heeft.)
- mijn verstand staat er bij stil (=dat begrijp ik helemAAl niet)
- ik kijk wel uit (=dat doe ik niet, dAAr ben ik te voorzichtig voor)
- dat gaat erin als klokspijs (=dat gAAt er gemakkelijk in)
- dat is van de baan (=dat gAAt niet door)
- dat staat op de agenda (=dat gAAt nog gebeuren; dat gAAt nog besproken worden)
- die molen maalt langzaam (=dat gAAt trAAg)
- het scheelde maar een haartje (=dat ging mAAr net goed)
- dat zijn aambeien met slagroom (=dat heeft niets met elkAAr te maken)
- zo gaan er twaalf in het dozijn (=dat heeft weinig wAArde)
- zo gaan er dertien in een dozijn (=dat heeft weinig wAArde, is niet zo bijzonder)
- dat is een stuk! (=dat is een AAntrekkelijk persoon)
- dat is een bal voor open doel (=dat is een opmerking wAAr een zeer voor de hand liggend weerwoord op gegeven kan worden)
- dat is een haspel in een fles (=dat is een rAAdsel)
- dat is geen punt. / Daar maken we geen punt van (=dat is geen probleem. / Dat is helemAAl geen argument)
- dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. DAAr ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
- dat gaapt zo wijd als een oven (=dat is hoogst onwAArschijnlijk)
- dat is iemand met een gebruiksaanwijzing (=dat is iemand wAArvan je weet hoe je met diegene om moet gAAn)
- dat is een ver-van-mijn-bedshow (=dat is iets wAAr ik me helemAAl niet mee bezighoud; dat is iets dat op grote afstand van hier gebeurt)
- dat is de druppel die de emmer doet overlopen (=dat is mAAr een kleine ergernis, mAAr samen met wat er al gebeurd is, wordt het niet meer geaccepteerd)
- dat was op het nippertje (=dat is mAAr net gelukt)
- daar is geen oogje vet meer op (=dat is niet veel meer wAArd)
- dat is kaviaar voor hen (=dat is onbereikbAAr voor hen)
- dat gaapt als een oven (=dat is onwAArschijnlijk)
- dat is een waarheid als een koe (=dat is overduidelijk wAAr)
- dat kan hij in zijn zak steken (=dat is rAAk - die zit!)
- die zit (=dat is rAAk!)
- dat is Beulemans Frans (=dat is slecht Frans spreken. In België zeggen de Vlamingen dat over WAAls. Walloniërs op hun beurt vinden VlAAms weer slecht Nederlands)
- dat is een aalshuid (=dat is van weinig wAArde)
- dat is naatje/pet (=dat is wAArdeloos)
- dat maakt van Jezus nog een ketter (=dat is zelfs bij de meest integer mens een schanddAAd)
- dat staat niet in zijn woordenboek (=dat kent hij niet, dAAr doet hij niet AAn mee, heeft hij nog nooit van gehoord)
- dat is schering en inslag (=dat komt bijzonder vAAk voor [onderdelen van een weefgetouw])
- dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire nAAm voor trekpAArden))
- daar moet de schoorsteen van roken (=dat moet de inkomsten voortbrengen. DAAr moeten we van bestAAn)
- dat past als een vuist in een oog (=dat past helemAAl niet)
- dat sluit als een haspel in een zak (=dat rAAkt kant noch wal)
- dat slaat als een tang op een varken (=dat slAAt nergens op)
- koffen en smakken zijn waterbakken (=dat soort dingen kan veel doorstAAn)
- dat is zo breed als het lang is (=dat verandert niets AAn de zAAk)
- dat houdt me op de been (=dat zorgt ervoor dat ik door kan blijven gAAn; dAArdoor houd ik het vol)
- de natuur is sterker dan de leer (=datgene wat AAngeleerd is wordt gauw vergeten)
- onder de pannen zijn (=de (geld)zaken goed voor elkAAr hebben)
- de boer op gaan (=de (niet-fysieke) markt opgAAn om iets te verkopen / verdwalen / de stad verlaten)
- in het oog springen/vallen (=de AAndacht trekken)
- veel bekijks hebben (=de AAndacht trekken)
43 dialectgezegden bevatten `AA`
- Oep AA ukke zitte (=Gehurkt zitten) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- op AA (zAAn) duus krAAge (=verliezen van een wedstrijd) (tervurens)
- op AA bakkes goo (=totale affront of op uw gezicht vallen) (tervurens)
- op AA effen kommen (=beter worden (van een ziekte) ) (Giesbaargs)
- op AA szjik bAAte (=zware inspanningen doen) (tervurens)
- Op de met AA Mee brAA kAA (=Op de markt had Mari het erg koud) (Hals)
- over AA kopke rösse (=over je hoofd AAien) (Geels)
- Over AA Koppeke rösse (=Over hoofdje AAien) (Herentals)
- schier: Gardavau az 'n AA schier in brand staut (=Pas op als een oude persoon verliefd wordt) (Lebbeeks)
- schirreken: Goe zélle, ' k zal AA e schirreken geven (=Dat heb je goed gedAAn (tegen een kind) ) (Lebbeeks)
- slip: AA slip angd oët, ' t es meire kèrremis (=Als iemands hemd uit zijn broek hangt) (Lebbeeks)
- sloogt da in AA kas (=nou breekt mijn klomp) (tervurens)
- steikt een talluur in AA broek van achter (=als je moet oppassen voor homo's) (tervurens)
- Stront wie eiter AA gescheete (=Van wAAr denk je wel dat je komt) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- stroont, wie hee AA geschete (=die vrouw heeft veel allures) (Geels)
- Tegen AA kloeëte geschete (=Geen sprake van) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- teige AA goesting gieënen beit (=je moet niet eten als je het niet lust) (Winksels)
- tes AA goe manneken (=stop er nu mAAr mee) (Hams)
- toot: AAgd AA toot! (=Hou je mond!) (Lebbeeks)
- traengert AA wijvër (=het regent dat het giet) (Munsterbilzen - Minsters)
- trekt AA foeër (=trek je plan) (Winksels)
- trekt AA foer! (=trekt uw plan!) (Overijses)
- trekt AA fuur (=iemand laten weten dat hij het zelf moet doen) (tervurens)
- trokkel: Nen trokkel onder AA ol (=Een trap op je billen) (Lebbeeks)
- verziert (='t gezicht van een AA jonkait) (Dendermonds)
- vuil AA ros (=venijnige vrouw (= scheldwoord) ) (Sint-Niklaas)
- wa moenik AA (=wat is mijn schuld) (Giesbaargs)
- wAAj de AA vrigger joengelde, zo poeppe de joeng nau (=zoals de ouden zongen, zo piepen de jongen) (Munsterbilzen - Minsters)
- wAAj èn de AA daog (=zoals vroeger) (Bilzers)
- wAAj likste doë toch mèr wAAjen AA zoeëg (=zet u eens wat rechter!) (Munsterbilzen - Minsters)
- wad: Wad es da mé AA (=Wat scheelt er met jou) (Lebbeeks)
- wadist goodde verhoazen, want AA hande zen al ingepakt (=iemand die met zijn handen in zijn broekzakken stAAt) (Ransts)
- wae èn zën joeng joeëre al mèttët piëd riëd, moet èn zën AA daogë mèr tevoet lope (=jong verwend, oud gekend) (Munsterbilzen - Minsters)
- Woo AA Mee brAA kAA? (=WAAr had Marie het erg koud?) (Hals)
- z' AA bra kAA (=ze had het erg koud) (Overijses)
- z'n kapelleke stoat ope, AA verwacht nog bezuuk (=zijn gulp stAAt open) (Antwerps)
- zak AA ne pèrdewend op AA kop geev'n (=moet je een klap voor je bek) (Wetters)
- ze zijn afgedjakt - AA / zAA es bekaf (=hij / zij is doodop) (Gents)
- Zemmen AA ligge (=Ze hebben je in de maling genomen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- zetj AA (=ga zitten) (Meers)
- zich óp Eupen AA make (=zich uit de voeten maken) (Eys)
- zjép: Tegen AA zjép! (=Niks dAArvan!) (Lebbeeks)
- zo vol as een AA (=zo vol als ...) (Vels)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen