383 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `iemand`
- iemand in het zeer tasten (=bij iemand de gevoelige plek raken)
- iemand in het zonnetje zetten (=iemand op positieve wijze aandacht geven, iemand eer bewijzen)
- iemand in zijn eigen sop gaar laten koken (=iemand aan zijn lot overlaten (iemand die iets niet goed gedaan heeft))
- iemand in zijn eigen vet gaar laten smoren (=iemand die iets misdaan heeft aan zijn lot overlaten)
- iemand in zijn kielwater zeilen (=iemand op de hielen volgen)
- iemand klein krijgen (=iemand laten merken dat je hem aankunt, over iemand de baas zijn en diegene tot gehoorzaamheid dwingen)
- iemand knollen voor citroenen verkopen (=iemand wat wijsmaken, met praatjes foppen)
- iemand koeien met gouden horens beloven (=iets moois beloven maar niet nakomen)
- iemand kort houden (=iemand niet veel bewegingsvrijheid geven (fig.))
- iemand kunnen maken en breken (=de mogelijkheid hebben te beslissingen over iemands leven en dood en welbevinden)
- iemand kunnen verraden en verkopen (=iemand veel te slim af zijn)
- iemand laten barsten (=iemand helemaal niet helpen, aan zijn lot overlaten)
- iemand links laten liggen (=doen alsof iemand er niet is, niet bemoeien met iemand)
- iemand met de nek aankijken (=iemand minachten of negeren.)
- iemand met de neus op de feiten drukken (=iemand iets zó onder de aandacht brengen, dat hij het niet langer kan negeren)
- iemand met een zwarte kool tekenen (=iemand erg ongunstig voorstellen)
- iemand met open ogen bedriegen (=iemand bedriegen terwijl hij erbij staat)
- iemand met schele/scheve ogen aankijken (=iemand afgunstig bekijken)
- iemand mores leren (=wraak op iemand nemen en/of flink zeggen hoe het er voor staat)
- iemand na in den bloede zijn (=van iemand een bloedverwant zijn)
- iemand na-apen (=iemand na doen)
- iemand naar de barbiesjes wensen (=iemand verwensen)
- iemand naar de keel vliegen (=op iemand erg kwaad worden, aanvallen, ermee vechten)
- iemand naar de kroon steken (=z`n best doen anderen te overtreffen)
- iemand naar de maan wensen (=iemand verwensen)
- iemand naar de Mokerhei wensen (=iemand verwensen)
- iemand naar de mond praten (=vleien en vriendelijk zijn om iets gedaan te krijgen)
- iemand naar de ogen zien (=proberen iemands` wensen te raden)
- iemand naar het peperland zenden (=iemand ver van huis sturen)
- iemand niet kunnen luchten of zien (=een hekel aan iemand hebben)
- iemand niet kunnen zetten (=iemand niet aardig vinden)
- iemand of iets de baas zijn (=iemand of iets kunnen overmeesteren)
- iemand of iets het hoofd bieden (=zich met verstand en beleid verzetten tegen iemand of iets, iemand weerstaan)
- iemand of iets over het hoofd zien (=iemand niet opmerken, vergeten met iemand of iets rekening te houden, iets niet zien)
- iemand om de tuin leiden (=iemand beetnemen of bedriegen)
- iemand om een boodschap sturen (=iemand een opdracht laten uitvoeren)
- iemand om zijn vinger (kunnen) winden (=alles van iemand gedaan (kunnen) krijgen of alles mogen)
- iemand onder de duim houden (=iemand in je macht hebben, iemand de baas zijn)
- iemand onder de kin strijken (=vriendelijke of vleiende dingen tegen iemand zeggen)
- iemand onder handen nemen (=iemand flink aanpakken / mishandelen)
- iemand onder vier ogen spreken (=praten met iemand zonder dat anderen erbij zijn)
- iemand onder zijn vleugels nemen (=iemand beschermen of verzorgen)
- iemand ongesuikerd zeggen waar het op staat (=iemand ongegeneerd de waarheid zeggen)
- iemand ongezouten de waarheid zeggen (=onverbloemd de waarheid zeggen, eerlijk zeggen waar het op staat)
- iemand op de hak nemen (=iemand er tussen nemen (grap uithalen) of spottend over iemand praten)
- iemand op de hielen zitten (=iemand bijna te pakken hebben)
- iemand op de kast jagen (=iemand zijn goede humeur doen verliezen door plagen)
- iemand op de pijnbank leggen (=iemand het moeilijk maken en daarmee dwingen iets te doen)
- iemand op de proef stellen (=iemand testen om te zien of die te vertrouwen is of het aan kan)
- iemand op de vingers kijken (=steeds kijken wat iemand doet, en of die het goed doet)
575 betekenissen bevatten `iemand`
- een hele Piet (=iemand die meetelt)
- in een slechte reuk staan (=iemand die niet goed bekend staat)
- een kale kip kan nog leggen (=iemand die niets heeft, kan nog voor je werken)
- gekke Henkie (=iemand die niets in de gaten heeft (bv. `Je denkt toch niet dat ik gekke Henkie ben ?`))
- Jantje Contrarie (=iemand die nooit akkoord is)
- als bliksemafleider fungeren (=iemand die of iets dat de boze bui van iemand kan afleiden)
- iemand die behoorlijk kan uitpakken (=iemand die ongeremd zijn toorn kan uiten)
- een oud voerman hoort nog graag het klappen van de zweep (=iemand die oud is vindt het fijn te praten over dingen van vroeger)
- de duvelstoejager (=iemand die overal goed in is)
- een paling (snoek) gevangen hebben (=iemand die per ongeluk in het water is gevallen)
- een zondagskind (=iemand die steeds geluk heeft)
- een man van de klok zijn (=iemand die steeds precies op tijd is)
- een pechvogel (=iemand die steeds tegenslag heeft)
- een jantje-secuur (=iemand die uiterst nauwgezet werkt)
- een pater goedleven (=iemand die van het leven geniet)
- wijd van huis is altijd rijk. (=iemand die van ver komt, kan makkelijk liegen.)
- wie het breed heeft laat het breed hangen (=iemand die veel geld heeft kan veel geld uitgeven)
- de dorsende os zult gij niet muilbanden (=iemand die voor je werkt moet je goed behandelen)
- een gewaarschuwd mens telt voor twee (=iemand die vooraf weet wat er fout kan gaan moet zich er maar op voorbereiden)
- een profeet die brood eet (=iemand die waardeloze voorspellingen doet)
- een brutaal mens heeft de halve wereld (=iemand die wat durft te zeggen krijgt het meestal wel voor elkaar)
- een held op sokken (=iemand die zich dapper voordoet, maar in werkelijkheid niets durft. Een bangerik)
- een hennentaster (=iemand die zich druk maakt om ongelegde eieren)
- een gladde vogel (=iemand die zich overal weet uit te redden op slinkse wijze)
- als een vis op het droge (=iemand die zijn draai niet kan vinden of daar niet thuis hoort)
- het zonnetje in huis (=iemand die zorgt voor een goede, opgeruimde sfeer)
- over de kling jagen (=iemand doden)
- iemand van kant maken (=iemand doden)
- om hals brengen (=iemand doden)
- iemand pootje lichten (=iemand doen struikelen)
- iemand de voeten spoelen (=iemand doen verdrinken / in zee verdrinken)
- iemand tegen zich in het harnas jagen (=iemand door eigen toedoen boos maken)
- iemand de ogen verblinden (=iemand door uiterlijke schijn misleiden)
- ik maak een platvis van je (=iemand dreigen in elkaar te slaan)
- iemand een pen op de neus zetten (=iemand dreigend vermanen)
- iemand de wind uit de zeilen nemen (=iemand dwars zitten)
- iemand in het gareel slaan (=iemand dwingen voor je te werken, iemand aan het werk zetten)
- iemand de pap in de mond geven (=iemand een gemakkelijke oplossing zomaar aanbieden)
- iemand te grazen nemen (=iemand een gemene streek leveren, op gemene manier er tussen nemen)
- iemand de handen zalven (=iemand een geschenk geven in de hoop een gunst te bekomen)
- iemand te paard helpen (=iemand een goede baan helpen krijgen)
- vurige kolen op iemands hoofd stapelen (=iemand een groot schuldgevoel geven door hem onverdiende lof of vriendelijkheid te geven.)
- iemand een hengst verkopen. (=iemand een harde klap geven)
- iemand om een boodschap sturen (=iemand een opdracht laten uitvoeren)
- iemand een bokking geven (=iemand een standje geven)
- iemand iets aan de hand doen (=iemand een suggestie geven)
- iemand een worst voorhouden (=iemand een voordeeltje in het vooruitzicht stellen, teneinde hem te bewegen ergens mee akkoord te gaan)
- iemand een kroon opzetten (=iemand eer bewijzen)
- iemand op de hak nemen (=iemand er tussen nemen (grap uithalen) of spottend over iemand praten)
- iemand in het naadgaren komen (=iemand erg hinderen)
50 dialectgezegden bevatten `iemand`
- bieét'n ip iemand (=op iemands kop zitten) (Waregems)
- bij dun dieje kundur ginne stok tusse krijge (=hij is iemand die maar aan een stuk door blijft praten) (Oudenbosch)
- bij één 't vuur an 'e scheen'n legg'n (=iemand onder druk zetten om te beslissen) (Westerkwartiers)
- bij één ien 't voarwodder zitt'n (=iemand voor de voeten lopen) (Westerkwartiers)
- bij iemëd ènt krijt stoeën (=schulden aan iemand hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij iemëd ènt zwat (wit) stoeën (=slecht (goed) aangeschreven staan bij iemand) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij iemës iëver den dërpël koëme (=bij iemand aan huis komen) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij zen pees gepakt (=iemand bedrogen hebben) (Wolvertems)
- Bij zijne schabbernak pakken (=iemand bij de kraag pakken) (Bevers)
- bij zijnen schabbernak pakker (=iemand bij de kraag vatten) (Zeels)
- bille bij ouwn (=iemand genegen blijven om iets te verkrijgen) (Waregems)
- bindu in de kerk gebore (=iemand laat de deur openstaan) (Riekevorts)
- bist ien de kerk geboor'n (=als iemand de deur laat openstaan :) (Westerkwartiers)
- bloaskes wijsmaken (=iemand iets wijs maken) (Lovendegems)
- boev'm moe je met boev'm vang'n (=bestrijd iemand waarmee hij jou bestrijdt) (Westerkwartiers)
- broek: 'k Moein der nog in zijn (=Antwoord van iemand tegen wie men zegt: `Je broek staat open`) (Lebbeeks)
- broer, is het koud boven? (=voor iemand die kaal is :) (Amsterdams)
- chefperron / Dzjeeé zèit commandant van de djoanehaag! (=Tegen iemand die de baas probeert te spelen) (Schulens)
- d' Endeklokke luit (=Er is iemand gstorven (te horen aan de klok op de kerk) ) (Avelgems)
- d'n duûvel schitj altieëd op de groeëtste houp (=iemand die het al goed gaat, wordt er meestal nog beter van) (Weerts)
- d'r ene zain zalig'eid gheven (=iemand flink de waarheid zeggen) (Hulsters (NL))
- d'r haet zich al ins eine doead gesjöd (=tegen iemand die de kaarten te traag schudt:) (Hulsbergs)
- D'r zit 'n puut in m'n keele (=als iemand schor was) (Zeeuws)
- D'r zitte doeve op 't dak (=Er luistert iets / iemand mee) (Wells)
- d’r eine gaon pitse (=iets gaan drinken met iemand) (Heitsers)
- d' Endeklokke luit (=Er is iemand gestorven (te horen aan de klok op de kerk) ) (Avelgems)
- D' r ophouwe oftj stokvês es (=iemand een stevige aframmeling geven) (Weerts)
- da es nogol nen peezeweevre (=iemand die het altijd beter wil weten) (Lochristis)
- da smokt do allemo nie eine (=iemand die niet kieskeurig is qua vrouwen) (tervurens)
- da stèkt z'n uëg'n uit (=begeerlijk naar iets / iemand kijken, iets willen hebben) (Meers)
- da za ne blijn duun zijn (=als iemand sterft die de familie veel last bezorgde) (Wetters)
- da's 'n slimme vogel (=dat is een kien iemand) (Westerkwartiers)
- da's één van 't olle stempel (=dat is een ouderwets iemand) (Westerkwartiers)
- da's inne dee oeëge vànachter op zénne kop ei (S*) (=een voorzichtig iemand) (Sintrùins)
- da's ma droegskes zenne (=uitdrukking wanneer er iemand alleen is) (Antwerps)
- da' s ' n zwienevanger (=dat is iemand met o-benen) (Westerkwartiers)
- daa es veul vollek in de stase (=iemand met dikke borsten) (Wolvertems)
- Daan is mè ze gat in de boter gevalle (=iemand die iets goeds is overkomen) (Diesters)
- daan kan zen klak oept woater smaate en deronder springe (=over iemand die liegt en overdrijft) (Diesters)
- Daane / dee zat op diejste root as de tann'n hemme uitgediltsj (=iemand met grote tanden) (lenniks)
- Daar ga je al (=Het moment waarop iemand gaat) (Benschops)
- Daddis ne verdierepikker (=iemand die de prijs bij verkoop van onroerend goed opdrijft) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- daddis un ollebollewaai (=zij is een goedhartig opgeruimd iemand) (Oudenbosch)
- daddistereen van aoverstrooi (=dat is een slap iemand) (Oudenbosch)
- dadès een zottemoesj (=iemand die altijd goedgemutst is) (Meers)
- dae 'nne steinen akker hieët en 'n bôtte ploog en daobeej e kaof van e wiêf, dae hieët verdreet genog (=als iemand alles tegen zit) (Weerts)
- dae /det pasjde mit veer tiène (toepen, kaartspel) (=als iemand (hij / zij) zich gewonnen geeft /ondanks hele goede kansen toch stoppen met spelen bij zekere winst (eigenlijk omdat iemand zich moet schamen voor iets)) (Sint-joasters)
- dae auch gaete met 'ne rônde leepel (=iemand met een grote mond) (Weerts)
- dae bekiek de welt van oet zieng naaslöaker (=iemand die hooghartig doet) (Sjeeter plat)
- dae dougtj in zien vel neet (=hij is een zeer ondeugend iemand) (Heitsers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen