178 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `bij`
- menen ligt dicht bij Kortrijk (maar verre van Waregem) (=iets menen is niet genoeg; je moet er zeker van zijn.)
- met de haren erbij slepen (=iets erbij halen dat er niets mee te maken heeft)
- met het kleine begint men bij het grote houdt men op (=van de kleine misdaad komt men vanzelf in de grote misdadigheid terecht)
- mijn verstand staat er bij stil (=dat begrijp ik helemaal niet)
- niet bij brood alleen leven (=men heeft meer nodig dan alleen eten om te kunnen leven)
- niet goed bij zijn hoofd zijn (=niet goed wijs zijn, gekke dingen doen)
- niet goed bij zijn positieven zijn (=niet op zijn gemak zijn, een beetje ziek zijn)
- niet halen bij (=niet kunnen tippen aan)
- niet wel bij het hoofd (=gek)
- op de magerste paarden bijten de dazen. (=arme mensen hebben vaak pech)
- op een houtje bijten (=honger hebben)
- regen in mei, dan is april voorbij (=de natuur kiest vanzelf de goede volgorde)
- schaamte de kop afbijten (=je niet meer schamen)
- schoenmaker blijf bij je leest (=hou je niet bezig met dingen waar je niets van weet)
- te vangen als een aal bij zijn staart (=moeilijk te vatten)
- van zich afbijten/afslaan (=zich fel verdedigen)
- verkopen terwijl hij erbij staat (=te slim af zijn)
- voet bij stuk houden (=niet toegeven, bij de eigen ideeën blijven)
- voorbij de schout zijn deur mogen dragen (=wel gezien mogen worden)
- water bij de wijn doen (=compromissen zien te sluiten)
- wie een kluitje heeft, heeft er graag een turfje bij (=ieder probeert zijn bezittingen te vermeerderen)
- wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het meest (=als je ergens nauw bij betrokken bent, geniet je het meeste voordeel ervan)
- wie honing wil eten moet lijden dat de bijen hem steken (=wie iets wil bereiken moet daar iets voor over hebben)
- wilde beren vertoeven graag bij soortgenoten (=soort zoekt soort)
- ze alle vijf bij elkaar hebben (=goed bij zijn verstand zijn)
- zijn eigen luizen bijten hem (=hij wordt gekweld door zijn eigen kinderen)
- zo bezig als een bij (=erg druk bezig zijn)
- zo komt het kalfje weer bij zijn moer (=zo komt wat verloren was weer in orde)
250 betekenissen bevatten `bij`
- hutje bij mutje leggen (=ieder draagt bij voor het deel dat die kan)
- zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen)
- iemand van de sokken rijden/lopen (=iemand (bijna) omver rijden of lopen)
- iemand met open ogen bedriegen (=iemand bedriegen terwijl hij erbij staat)
- een goed woord voor iemand doen (=iemand bij een ander aanbevelen)
- iemand op het matje roepen (=iemand bij zich laten komen en om uitleg vragen waarom iets zo gedaan is)
- iemand bij de kladden grijpen (=iemand bij zijn kleren grijpen)
- iemand op de hielen zitten (=iemand bijna te pakken hebben)
- iemand de genadeslag geven (=iemand die al in grote moeilijkheden zit nog een probleem erbij geven zodat diegene het niet meer aan kan)
- zo oud als Methusalem zijn (=iemand die bijzonder oud is)
- een stille in den lande zijn (=iemand die erg stil en ingetogen is of iemand die zich bijna nooit ergens mee bemoeit)
- hoogmoed komt voor de val (=iemand die erg trots is of hoogmoedig, krijgt gauw de bijbehorende ellende)
- met één voet in het graf staan (=iemand gaat bijna dood)
- voor het blok zetten (=iemand onverwacht in een lastige positie brengen; bijvoorbeeld iemand dwingen te reageren die dat eigenlijk niet wil, of iemand dwingen een keuze te maken.<>)
- bijna is nog niet half en een koe is nog geen kalf (=iets bijna hebben is hetzelfde als iets helemaal niet hebben)
- met de haren erbij slepen (=iets erbij halen dat er niets mee te maken heeft)
- goedkoop is duurkoop (=iets goedkoops kan later kosten veroorzaken, bijvoorbeeld door slechte werking, reparaties of onderhoud)
- hebben is hebben maar krijgen is de kunst (=iets hebben is goed, maar iets bijkrijgen is beter)
- veel stof doen opwaaien (=iets heeft grote invloed op wat er leeft bij mensen)
- een gevoelige snaar raken (=iets ligt erg gevoelig bij iemand, belangstelling hebben voor een bepaald onderwerp en iemand die dan aandacht heeft ervoor)
- iets in de wieg smoren (=iets van bij het begin vernietigen)
- een heilige koe (=iets waar je niet aan mag komen en zuinig op bent, voor sommige mensen is dat bijv. een auto)
- wat van ver komt, is lekker (=iets wat van ver komt, is bijzonder. Daarom denkt men dat het ook beter zal zijn)
- een schot voor open doel. (=iets zo eenvoudig dat het bijna onmogelijk is om te falen)
- een naald in een hooiberg/hooimijt zoeken (=iets zoeken dat bijna niet te vinden is)
- ik zoek het paard, maar ik zit erop. (=iets zoeken waar je heel dichtbij bent)
- ik vind het pet (=ik vind het een bijzonder slechte zaak)
- met molentjes lopen (=in de war zijn, niet goed bij het verstand zijn)
- je bent nooit te oud om te leren (=je kan altijd nog bijleren)
- wie veel eist krijgt veel. Wie te veel eist krijgt niets (=je kan door het te vragen veel bij mensen gedaan krijgen, maar als je onredelijk wordt zal je worden overgeslagen)
- je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)
- `t Mag vloeien, `t mag ebben. Die niet waagt zal `t niet hebben (=je moet niet denken als je niets onderneemt dat ze het dan bij je thuis komen bezorgen)
- kleine potjes hebben grote oren (=je moet uitkijken met wat je zegt als er kinderen bij zijn)
- tel uit je winst (=kijken en doen waar je het meeste voordeel bij hebt, `zie je wel!`)
- onder iemands duiven schieten (=klanten van een ander overhalen om klant te worden bij jou)
- iets niet met droge ogen kunnen aanzien (=letterlijk: gaan huilen/tranen bij het zien gebeuren van iets)
- beter kleine meester dan grote knecht (=liever een bescheiden zelfstandige dan een grote knecht bij een baas)
- denkt aleer gij doende zijt en doende denkt dan nog. (Guido Gezelle) (=maak een plan alvorens ergens aan te beginnen, en stel tijdens de activiteit het plan bij indien nodig)
- horzels steken niet en hommels doden niet. (=mensen met een grote mond dragen het minste bij)
- iemands hete adem in je nek voelen (=merken dat een ander je bijna inhaalt; opgejut of opgejaagd worden)
- met bed en bult (=met alles wat men bijeen kan pakken op reis gaan)
- cum annexis (=met bijbehoren)
- de sterke arm der wet (=met gepast geweld optredende overheidsorganisatie, bijvoorbeeld politie of justitie)
- het eind zal de last dragen (=moeilijkheden en problemen komen vooral als het werk bijna af is)
- een roepende in de woestijn zijn (=niemand die naar je wil luisteren (bij raad/waarschuwingen))
- tussen servet en tafellaken zijn (=niet bij de kleintjes maar ook niet bij de groten horen)
- als een tang op een varken passen/sluiten (=niet bij elkaar passen)
- ze niet allemaal (alle vijf) op een rijtje hebben (=niet bij zijn volle verstand zijn. (alle vijf = de zintuigen))
- het kruit niet uitgevonden hebben (=niet bijster slim zijn)
- ze zien vliegen (=niet goed bij het verstand zijn)
50 dialectgezegden bevatten `bij`
- bie zne koljee stekkn (=bij de kraag vatten) (Kortemarks)
- Biej edere mins is eigelik e kentjen aaf! (=bij ieder mens is eigenlijk een kantje af!) (Kinroois)
- Bietfeer rechtendeu riej'n (=bij Zaamslagveer rechtdoor rijden) (Zaamslags)
- biëvet gon baedele (=wat geld bij elkaar bédelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij 't veertienste gezet zijn (=bedrogen zijn) (Knesselaars)
- bij dat restaurant gauw we eem opstikken (=bij dat restaurant gaan we even opsteken.) (Hoogeveens)
- bij de één moe je betoal'n, de aaner cent'n geev'm (=uit de lengte of uit de breedte, betalen moet je toch) (Westerkwartiers)
- bij de graose gods (=met Gods goedvinden) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij de kappesiene koste biechte bij unne dôove paoter, dè schilde hil wè in de pinnetènsie. (=bij de kapucijnen kon je biechten bij een dove pater, dat scheelde flink wat in de opgelegde penitentie) (Tilburgs)
- bij de klip rondgaon (=Rondgaan voor het stoeltjesgeld tijdens de kerkdienst te ontvangen) (Walshoutems)
- bij de pakk'n del zitt'n (=moedeloos zijn) (Westerkwartiers)
- bij den bok duen (=Bedriegen) (Lokers)
- bij den coljee stekke / pakke (=bij de kraag vatten) (Gents)
- bij den dievel te biechte goën (=bij de verkeerde persoon zijn beklag gaan doen) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij dich lik meir as één pan los (=jij bent nog zotter dan zot) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij Dokkum om (=een grote omweg) (Leewarders)
- bij dun bunker motte gij rechs (z) af (=van Oudenbosch via de Zeg naar Roosendaal) (Oudenbosch)
- bij dun dieje kundur ginne stok tusse krijge (=hij is iemand die maar aan een stuk door blijft praten) (Oudenbosch)
- bij één 't vuur an 'e scheen'n legg'n (=iemand onder druk zetten om te beslissen) (Westerkwartiers)
- bij één ien 't voarwodder zitt'n (=iemand voor de voeten lopen) (Westerkwartiers)
- bij et voetballe wier ie ontiegelek teege zene mik geschupt. (=bij het voetballen werd hij verschrikkelijk in zijn kruis geschopt.) (Tilburgs)
- bij hem komt alles op 'e weegschoal (=het steekt bij hem heel nauw) (Westerkwartiers)
- bij hem zit ' n schroefke lös (=hij is een beetje gek) (Westerkwartiers)
- bij het ieëste wieëd het e lemmëkë, bij het tweide ne leif en as het derde glaos lieëg ès wieëd het ë vêrke (=drank verandert de mens in een beest) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij heur (=bij haar) (Brakels (gld))
- bij heur was dat schering en ienslag (=bij haar kwam dat heel vaak voor) (Westerkwartiers)
- bij hum (=bij hem) (Brakels (gld))
- bij iemëd dèk ieëver den dëlper koeëme (=iemands huis platlopen) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij iemëd ènt krijt stoeën (=schulden aan iemand hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij iemëd ènt zwat (wit) stoeën (=slecht (goed) aangeschreven staan bij iemand) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij iemës iëver den dërpël koëme (=bij iemand aan huis komen) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij jao jong (=nou nou) (Oudenbosch)
- bij je schabbernak pakken (=bij je kraag grijpen, ) (Mols)
- bij joos (=bij ons) (`t-Heikes)
- bij joos thuis (=bij mijn ouders) (`t-Heikes)
- bij jot (=wel ja) (Roosendaals)
- bij jut Aankur (=halverwege Roosendaal en Wouw) (Oudenbosch)
- bij kiekepuut (=dood, overleden) (Gents)
- bij Mie van de Veraande (int Touwlaant) 1945 (=bij het Kruis (in het Oudland) ) (Oudenbosch)
- bij moeke's pappot bliev'm (=lang bij de ouders blijven wonen) (Westerkwartiers)
- bij Nordjes (1965) (=in cafe de Roskam) (Oudenbosch)
- bij ontstentenis van (=bij afwezigheid van) (Archaïsch)
- bij os (=thuis) (Zichers)
- bij sjeille (=Op het kerkhof) (Sint-Katelijne-Waver)
- bij t Slavietje pakken (=bij t nekvel pakken) (Heerlens)
- bij toet (=Toch wel) (Hansbeeks)
- bij toet (=toch wel) (Ouwegems)
- bij ut kruske de kerk uitgaon (=voortijdig vertrekken) (Brabants)
- bij wae bèste nau wier te biechte gewès (=wie heeft je nu weer belazerd) (Munsterbilzen - Minsters)
- bij ze kebensje griepe (=in de kraag grijpen) (mestreechs)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen