139 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `oude`
- een oude vogel is niet licht te vangen. (=ervaren mensen laten zich niet makkelijk foppen.)
- een oude zwaluw weet haar nest. (=oude mensen hebben veel levenservaring.)
- een slag om de arm houden (=niet direct alles vertellen of voorzichtig zijn om toekomstige problemen voor te zijn)
- een tang van een wijf. / Een oude tang (=een heks, feeks. / Een oude lastige vrouw)
- er behoort meer tot een huishouden dan het zoutvat. (=er zijn veel bijkomende kosten)
- er is geen huis met hem te houden (=hij is niet tevreden te stellen, je kan er geen land mee bezeilen)
- er zouden geen achterklappers zijn waren er geen aanhoorders (=er wordt alleen geroddeld als er ook naar geluisterd wordt)
- geen ding betert door ouderdom (=alles verslijt door de ouderdom)
- geen grond houden (=geen steek houden - niet correct zijn)
- geen maat weten te houden (=onbeheerst doorgaan waarmee men begonnen is)
- gouden appels op zilveren schalen (=iets is erg prachtig/goed/verstandig (verwoord))
- gouden bergen beloven (=heel veel (onmogelijks) beloven)
- gouden handdruk (=grote afscheidspremie)
- het been stijf houden (=niet toegeven)
- het gouden kalf aanbidden (=zeer veel hechten aan rijkdom.)
- het hoofd boven water houden (=financieel rondkomen, juist genoeg geld hebben om te kunnen leven)
- het hoofd koel houden (=kalm blijven, zich niet door de spanning laten meeslepen)
- het huishouden van Jan Steen (=een slordige boel)
- het huisje bij het schuurtje houden/laten (=geen onnodige uitgaven doen)
- het is moeilijk de oude mens af te leggen. (=gewoonten zijn moeilijk af te leren)
- het onder de pet houden (=het niet in de openbaarheid brengen)
- het oude liedje (=het al zo vaak gebeurde of gezegde)
- het pad warm houden. (=regelmatig op bezoek komen)
- het veld behouden (=niet opgeven)
- het zal erom houden (=het zal op het nippertje zijn)
- hou ouder, hoe gekker. (=ouderen maken zich minder druk om wat anderen van hen denken)
- huishouden van Kea (=een rommelig huishouden)
- iemand aan zijn woord houden (=van iemand eisen dat hij zijn belofte nakomt)
- iemand de hand boven het hoofd houden (=iemand in bescherming nemen)
- iemand een worst voorhouden (=iemand een voordeeltje in het vooruitzicht stellen, teneinde hem te bewegen ergens mee akkoord te gaan)
- iemand koeien met gouden horens beloven (=iets moois beloven maar niet nakomen)
- iemand kort houden (=iemand niet veel bewegingsvrijheid geven (fig.))
- iemand onder de duim houden (=iemand in je macht hebben, iemand de baas zijn)
- iemand voor het lapje houden (=iemand iets wijs maken of voor de gek houden)
- iets in petto houden (=een mededeling voor later bewaren)
- iets langs je (koude) kleren af laten glijden (=ergens niets van aan trekken)
- iets zo beu zijn als koude pap (=iets grondig beu zijn)
- in behouden haven zijn (=veilig ergens zijn (bv na een reis))
- in echec houden (=in bedwang houden)
- in ere houden (=goed onderhouden, niet laten voorbijgaan)
- in het oog houden (=binnen het gezichtsveld houden)
- je gemak houden (=niet te veel werk doen, niet kwaad worden)
- je hart vasthouden (=ernstig zorgen maken, bang zijn dat het mis gaat)
- je katoen houden (=je rustig houden)
- je kop erbij houden (=blijven opletten, aandacht vasthouden)
- je kop houden (=stil zijn, niet praten)
- je kruit droog houden (=geen onnodige acties ondernemen of energie verspillen.)
- je lijn vasthouden (=voortgaan volgens de vanaf het begin gehanteerde aanpak)
- je op de vlakte houden (=je niet te veel met de zaak bemoeien, geen duidelijk oordeel geven)
- je op een afstand houden (=je niet te veel met de zaak bemoeien)
146 betekenissen bevatten `oude`
- de broek lappen en het garen toegeven (=er veel verlies aan overhouden)
- liefhebben als de appel van zijn oog (=erg veel van iemand houden)
- iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
- er de brui aan geven (=ergens mee ophouden)
- er de kat insteken (=ermee ophouden)
- aan de latten hangen (=ermee ophouden - bijna bankroet zijn)
- de bocht achter/onder de arm houden (=extra voorzichtig zijn, iets nog niet garanderen. (een bocht houden in het touw dat je laat vieren))
- kind noch kraai hebben (=geen nazaten of andere familieleden hebben, alleen rekening moeten houden met zichzelf)
- geen grond houden (=geen steek houden - niet correct zijn)
- op de kaart zetten (=gemaakt tot iets waar rekening mee gehouden wordt.)
- een goed begin heeft een goed behagen maar het eindje zal de last dragen (=goed beginnen is prima, maar je moet volhouden tot het einde)
- in ere houden (=goed onderhouden, niet laten voorbijgaan)
- in de oren knopen (=goed onthouden)
- het uitzingen (=het einde ervan afwachten, het volhouden)
- niet meer van vandaag (=het is ouderwets of niet meer acceptabel)
- vrij buurmans` kind, dan weet je wat je vindt. (=het is verstandig om vast te houden aan wat bekend en vertrouwd is)
- de oude zuurdesem (=het oude kwaad)
- de kap aan de haag hangen (=het voor gezien houden)
- oude kerken hebben duistere glazen. (=het zicht wordt minder als je ouder wordt)
- oud mal gaat bovenal (=hoe ouder hoe gekker)
- klein is de rouwe, valt de oude koe dood. (=hoe ouder iemand sterft hoe minder het verdriet)
- iemand voor het lapje houden (=iemand iets wijs maken of voor de gek houden)
- iemand of iets over het hoofd zien (=iemand niet opmerken, vergeten met iemand of iets rekening te houden, iets niet zien)
- iemand geen haarbreed in de weg leggen (=iemand op geen enkele manier ergens mee hinderen of tegenhouden)
- iemand in de maling nemen (=iemand voor de gek houden)
- met iemand spelen als de kat met de muis (=iemand voor de gek houden)
- met iemand zijn voeten spelen (=iemand voor de gek houden)
- iemand bij de neus nemen (=iemand voor de gek houden; iemand bedriegen)
- iemand in de tang nemen (=iemand zo vasthouden dat hij of zij niet kan ontsnappen. / Iemand in zijn macht hebben)
- de stoute schoenen aantrekken (=iets doen wat moed vergt. (`stout` in de oude betekenis van `dapper`))
- iets in het oor knopen (=iets goed onthouden)
- de langste adem hebben (=iets het langst volhouden)
- troeven achter de hand houden (=iets voordeligs achterhouden, informatie achterhouden)
- iets met argusogen bekijken (=iets wantrouwend bekijken. Iets nauwlettend in de gaten houden)
- iets niet tegen/aan dovemans oren zeggen (=iets wordt erg goed onthouden)
- doe wel naar mijn woorden, maar ziet niet naar mijn daden (=ik geef raad waar je je het beste aan kan houden, maar ik doe het zelf niet)
- in echec houden (=in bedwang houden)
- een oog in het zeil houden (=in de gaten houden)
- de vinger aan de pols houden (=in de gaten houden of alles goed gaat)
- van Lillo komen (=je dom houden. Volgens de overlevering vindt dit gezegde zijn oorsprong in het (ontkennende) gedrag van de inwoners van Fort Lillo na een aan hen toegeschreven roofoverval op een boerderij te Waarde in 1579)
- je op de lippen bijten (=je inhouden (niet lachen of kwaad worden))
- je moet geen goed geld achter slecht geld aangooien (=je moet geen geld besteden aan een zaak die niet meer in stand kan worden gehouden)
- verplant geen oude bomen (=je moet geen oude mensen uit hun vertrouwde omgeving halen)
- je katoen houden (=je rustig houden)
- zo vader, zo zoon (of: Zo moeder, zo dochter) (=kinderen erven de eigenschappen van hun ouders)
- de appel smaakt bomig. (=kinderen lijken op hun ouders.)
- de appel valt niet ver van de stam/boom (=kinderen lijken vaak op de ouders)
- het ei wil wijzer zijn dan de kip (=kinderen willen wijzer zijn dan de ouders)
- een koude mei een gouden mei. (=koude in mei is goed voor het land)
- iets door het oog van de schaar halen (=materiaal van op het werk voor jezelf houden / Jezelf oneerlijk zaken toe-eigenen)
45 dialectgezegden bevatten `oude`
- ie e (s) mijn oude (=hij heeft mijn leeftijd) (Waregems)
- inne stróntj reure (=oude zaken oprakelen) (Heitsers)
- je maag'n gien olle poal'n verzett'n (=men mag niets van het oude veranderen) (Westerkwartiers)
- je mot gein âhwe schoene weggauie voâhdat je 'n niewe daus hep (=Je moet je oude schoenen niet weggooien, voordat je nieuwe hebt.) (Haags)
- Kekt! Ònze'n ouwe'n oan nukt net nun natte 'nond! (=Kijk! Onze oude haan neemt een natte hond!) (Roosendaals)
- Ketr' is viere, zei Koksje, en je stak ze wuuf bie drie oed' enn (traditionele zei-spreuk) (=Quatre is vier, zei Kokje, en hij stak zijn wijf bij drie oude hennen) (Klemskerks)
- klee dij niet uut veur das't op berre gijst (=geef je oude spullen niet weg voordat je nieuwe hebt) (Westerkwartiers)
- krödde (=oude woning) (Westerkwartiers)
- nagelenbak, au wrak (=oude auto) (Antwerps)
- ne kuil ou uu'e oen (=Een hoop oude hoge hoeden) (Deinzes)
- nen aaë man (=een oude man) (Bilzers)
- nen aouwe vengt (=een oude man) (Antwerps)
- Nen aun aup moedde gieen toten liéren trèkn (=Een oude aap moet men geen muilen leren trekken) (Lokers)
- nen duim dik (=een duim dik (een duim was een oude lengtemaat van ca. 2, 5 cm)) (Meers)
- nenaawenotto en nenouwenotto (=een oude auto en een nieuwe auto) (Overpelts)
- NENEUNUIN (=EEN oude HAAN) (Teralfens)
- new ouë vuiloert (=oude gluurder) (Meers)
- oede vint (=oude man) (Veurns)
- Oet de ouw doeës. (WT) (=Uit de oude doos) (Mechels (NL))
- Olde bokken hebt stieve hoorns (=oude mensen zijn (vaak) eigenzinnig) (Drents)
- olle boom'n moe'je niet meer verpoot'n (=oude mensen moet je niet meer verkassen) (Westerkwartiers)
- olle liefde roest niet (=je blijft van oude vrienden houden) (Westerkwartiers)
- Ònze'n ouwe'n oan nukt net nun natte 'nond! (=Onze oude haan neemt een natte hond!) (Baronies)
- op eine auwe fits dao móste ' t leere (=op een oude fiets moet je het leren) (Sittards)
- op nen aaë fits moeste leire vaore (=oude vrouwen leren je hoe je jonge meisjes bespeelt) (Munsterbilzen - Minsters)
- op'n kale k.t moeit leern (=op een oude fiets moet je het leren) (Klazienaveens)
- ouw poependik (=een oude en wat forsere man) (Mestreechs)
- Ouwe grijze postduif (=oude vrouw) (Amsterdams)
- ouwe paole kundut best mar laote staon (=oude dingen moet je niet willen veranderen) (Oudenbosch)
- ouwu kloare (=oude jenever) (Brakels (gld))
- pasdapôraado (=Pas dat paar oude schoenen daar) (Leuvens)
- schier: Gardavau az 'n aa schier in brand staut (=Pas op als een oude persoon verliefd wordt) (Lebbeeks)
- sjokoantkoat (=oude vrouw (scheldnaam) ) (Riemsts)
- sjout en aoj sjölk häöktj altied (=daar heb je ongemak van (schulden en oude schorten)) (Heitsers)
- Stinku es un ouwu bok (=Stinken als een oude bok) (Brakels (gld))
- t rint oude wuvn (=het regent dat het giet) (Iepers)
- t-aaw ketaaw doe-g-ut wir! (=het oude getouw werkt weer!) (Tilburgs)
- tes ip nen oude velo daj moet lieërn rij'n (=zijn lief is veel ouder dan hijzelf) (Waregems)
- um eine schieëpel kore, kan me gein meule bouwe (=een oude man moet niet meer aan trouwen denken) (Weerts)
- un stoppelweewe (=een oude jongedochter) (Brugs)
- ut aaw mêenske rèèrt van de kaaw (=het oude vrouwtje beeft van de kou.) (Tilburgs)
- van de joeëre stillekes (=uit de oude tijd) (Munsterbilzen - Minsters)
- van jonge leu en oale groond (=van jonge mensen en oude grond) (Twents)
- vrig rijp, vrig rot (=op je oude dag moet je uitboeten omdat je op jonge leeftijd teveel van vrije hand hebt gekregen) (Munsterbilzen - Minsters)
- zij is nog bij Noach ien 'e ark west (=zij is er één van het oude stempel) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen