368 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ter`
- hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of familie)
- hoe meer vis, hoe droever water (=als er meer mensen komen valt er minder te verdelen (erfenissen))
- iemand achter de bank schuiven (=iemand minachtend behandelen)
- iemand achter de broek/veren/vodden zitten (=iemand aansporen/opjagen / nauwlettend volgen)
- iemand de rekening presenteren (=iemand de kosten ten laste brengen (ook figuurlijk))
- iemand door de mosterd halen (=op duidelijke wijze kenbaar maken wat iemand fout gedaan heeft)
- iemand iets in het oor fluisteren (=iemand iets zachtjes zeggen, heimelijk laten weten)
- iemand in zijn kielwater zeilen (=iemand op de hielen volgen)
- iemand ter aarde bestellen (=iemand begraven)
- iemand wel achter het behang kunnen plakken (=iemand heel vervelend vinden, waardoor je het liefst even helemaal niets meer met hem of haar te maken zou willen hebben)
- iemands rechterhand zijn (=de belangrijkste assistent zijn)
- iets achter de hand hebben (=iets ter beschikking hebben voor wanneer het nodig mocht zijn (bv nood))
- iets achter de kiezen steken (=iets eten)
- iets achter de knopen hebben (=iets is volbracht of voltooid)
- iets niet kunnen gebeteren (=iets niet kunnen verhelpen)
- iets ter tafel brengen (=voorstellen om iets te bespreken)
- iets van de achterwacht vernemen (=iets vernemen na veel omwegen)
- ik ben Sinterklaas niet (=niet alles voor niks doen)
- ik mag de tering krijgen (=er zeker van zijn)
- in de termen vallen (=ergens in aanmerking voor komen)
- in het achterschip geraken (=in zaken achteruit gaan)
- in het duister tasten (=er niets over weten, geen aanknopingspunten vinden)
- in het oor fluisteren (=zachtjes (heimelijk) zeggen)
- in het water vallen (=falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan)
- in iemands vaarwater zitten (=iemand hinderen of concurreren)
- in troebel water is het goed vissen (=in tijden van onlust of oorlog kan men gemakkelijk voordelen halen)
- in troebel water vissen (=een profiteur zijn)
- in zijn achterhoofd hebben (=als reserve klaar hebben)
- in zulk water vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)
- je achter de oren krabben (=door een onverwachte, zorgelijke ontwikkeling tot nadenken gestemd zijn)
- je als een vis in het water voelen (=je helemaal op je plaats voelen)
- je bent om op te eten (met boter en suiker). (=beeldig, snoezig, hartveroverend, snoeperig.)
- je doet de boter in de pan, maar bakt er niks van (=denken dat je iets begrijpt, terwijl je dat niet doet)
- je eigen dood sterven. (=vanzelf voorbij gaan)
- je huid zelf ter markt brengen (=zichzelf verdedigen)
- je kan beter naar de bakker dan naar de apotheker gaan. (=eten is gezond, de apotheker bezoek je als je ziek bent.)
- je kan een paard wel in het water trekken, maar niet dwingen dat het drinkt. (=je moet iemand niet dwingen, zelfs niet tot iets leuks)
- je meester gevonden hebben (=iemand gevonden hebben die beter is, het beter doet)
- je moet de snaren niet te sterk spannen (=je moet niet al te streng zijn, niet al te veel eisen)
- je moet geen goed geld achter slecht geld aangooien (=je moet geen geld besteden aan een zaak die niet meer in stand kan worden gehouden)
- je oor te luisteren leggen (=informeren)
- ketters wonen het dichtst bij de paus (=de beste vrienden van een machtig man zijn vaak zijn grootste vijanden)
- kijken of men water ziet branden (=heel erg verbaasd kijken)
- koffen en smakken zijn waterbakken (=dat soort dingen kan veel doorstaan)
- kruisjes achter de rug hebben (=tientallen jaren oud zijn)
- laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
- letters eten (=veel boekenwetenschap opdoen)
- leven als een oester (=geheel van de wereld afgezonderd leven)
- leven als een vis in het water (=totaal tevreden en onbekommerd leven)
- liever van achteren zien dan van voren (=niet goed kunnen verdragen)
414 betekenissen bevatten `ter`
- iemand een bril op de neus zetten (=iemand terechtwijzen of dwingen gehoorzaam te zijn)
- iemand het nakijken geven (=iemand verslaan of achterlaten.)
- iemand het bloed onder de nagels vandaan halen (=iemand vreselijk treiteren of irriteren)
- iemand warm maken (=iemands interesse opwekken)
- iemand ergens voor warm maken (=iemands interesse voor iets opwekken)
- bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen (=iemands ware karakter blijkt pas als het erop aankomt)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- goedkoop is duurkoop (=iets goedkoops kan later kosten veroorzaken, bijvoorbeeld door slechte werking, reparaties of onderhoud)
- hebben is hebben maar krijgen is de kunst (=iets hebben is goed, maar iets bijkrijgen is beter)
- een spiering uitwerpen om een kabeljauw te vangen (=iets kleins aan een ander geven met de gedachte zelf iets groots terug te krijgen)
- naar de mutsaard rieken (=iets klopt zeer niet (mutsaard = brandstapel) / verdacht worden van ketterij)
- iets met de mantel der liefde bedekken (=iets niet met anderen bespreken maar stilzwijgen en accepteren)
- iets beneden zijn waardigheid achten (=iets niet willen doen omdat men vindt dat men een betere taak waard is)
- een ondergeschoven kindje zijn (=iets of iemand is miskend. Zie bedstede voor de letterlijke betekenis)
- uitstel van executie (=iets onaangenaams wordt tijdelijk uitgesteld Later gaat dit toch nog gebeuren)
- iets een vernisje geven (=iets opkalefateren)
- iets achter de hand hebben (=iets ter beschikking hebben voor wanneer het nodig mocht zijn (bv nood))
- naar iets vissen (=iets trachten te achterhalen)
- troeven achter de hand houden (=iets voordeligs achterhouden, informatie achterhouden)
- het warm water (her)uitvinden (=iets wat reeds lang bekend is, presenteren alsof het een originele innovatie is. (Niet verwarren met `het wiel opnieuw uitvinden`))
- wat van ver komt, is lekker (=iets wat van ver komt, is bijzonder. Daarom denkt men dat het ook beter zal zijn)
- met een metworst naar een zij spek gooien (=iets weinig waardevols opofferen om iets waardevols terug te krijgen)
- de ogen zijn de spiegels der ziel (=in de ogen van een persoon herkent men het karakter)
- de kap/sluier/habijt aannemen (=in een klooster gaan)
- aan de bedelstaf raken (=in een situatie terechtkomen waarin je geen geld of bezittingen meer hebt)
- een snoek vangen. (=in het water vallen)
- een goeie vis moet drie keer zwemmen (=in het water, in de boter of kookvocht en in de wijn)
- semper crescendo (=in sterkte toenemend)
- geen profeet is in zijn (eigen) land geëerd (=in tegenstelling tot vreemden, zijn mensen uit je woonplaats minder bereid te luisteren)
- in het achterschip geraken (=in zaken achteruit gaan)
- in het ootje (=influisteren)
- iemand de hielen laten zien (=inhalen of beter presteren dan de ander)
- het is een slechte muis die maar een hol heeft (=je doet er best aan een alternatieve oplossing achter de hand te hebben)
- geen schoner gewaad als een zedig gelaat. (=je kan aan iemands` gezicht zien of hij een goed karakter heeft)
- het gelaat is de spiegel der ziel. (=je kan aan iemands` gezicht zien of hij een goed karakter heeft)
- beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald (=je kan beter iets voortijdig stoppen dan doorgaan tot het helemaal verkeerd gaat)
- kallen is mallen maar doen is een ding (=je kan het beter doen dan er altijd maar over blijven praten)
- je bedje is gespreid (=je komt in een situatie terecht waarin alles al voor je geregeld is)
- meten is weten, gissen is missen (=je kunt beter afmetingen meten dan schatten)
- een goed pad krom loopt niet om. (=je kunt beter geen onnodige veranderingen aanbrengen)
- een slak op de goede weg, wint het van een haas op de verkeerde weg (=je kunt beter iets langzaam en goed doen, dan snel en niet goed)
- langzaam aan, dan breekt het lijntje niet (=je kunt beter rustig doorwerken, dan kan er het minste fout gaat)
- het is beter de bakkers te paard, als de dokters. (=je kunt beter voldoende en gezond eten, dan straks naar de dokter te moeten)
- wie pleit om een paard, behoudt de staart. (=je kunt beter wat toegeven, dan het tot een duur en langslepende kwestie te laten komen)
- geef een man een vis dan heeft hij die dag te eten (=je kunt iemand beter leren vissen dan heeft hij z`n leven lang vis te eten)
- de aanval is de beste verdediging (=je kunt in een strijd of ruzie beter zelf actie ondernemen dan afwachten)
- het zijn niet al ridders die sporen dragen (=je kunt niet alleen aan iemands uiterlijk afleiden of hij ergens geschikt voor is)
- wat hansje niet leert zal hans nooit weten (=je moet het eerst leren om het later te kunnen)
- wie vis heeft, moet ook de graat hebben (=je moet ook de nadelen accepteren (geen rozen zonder doornen))
- een goed hart is goud waard (=je treft niet snel meer mensen met een goed karakter)
50 dialectgezegden bevatten `ter`
- loss'ndee: 't Es ter grat loss'ndee gegaun (=Het is er dwars doorheen gegaan) (Lebbeeks)
- maok ter al mèr gauw e kraajske iëver (=vergeet het maar!) (Munsterbilzen - Minsters)
- maok ter mér ë graut kreis iëver (=zet dat maar volledig uit je hoofd) (Munsterbilzen - Minsters)
- më brierkë zoet toeê te kaeke asoft tër èn ne rik hoeng (=mijn jonger broer zat daar te schreeuwen alsof hij in een riek hing) (Munsterbilzen - Minsters)
- mè dat bitsjë (geld) rok tër toch gene kant (=dat is teweinig om fatsoenlijk te leven (of om zijn schulden af te betalen)) (Munsterbilzen - Minsters)
- Mé.n kumt ter ok wèr ennen dag (=Neem je tijd) (Genneps)
- mëne kop steet tër nie noë (=ik ben er niet helemaal bij) (Munsterbilzen - Minsters)
- mene kop ter aof! (=ik zweer!) (Munsterbilzen - Minsters)
- mèt zën kloempe tër doër goên (=nogal ruw en brutaal tekeer gaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- mèt zën platviet tër doër goên (=zonder boe-of-ba...zonder blozen) (Munsterbilzen - Minsters)
- mèttë botte zaesse (mes) tër doër goên (=aanvallen of verdedigen zonder iets of iemand te ontzien) (Munsterbilzen - Minsters)
- mètte stil troem ter van onder gemaus (=geruisloos vertrokken) (Munsterbilzen - Minsters)
- mètzen kloempe ter dür loope (=zwaar overdrijven) (Munsterbilzen - Minsters)
- miezeerje an oenderd ter eure (=ellende troef) (Kortemarks)
- mijne kop stoat ter nie op (=mijn hoofd staat er niet naar) (Brakels)
- mis: Z'és ter zoeë zot van as 'n mis (=Ze is erg verliefd op hem) (Lebbeeks)
- nau hèt tër wir sjaune kal (=nu is hij weer poeslief) (Munsterbilzen - Minsters)
- nau zin vër tër (=dat ben ik met je eens) (Munsterbilzen - Minsters)
- nau zin vër tër ! (=eindelijk !) (Munsterbilzen - Minsters)
- neem ter nog ie-en wan op ie-en bie-en kuj nie hin (=neem er een) (Zeeuws)
- nen ëllëntrikkeboom krievëlë tot tër begint te laachte (=veel geduld hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- noe zeen we ter (=nu komt de waarheid boven) (Kinroois)
- oas en eiwe schuure in brande schiet, es ter gien blusse ne mier oan,
oas en eiwe schuure in brande schiet, kom nie te dichte bij 't vier (=als een oudere dame verliefd wordt) (Gents)
- oemert sjonst (=om ter mooist) (Heist-op-den-Berg)
- oet ter ou van (=pas er van op) (Brakels)
- om ter Miest (=om ter hards) (Lovendegems)
- omdatter sneppeke wor ho (ch) ter altijd viël nauten op zene zang (=omdat hij haantje de voorste was, had hij altijd veel komplimenten) (Munsterbilzen - Minsters)
- op n ter gaun (=op stap gaan) (Liedekerks)
- op te slaog krieëg tër ne vlammëtëg roje kop (=zijn gezicht liep onmiddellijk rood aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- Os ter vil wiend is, moet ie em vasthoeden an de nummers van d'huuzen (=een magere man) (Brugs)
- pak nen aandre waaj ter ès, doë ès genen aandre (=in de liefde ben je niet kieskeurig) (Munsterbilzen - Minsters)
- pak ten daog waaj ter kump (=het leven wordt één kruisweg als je spijt krijgt van gisteren en angst voor morgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Pas ter op! (=ik waarschuw je!) (Sallands)
- Pas ter op! / Waog ' t! (=Ik zou het niet wagen!) (Sallands)
- Pietje van de vaalde, scheet in de Schaalde (Schelde), wa dreeft ter doar int roond, Pietsjen zijne stroont (=Lokers rijmpje) (Lokers)
- Roetsj mich ter poekel! (=Je kunt me wat!) (Eys)
- seffës brik tër nog èn tweië (=hij is hovaardig) (Munsterbilzen - Minsters)
- sjandaolig waajstich tër bijlups (=verzorg je eens wat beter) (Munsterbilzen - Minsters)
- sjilt tër get (=wat is je probleem feitelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- slaope op de paljas par ter (=slapen met de matras op de vloer) (Leefdaals)
- soaves neet terrin, en smurges neet ter uut (='s avonds niet in bed en 's morgens er niet uit) (Opglabbeeks)
- spattëlë asof ze laeve tër van aofhink (=zich in alle bochten wringen om zijn vel (gezicht) te redden) (Munsterbilzen - Minsters)
- spiël ter mér mèt! (=ga er maar lichtjes mee om!) (Munsterbilzen - Minsters)
- spukt et moar in mijn klakke, 'k zaan ter wal uitroapen (=Gezegde van een stotteraar) (Lokers)
- staek tër zën naos mèr nie tèsse (=bemoei je er niet mee!) (Munsterbilzen - Minsters)
- staek zën naos tër mér in èn (=bemoei je d'er nu eens niet mee !) (Munsterbilzen - Minsters)
- Stoem geboeëre en loemp grautgebraach (=Dom ter wereld gekomen en nog dom gebleven) (Munsterbilzen - Minsters)
- stroent, wien (h) èt er je gescheetn?: platte uitdrukking ter karakterisering van een hooghartig, pretentieus persoon (=stront, wie heeft er je gescheten?) (Klemskerks)
- t ei ter e spondert! (=tzat er niet goed) (Zeeuws)
- t ès of tërdievel tër mèt spieëlt! (=wat een ongelukkig toeval!) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen