134 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `even`
- men zou hem een aalmoes geven (=hij ziet er armoedig uit)
- met het leven afrekenen (=sterven)
- mijl op zeven zijn (=een grote omweg zijn)
- morgen des levens (=de jeugd)
- naar de heilige graal streven (=iets willen bereiken wat niet te bereiken is)
- niet bij brood alleen leven (=men heeft meer nodig dan alleen eten om te kunnen leven)
- niet goed bij zijn positieven zijn (=niet op zijn gemak zijn, een beetje ziek zijn)
- niet thuis geven (=het verwachtingspatroon niet kunnen nakomen)
- niet van de wind kunnen leven (=moeten werken om alles te kunnen betalen)
- op de schobberdebonk leven (=dakloos zijn en/of bedelend leven)
- op grote voet leven (=veel geld uitgeven)
- op je zenuwen leven (=bijna overspannen geraken)
- op voet van oorlog zijn/leven (=erge ruzie hebben)
- opzitten en pootjes geven (=zich onderwerpen aan een verplicht gesprek)
- schreeuwen of men levend gevild wordt (=heel hard schreeuwen)
- te kennen geven (=laten verstaan)
- te weinig om te leven en te veel om te sterven (=een te kleine aalmoes)
- tegenspel bieden/geven (=tegenstand bieden)
- tekst en uitleg geven (=verantwoording afleggen)
- troeven achter de hand houden (=iets voordeligs achterhouden, informatie achterhouden)
- tussen hoop en vrees zweven (=hopen dat het goed gaat, maar tegelijkertijd vrezen dat het mis gaat)
- van de hand in de tand leven (=zo gauw iets verdiend is het meteen weer uitgeven zonder zorgen over later)
- van hoop alleen kan men niet leven. (=hoop is belangrijk maar niet voldoende om te slagen in het leven)
- van huis en haard verdreven (=dakloos zijn)
- veel beloven en weinig geven, doet de gek in vreugde leven (=veel mensen zijn al blij met een belofte en geloven alles)
- vissen hebben een goed leven (=het gelag niet betalen)
- vol gas geven (=het zo snel mogelijk doen verlopen)
- wilde beren vertoeven graag bij soortgenoten (=soort zoekt soort)
- zeven kleuren bagger schijten (=erg bang zijn)
- zijn hoed staat op halfzeven (=hij is dronken)
- zo lang er leven is, is er hoop (=hoe slecht het ook staat, zolang nog niet alles verloren is, kan alles nog goed komen)
- zo vast staan als een muts met zeven keelbanden (=erg vast staan)
- zolang er leven is, is er hoop (=er is altijd hoop, dus geef nooit op!)
- zoveel geven om iets als een boer om een kers (=er totaal niets om geven)
258 betekenissen bevatten `even`
- je koetjes op het droge hebben (=genoeg (geld) hebben voor de rest van het leven)
- in goede dorpen zijn/geraken (=genoeg verdiend hebben om niet meer te hoeven werken)
- een nieuwe voordeur krijgen (=gezegd bij het bereiken van een tiende levensjaar, dus 10, 20, 30 etc.)
- je zegel aan iets hechten (=goedkeuring of toestemming ergens aan geven)
- iemand uit de loog borstelen (=hem nieuwe kleren geven)
- je laten kennen (=het (al te vroeg) opgeven)
- je laten kisten (=het (al te vroeg) opgeven)
- het antwoord schuldig blijven (=het antwoord niet kunnen geven)
- huilen met de wolven in het bos (=het er niet mee eens zijn maar wel de baas gelijk geven en bevestigen)
- het is dief en diefjesmaat (=het is allemaal even erg)
- de wereld draait door (=het leven gaat gewoon door, ondanks problemen.)
- het is altijd rouwen en trouwen (=het leven is een afwisseling van goede en slechte tijden)
- het leven is net een krentenbol, met af en toe een hard stukje (=het leven is niet een en al geluk maar kent soms ook tegenslag)
- kleur in je leven krijgen (=het leven wordt leuker)
- je huid duur verkopen (=het niet gemakkelijk opgeven)
- je niet laten kennen (=het niet te vlug opgeven)
- de kolf naar de bal werpen (=het opgeven)
- de vlag strijken (=het opgeven)
- je hoofd in de schoot leggen (=het opgeven)
- het zeil strijken (=het opgeven / flauw vallen / van iemand verliezen)
- je vel duur verkopen (=het slechts onder de grootste druk opgeven)
- het is hem (hoog) in de bol geslagen. (=hij voelt zich ver boven anderen verheven)
- van hoop alleen kan men niet leven. (=hoop is belangrijk maar niet voldoende om te slagen in het leven)
- iemand op zijn wenken bedienen (=iemand altijd en onmiddellijk geven waar hij om vraagt)
- iemand iets in de mond geven (=iemand de mening van een ander laten geven in plaats van de eigen mening)
- iemand de genadeslag geven (=iemand die al in grote moeilijkheden zit nog een probleem erbij geven zodat diegene het niet meer aan kan)
- een pater goedleven (=iemand die van het leven geniet)
- wie het breed heeft laat het breed hangen (=iemand die veel geld heeft kan veel geld uitgeven)
- iemand de handen zalven (=iemand een geschenk geven in de hoop een gunst te bekomen)
- vurige kolen op iemands hoofd stapelen (=iemand een groot schuldgevoel geven door hem onverdiende lof of vriendelijkheid te geven.)
- iemand een hengst verkopen. (=iemand een harde klap geven)
- iemand een bokking geven (=iemand een standje geven)
- iemand iets aan de hand doen (=iemand een suggestie geven)
- iemand op het verkeerde been zetten (=iemand ergens een verkeerde indruk van geven, waardoor hij of zij iets gaat denken wat helemaal niet klopt)
- iemand wel achter het behang kunnen plakken (=iemand heel vervelend vinden, waardoor je het liefst even helemaal niets meer met hem of haar te maken zou willen hebben)
- iemands handen zalven (=iemand iets geven in de hoop een gunst te verkrijgen)
- iemand de ogen openen (=iemand inzicht geven in iets wat diegene nog niet doorhad)
- iemand kort houden (=iemand niet veel bewegingsvrijheid geven (fig.))
- iemand in het zonnetje zetten (=iemand op positieve wijze aandacht geven, iemand eer bewijzen)
- iemand tekort doen (=iemand te weinig geven of begrijpen)
- de hond de jas voorhouden (=iemand valse hoop geven op iets dat hij graag wil hebben)
- de kat op het spek binden (=iemand volop de gelegenheid geven zich te vergrijpen aan wat hij wil, maar beslist niet mag hebben)
- iemand uit kuieren sturen (=iemand wandelen sturen - niet geven wat hij verlangt)
- de bijl naar de steel werpen (=iets geheel opgeven)
- een koekje van eigen deeg (=iets geven (of krijgen) wat oorspronkelijk bedacht is door degene die het krijgt (of geeft))
- er op gebrand zijn (=iets heel erg fijn vinden en er naar streven)
- baat het niet, schaadt het niet (=iets kan helpen, maar als het niet helpt zal het geen problemen geven)
- een spiering uitwerpen om een kabeljauw te vangen (=iets kleins aan een ander geven met de gedachte zelf iets groots terug te krijgen)
- iets met de moedermelk binnenkrijgen (=iets leren in de eerste levensjaren)
- een liedje van verlangen (=iets nog even proberen uit te stellen)
50 dialectgezegden bevatten `even`
- even stille wezen (=Bidden voor en na het eten) (Giethoorns)
- even stille wezen (=Bidden , bv voor of na het eten) (Giethoorns)
- even stille wezen even aachter de pette (=Bidden voor het eten) (Giethoorns)
- even tussen in doen (=samen dekens kloppen!) (Giessendams)
- even uit de broek (=naar de W C) (Drents)
- Ff n peukie doen (=even een sigaret roken) (IJmuidens)
- ff opgooien (=even langs brengen) (Benschops)
- G' et mèènse en g' et pottelooje. (=Niet iedereen is even slim.) (Roosendaals)
- gaan jou de dichte gatsjepanne even by de buurfrou lene (=een kind een nep opdracht geven) (Leewarders)
- Gaan we effe een Brammetje halen (=Gaan we even patat halen) (Rotterdams)
- gaode gij nou mar es un rondje deur d n Bogerseweg lope of tAlbaonostraotje agge wult (=ga jij nu eens even weg hier) (Oudenbosch)
- gartche, gartch e bitche (=ga even opzij) (Veurns)
- ge goat dad un bitsje moet'n èèr'n (=je zult dit even moeten verdragen, doorstaan) (Wevelgems)
- ge moet up je tandn biettn en je gat toenieppn (=je moet even goed doorbijten) (Lichtervelds)
- geef t is effe an asjeblaf/belief (=Zou je dit/dat even voor mij willen pakken?) (Utrechts)
- Gieen belet? (=Geen bezoek? Past het dat ik even binnenkom?) (Zwevegems)
- goa moar 'n pooske topp'n op 'd ossemaarkt (=ga asjeblieft even uit mijn buurt) (Westerkwartiers)
- Goagut aanders wikoewel efkes hellepe hor! (=Gaat het; anders wil ik je wel even helpen hoor!) (Kaatsheuvels)
- Gooi de plaank e'm in ut gat. (=Doe de deur eens even dicht.) (Twents)
- haach zëne bebbër ins (=zwijg eens even) (Munsterbilzen - Minsters)
- haat ëm nau ës 5 mëniete tau (=zwijg nu eens even) (Munsterbilzen - Minsters)
- hae drèdde nog nie heil dür (=de chauffeur stuurde even bij) (Munsterbilzen - Minsters)
- Hae gieët 'n eurke op ziêne rök staon (=Iemand die even gaat rusten) (Weerts)
- Hawt ave franken teut mor efkes (=Houw je brutale mond maar even) (Lils)
- He'j 't an de tied (=Schikt het even) (Drents)
- hea mót ze toch nog effekes aa-trikke (=Toch nog even beginnen te huilen) (Mechels (NL))
- Hebbie een halleve snipperdag gehad? (=Als je iemand even kwijt bent, en weer ziet.) (Rotterdams)
- Hein? (=Excuseer meneer, ik heb u niet goed verstaan. Kan u dat even herhalen?) (Aalsters)
- Het is moar even biegoan (=Het duurt maar even) (Gronings)
- Hierkomme (=Kom eens even hier) (Valkenswaards)
- Hij / zij is ut land uit (=Hij / zij is even weg) (Westfries)
- Hij ies up en truug noar du'n bakker vur ne zak brooikes (=Hij is even op en neer naar de bakker voor een zak broodjes) (Kaatsheuvels)
- hij is eem aan de flitter (=hij is er even tussenuit) (Westerkwartiers)
- hij is van zien stuk (=hij weet het even niet meer) (Westerkwartiers)
- hôlde gé de toffel efkes op (=dek jij de tafel even) (Boekels)
- Hou jij nou 'es effe je bakkes, hou je slaaiemmer dicht, kop dicht, smeol houwe, je moet een poosie je kop houwe, hou es een poasie je smoel dig, houwes je wáffel, bakkes houwe, hou je laaiklep es effe dicht. (=Hou eens even je mond) (Utrechts)
- huuj paëd, wieëtsjaf (=even pauze) (Sjeeter plat)
- Ich gao mich effe opkallefatere. (WT) (=Ik ga me even opfrissen) (Mechels (NL))
- ich goan mich effekes afkappe (=ik ga even slapen) (Diesters)
- ich goën bau de kiëning te voet geet (=ik ga even plassen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich goën nog effë wat knikke (=ik ga nog even een dutje doen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich gon effe opte loch (=ik ga even een luchtje scheppen) (Bilzers)
- ich moet effe noeë zjuul goën (=even naar wc) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ich mòt mich efkes die buussele ònger de erm laote dreuge. (=Ik moet even een frisse neus halen) (Roermonds)
- ien 'n onbewoakt oog'nblikje . . . (=toen er even niet werd opgelet . . .) (Westerkwartiers)
- ik 'em 'em moar rezzekes gerakt / getakt (=ik heb hem maar heel even aangeraakt) (Wichels)
- Ik ga effe m'n klote bikke (=Ik ga me even wassen, Ik ga me even douchen) (Amsterdams)
- Ik ga even langs het dorp / wij zijn even naar het het dorp (=Ik ga even naar het winkelcentrum / wij zijn even naar het winkelcentrum) (Veens)
- Ik gaat effe naar de koopgoot (=Ik ga even winkelen in de beurstraverse) (Rotterdams)
- Ik gao effen nao(r) de peerde kieken! (=Ik ga even urineren!) (Aaltens)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen