94 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `komen`
- met de klompen op het ijs komen (=zich onvoorzichtig ergens begeven waar men niet thuis hoort)
- met de kous op de kop thuiskomen (=teleurgesteld thuiskomen)
- met de nachtschuit komen (=laat komen / iets vertellen dat iedereen al weet)
- met een nat zeil thuiskomen (=dronken thuiskomen)
- met een waterzeil thuiskomen (=doornat zijn)
- met hangende pootjes thuiskomen (=bewust van schuld (thuis)komen / zeer tegen zijn zin)
- met het water voor de dokter komen (=zeggen wat je bedoelt)
- met iemand in aanvaring komen (=ruzie of problemen met iemand krijgen)
- met iets op de proppen komen (=iets vertellen, ermee voor de dag komen)
- met zout komen als het ei op is (=te laat komen (met een oplossing))
- niet aan zijn trekken komen (=niet krijgen wat men wil)
- onbeslagen ten ijs komen (=niet voorbereid zijn)
- onder de hamer komen (=op een veiling verkocht worden)
- onder de mensen komen (=buitengaan , mensen ontmoeten)
- onder ogen komen (=zich laten zien)
- op de keien komen (=ontslagen worden)
- op de koffie komen (=zonder afspraak ergens heen gaan)
- op de pof komen (=iets kopen zonder direct te betalen)
- op een schoen en een slof aankomen (=niets hebben en ergens komen)
- op een strowis komen aandrijven (=helemaal berooid en arm ergens komen)
- op jaren komen (=al een zekere leeftijd bereiken)
- op je pootjes terecht komen (=het komt vanzelf wel voor elkaar)
- op stoom komen (=een goed tempo bereiken)
- op verhaal komen (=uitrusten en op krachten komen)
- over de brug komen (=veel geld moeten betalen)
- over de drempel komen (=aan huis komen)
- pas uit de dop komen (=maar pas ergens aan deelnemen)
- te/van pas komen (=iets goed kunnen gebruiken)
- tekortkomen (=niet genoeg (kunnen) doen)
- tot de jaren des onderscheids komen (=oud genoeg zijn om zelf te weten/mogen wat wel en niet mag)
- uit de hoek komen (=iets onverwachts of verrassends doen.)
- uit de kast komen (=voor je [seksuele] geaardheid uitkomen)
- uit de lucht komen vallen (=doen alsof men van niets weet / erg plotseling en onverwacht)
- uit de verf komen (=goed bij anderen overkomen / zich doen opmerken)
- uit een goed nest komen (=van goede afkomst zijn)
- van achter de koeien/ploeg komen (=van boerenafkomst zijn)
- van alle markten teruggekomen zijn (=nergens voor deugen)
- van een koude kermis thuiskomen (=teleurgesteld thuiskomen)
- van kwaad tot erger komen/vervallen (=steeds erger worden)
- van Lillo komen (=je dom houden. Volgens de overlevering vindt dit gezegde zijn oorsprong in het (ontkennende) gedrag van de inwoners van Fort Lillo na een aan hen toegeschreven roofoverval op een boerderij te Waarde in 1579)
- vechten dat de kraaien om de brokken komen (=hevig vechten)
- voorkomen is beter dan genezen (=door voorzichtig te zijn kun je problemen en ongelukken voorkomen)
- weer boven water komen (=weer tevoorschijn komen)
- wie tot een penning geboren is kan tot geen stuiver komen (=wat het lot voor je in petto heeft kan je niet ontlopen)
152 betekenissen bevatten `komen`
- het hoofd boven water houden (=financieel rondkomen, juist genoeg geld hebben om te kunnen leven)
- het geluk vliegt; wie het vangt die heeft het. (=geluk kan zo maar komen en zo weer gaan)
- uit de verf komen (=goed bij anderen overkomen / zich doen opmerken)
- dun snijden is het behoud van de worst. (=goed kunnen rondkomen door zuinig te zijn)
- wie werkt als een paard zal haver eten. (=hard werken is voor de meeste mensen geen garantie op een goed inkomen)
- op een strowis komen aandrijven (=helemaal berooid en arm ergens komen)
- het is er zo veilig als vlees in een hondenkot (=het is er volkomen onveilig)
- je weet nooit hoe een koe een haas vangt (=het kan altijd nog op onverwachte wijze tot een oplossing komen)
- het klopt als een zwerende vinger (=het past goed; het is logisch; het is volkomen juist; er is niets tegen in te brengen. (Equivalent aan: het sluit als een bus.))
- niet thuis geven (=het verwachtingspatroon niet kunnen nakomen)
- je een ongeluk lachen (=hetzelfde als `In een deuk liggen`, niet meer bijkomen van het lachen)
- zo lang er leven is, is er hoop (=hoe slecht het ook staat, zolang nog niet alles verloren is, kan alles nog goed komen)
- van tijd noch uur weten (=hoegenaamd niet weten hoe laat het is - altijd te laat komen)
- voor de deur staan (=ieder ogenblik kunnen beginnen, komen)
- zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen)
- iemand op het matje roepen (=iemand bij zich laten komen en om uitleg vragen waarom iets zo gedaan is)
- iemand de handen zalven (=iemand een geschenk geven in de hoop een gunst te bekomen)
- iemand het brood uit de mond nemen/stoten (=iemand het onmogelijk maken om in eigen inkomen te kunnen voorzien)
- tegen iemand aanlopen (=iemand toevallig tegenkomen)
- van zijn mast een schoenpin maken (=iets goeds bederven om iets van weinig waarde te bekomen)
- er geen speld tussen kunnen krijgen (=iets klopt precies, geen gelegenheid krijgen in een gesprek ertussen te komen)
- iemand koeien met gouden horens beloven (=iets moois beloven maar niet nakomen)
- een kink in de kabel komen (=iets tussen komen)
- met iets op de proppen komen (=iets vertellen, ermee voor de dag komen)
- een heilige koe (=iets waar je niet aan mag komen en zuinig op bent, voor sommige mensen is dat bijv. een auto)
- de kast indraaien. (=in de gevangenis komen.)
- de rijzende/opgaande zon aanbidden (=in de gunst trachten te komen van iemand die succesvol is)
- tussen de wal en het schip geraken (=in de knel komen, iets raakt per ongeluk verloren of zoek)
- aan de bedelstaf raken (=in een situatie terechtkomen waarin je geen geld of bezittingen meer hebt)
- op grote schaal (=in het groot , zeer veel voorkomend)
- te hoop lopen (=in opstand komen)
- een kat komt altijd op z`n pootjes terecht (=ingewikkelde en vervelende dingen kunnen vanzelf weer voor elkaar komen)
- wie pleit om een paard, behoudt de staart. (=je kunt beter wat toegeven, dan het tot een duur en langslepende kwestie te laten komen)
- wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje (=je kunt nooit boven de stand komen waarin je geboren bent. Arm geboren, zal wel arm blijven)
- je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)
- `t Mag vloeien, `t mag ebben. Die niet waagt zal `t niet hebben (=je moet niet denken als je niets onderneemt dat ze het dan bij je thuis komen bezorgen)
- met de nachtschuit komen (=laat komen / iets vertellen dat iedereen al weet)
- het roer in handen hebben (=leiding geven en door moeilijke tijden heen komen)
- al is de leugen nog zo snel de waarheid achterhaalt haar wel (=leugens komen altijd uit)
- precies in mijn straatje zijn (=me precies goed uitkomen op het juiste moment)
- de lont in het kruit werpen (=mensen laten loskomen, opstoken)
- onder een staand zeiltje is het goed roeien (=met een klein vast inkomen, verdient men al gauw genoeg voor de kost)
- een rak in de wind (=met veel werk langzaam vooruit komen (een lang recht stuk tegenwind zeilen))
- als bijen naar de honing komen (=met velen komen en sterk gemotiveerd zijn)
- met de deur in huis vallen (=meteen ter zake komen / onmiddellijk over datgene beginnen waarvoor men kwam zonder)
- het eind zal de last dragen (=moeilijkheden en problemen komen vooral als het werk bijna af is)
- hier niet zijn om vliegen te vangen (=niet gekomen om de tijd de verdoen)
- verstek laten gaan (=niet komen opdagen)
- je kat sturen (=niet komen opdagen)
- niet van het ene brood tot het andere weten te geraken (=niet rond kunnen komen)
50 dialectgezegden bevatten `komen`
- Dan zen ‘t bullen (=Daar komen problemen van) (Koersels)
- dao kòmme weer waal vaerdig mit (=wij komen wel tot een akkoord) (Steins)
- Daor zal em nog een lilleke worm ofgaon aon (=Dat zal hem nog duur komen te staan) (Giethoorns)
- dasse daudgeboëre kénd (=daar kan niets van komen) (Bilzers)
- Dau gau veul volk kome nau kaake (=Daar gaan velen komen naar zien (spottend)) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- Dau kome kwèddele van (=Daar komen problemen van) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- De blauwe wagen mot ff voor komen voor je. (=Je moet worden opgenomen in een gekkenhuis) (Utrechts)
- de deure plat loîpn (=veel over de vloer komen) (Kortemarks)
- De duiven kommen van over (=De duiven komen uit de verkeerde richting) (Bevers)
- de endjes an mekoar knupp'm (=maar amper rond kunnen komen van je loon) (Westerkwartiers)
- de endjes net an'n anner kenn'n knupp'n (=met moeite rond kunnen komen) (Westerkwartiers)
- de hoongk in de pot vingen (=ergens te laat voor komen) (Maasbrees)
- De huirtuitse brekke kome de bouwelse beirege aflekke (=de herenthoutse kinderen komen spelen op de Bouwelse bergen) (Grobbendonks)
- de höbs malsjaos as ich tich tësse lich en doenkel tiëgekoëm (=ik hoop je met valavond niet tegen te komen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kad'is over toafele (=te laat komen (als gast / eter)) (Kaprijks)
- de katte int patèèl viendn (=te laat komen eten) (Kortemarks)
- de komplemènte van ons moeder èn ze lòt vraoge òf dè ge èfkes wilt kôome (=mijn moeder laat u groeten en vraagt om even langs te komen) (Tilburgs)
- de kons nauts wiëte waaj-en koe nen haos vink (=er kan altijd een toevalletje komen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de liëgës koëmen altijd aut, al moeten de kraeën ze autbringe (=leugens komen altijd uit) (Munsterbilzen - Minsters)
- de loch trék wir bijéén (=er komen weer regenwolken opzetten) (Munsterbilzen - Minsters)
- de minse maoke den almenak, mèr dae haaj boëve mokket waer (=weersvoorspellingen komen niet altijd uit) (Munsterbilzen - Minsters)
- de moes mich nie vër ieder hondsgezeek lêstëg valle (=je moet me niet voor ieder akkefietje komen storen) (Munsterbilzen - Minsters)
- De pad wérm ouwe (n) (Tholen ) (=Er direct op af gaan, veel op bezoek komen) (Zeeuws)
- de pee-je komme nelpe oplaoje (=komen helpen als het werk bijna gedaan is) (Oudenbosch)
- de schaoj terug kómme haole (=Op tegenbezoek komen) (Genneps)
- de wèèg noë den hiemel es bergop, dae noë de hel lûp bergaof (=is moeilijk in de hemel te komen) (Bilzers)
- de wege komme aomel bij mekaor (=de wegen komen allemaal bij elkaar) (Hoeksche Waards)
- de woarijt komt uit a moest'n de kroun uitbrin' (=ooit zal de waarheid aan het licht komen) (Brakels)
- dea es oup zenne zaap geweést (=dronken thuis komen) (Tiens)
- deer: Stékt ' n tiss' n de deer (=Seksueel niet aan je trekken kunnen komen) (Lebbeeks)
- den aaterhaom trèkke (=achterna komen) (Bilzers)
- den koomnden in den goanden man (=een komen en gaan) (Kaprijks)
- deurejager (=Iemand die veel eet zonder bij te komen) (Ostêns)
- diech un piep raoke (=bedrogen uit komen) (Mestreechs)
- diech un plaat tikke (=bedrogen uit komen) (Mestreechs)
- dien lip stoete (=op de koffie komen) (Mestreechs)
- doë blif viël on de haan plekke (=niet alle schenkingen komen op de juiste plaats) (Bilzers)
- doë geeste nie wijd mèt springe (=met dat weinige geld ga je niet ver komen) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë zit get te brieë da nie nermaol ès (=er zit een ziekte aan te komen) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë zulste nie hel van zinge (=met dat weinige geld ga je niet ver komen) (Munsterbilzen - Minsters)
- doeë kump wir een zwaj aon (=er komen weer zware regenwolken aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- doet nie vendaog woste mörge ook kons doen (=zorgen voor morgen komen altijd één dag te vroeg) (Munsterbilzen - Minsters)
- dooë komen de jung wei kak (=een gastgezin telt meestal verschillende kinderen) (Zonhovens)
- é es gelijk de cloons, é komt als 't gedoin es (=te laat komen om mee te helpen) (Lochristis)
- e ki bienor komn (=eens op bezoek komen) (Veurns)
- Een grote heidedobbe is ontstaon oet een klein wellegie (=Uit iets kleins kan iets groots voort komen) (Drents)
- een lustige weef (=een weduwe die het niet aan haar hart laat komen) (Sint-Niklaas)
- Ein van dieës daag niêptj dae zin koont tow (=Binnenkort zal hij komen te overlijden) (Weerts)
- eje op a sleppen gelegen (=te laat komen) (Moorsel)
- Elke koe lek zien eige kalf (=ouders komen het eerst voor hun eigen kinderen op) (Barghs)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen