167 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kom`
- er kunnen inkomen (=het wel kunnen begrijpen)
- er mee voor de draad komen (=zeggen wat de precieze bedoeling is)
- er zonder kleerscheuren afkomen (=helemaal niets mankeren na een ongeluk)
- ere wie ere toekomt (=iemand die de eer verdient moet die ook krijgen)
- eruit komen (=een oplossing vinden)
- gaan doet komen (=als je ergens moeite voor doet komen dingen ook jouw kant op)
- gapen als een oester die in de warmte komt (=met de wond wijd open geeuwen)
- goed uit de verf komen (=beter tot uiting komen of succesvoller zijn dan verwacht.)
- handen tekort komen (=te weinig hulp hebben , overstelpt worden)
- het bekomt hem als de hond de knuppel na het stelen van de worst (=het valt hem zwaar tegen)
- het geluk komt in de slaap. (=geluk komt onverwachts)
- het hinkende paard komt achteraan (=de grootste problemen houdt men voor het laatst)
- het komt te paard en het gaat te voet. (=ziekte en ongeluk komen vaak heel plotseling, maar het duurt lang voordat men weer hersteld is)
- het komt uit zijn koker (=hij is degene die het heeft bedacht)
- het komt voor de bakker (=het komt in orde; het wordt geregeld)
- het moet uit de lengte of uit de breedte komen (=het moet hoe dan ook uitgespaard worden)
- het muist al wat van katten komt (=ieder volgt zijn karakter)
- het paard moet tot de kribbe komen. (=wie belang heeft bij een zaak moet er zelf op uit gaan)
- het verstand komt met de jaren (=naarmate je ouder wordt, word je wijzer en verstandiger)
- het water komt aan/tot de lippen (=in groot gevaar, in hoge nood)
- het water komt op de dijk. (=de tranen komen op)
- hoe komt het kalf bij zijn maat (=hoe wonderlijk men elkaar kan ontmoeten)
- hoogmoed komt voor de val (=iemand die erg trots is of hoogmoedig, krijgt gauw de bijbehorende ellende)
- iedere heilige komt zijn kaarsje toe (=iedere medewerker moet delen in de eer)
- iemand in het naadgaren komen (=iemand erg hinderen)
- iemand zien aankomen (=weten waar hij over zal beginnen, zich er alvast tegen wapenen)
- iemands eer te na komen (=iemand beledigen - iemands naam aantasten)
- in een goed blaadje proberen te komen (=een goede reputatie proberen te verkrijgen)
- in geen kerk of kluis komen (=niet godsdienstig zijn)
- in het gedrang komen (=met moeilijkheden te maken krijgen)
- in het gevlij komen (=doen wat iemand graag ziet om in de gunst te komen)
- in iemands kraam te pas komen (=iets wat iemand nodig had)
- in zwang komen / raken (=iets wordt een modeverschijnsel)
- je bekomst ergens van hebben (=ergens genoeg van hebben)
- je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar moet het bij blijven.)
- je moet de kat niet aan de kaas laten komen. (=zorg voor niet te veel verleiding)
- jezelf tegenkomen (=geconfronteerd worden met de gevolgen van je eigen acties.)
- kan uit Nazareth iets goeds komen? (=wanneer iemand een bepaalde opvoeding heeft gehad kan daar niks goeds van verwacht worden)
- kom ik er vandaag niet dan kom ik er morgen (=ik doe het wel op mijn gemak)
- komen als een dief in de nacht (=onverwacht komen)
- komen met de paal als het brood in de oven is (=te laat komen)
- komen waar de duivel zijn staart keert (=op een zeer onherbergzame plaats aankomen.)
- komt men over de hond, dan komt men over de staart (=als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf)
- komt tijd komt raad (=als er genoeg tijd overheen gaat, komt de oplossing vanzelf)
- krom jezelf als je door de wereld wilt komen (=je moet er wat voor over hebben om iets te bereiken)
- late haver komt ook op (=het is niet omdat iets laat komt, dat het niet goed zou zijn)
- lelijke streken op zijn kompas hebben (=gemene en lelijke streken uithalen)
- maken dat men wegkomt (=ervandoor gaan)
- man met de hamer tegenkomen (=totaal uitgeput geraken)
- men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. Aardappelen komen pas in mei uit)
292 betekenissen bevatten `kom`
- het water komt op de dijk. (=de tranen komen op)
- de vrucht der ervaring rijpt niet aan jonge takken (=de verstandigste opmerkingen komen van oudere mensen)
- olie drijft boven (=de waarheid komt aan het licht)
- alles komt uit al moesten de kraaien het uitbrengen (=de waarheid komt altijd uit)
- de raven zullen het uitbrengen (=de waarheid komt hoe dan ook aan het licht)
- de kraaien zullen het uitbrengen (=de waarheid zal aan het licht komen)
- uit dezelfde klei gebakken zijn (=dezelfde afkomst hebben)
- voorzichtigheid is de moeder der wijsheid (=doe het voorzichtig, dan komt er geen schade)
- in het gevlij komen (=doen wat iemand graag ziet om in de gunst te komen)
- een zware pijp roken (=door eigen schuld in moeilijkheden komen)
- door vragen wordt men wijs (=door het stellen van vragen kun je veel te weten komen en veel kennis opdoen)
- de regen schuwen en in de sloot vallen (=door iets onaangenaams te ontwijken in nog groter problemen komen)
- voorkomen is beter dan genezen (=door voorzichtig te zijn kun je problemen en ongelukken voorkomen)
- alleen een piepend wiel krijgt olie (=door zich opvallend te gedragen bekomt men aandacht)
- met een nat zeil thuiskomen (=dronken thuiskomen)
- in de papieren lopen (=duur uitkomen, veel geld kosten)
- een eed met boter bezegeld. (=een belofte zonder echte intentie om de belofte na te komen)
- goed bloed kan niet liegen (=een edele afkomst wordt altijd opgemerkt)
- niet het zout op zijn patatten verdienen (=een klein inkomen hebben)
- de bom is gebarsten (=een langdurige spanning of conflict is tot een uitbarsting gekomen)
- eerlijk duurt het langst (=een leugen komt op den duur altijd uit, maar de waarheid blijft altijd waar)
- mosterd na de maaltijd (=een oplossing die te laat komt)
- op oud ijs vriest het licht (=een oude kwaal komt gemakkelijk weer boven)
- een paar mensen optrommelen (=een paar mensen laten komen)
- een aap op de schouder hebben (=een probleem hebben waar je niet vanaf komt.)
- een appeltje voor de dorst (=een reserve voor moeilijke tijden die mogelijk nog gaan komen)
- Poolse landdag (=een wilde, ongeregelde bijeenkomst)
- met de billen bloot (=eerlijk en open zijn over fouten of tekortkomingen.)
- het kind bij de naam noemen (=eerlijk voor de mening uitkomen)
- goede sier maken (=er (overdreven) goed van leven / goed overkomen bij anderen)
- tussen twee stoelen in de as vallen (=er bekaaid vanaf komen)
- gooi het maar in je pet (=er komt niks van in)
- de drempel is glad. (=er komt veel bezoek)
- er komen met krabben en bijten (=er met heel veel moeite komen)
- gezien worden als een rotte appel/kool bij een fruitvrouw/groenvrouw (=er niet erg welkom zijn)
- tegen de paal lopen (=er slecht vanaf komen)
- er een balletje over opgooien (=er voorzichtig over beginnen te praten om erachter te komen wat anderen ervan vinden)
- er zijn maal wel mee kunnen doen (=er wel mee toekomen)
- er behoort meer tot een huishouden dan het zoutvat. (=er zijn veel bijkomende kosten)
- alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uitkomst is altijd hetzelfde)
- dat muisje heeft een staartje. (=er zullen nog problemen komen)
- de hand op iets leggen (=ergens aan kunnen komen)
- de kraag kosten (=ergens bij om het leven komen)
- in de termen vallen (=ergens in aanmerking voor komen)
- zuur opbreken (=ergens mee in moeilijkheden komen (later))
- schitteren door afwezigheid (=ergens niet aanwezig zijn, terwijl je komst wel verwacht werd)
- iets niet over zijn hart kunnen krijgen (=ergens niet toe kunnen komen of ergens op gesteld zijn)
- onder de schoenzolen schrijven (=ergens niets van terecht komen)
- ergens verzeild raken (=ergens onbedoeld terechtkomen)
- je kruk ergens tussen steken (=ergens ter hulp komen)
50 dialectgezegden bevatten `kom`
- doe wel, en kiek niet achterom (=geef gul, en kom daar niet weer op terug) (Westerkwartiers)
- dor kom God è klein Peerke nie ; dor kunde mè ô gat bloot lopen (=heel afgelegen wonen) (Sint-Niklaas)
- Döör kom ie nog met op de skans teregte. (=Daar kun je beter niet mee omgaan.) (Zwols)
- ei kom daf op zèn zokken (=hij komt stil (ongemerkt) voorbij) (Sint-Niklaas)
- eps: d'eps angt dau, es 't d'ale, kom pak se (=De hesp hangt daar, is het die van jullie, kom pak ze) (Lebbeeks)
- Es ich neet heem bin, bin ich jatse, koam waal noa heem. (WT) (=Als ik niet thuis kom, ben ik onderweg, kom wel naar huis) (Mechels (NL))
- Ester gin belet? (=kom ik niet ongelegen?) (Wevelgems)
- fluit je n ontje en blaf zelluf (=kom eens hier) (Zeeuws)
- Ga nauw gauw deur - Uitdrukking , afhankelijk van de situatie , is de intonatie en dus betekenis anders. (=dat meen je niet/Doe ff normaal/zoek het lekker uit/ kom effe/) (Utrechts)
- ge kom mar wir us ne keer laangs ee (=tot de volgende keer) (Oudenbosch)
- ge kom slimmer van de mart als agger naor toe gaot (=een ezel stoot zich geen tweemal aan een steen) (Graauws)
- Ge kom ut maor es terug'ale (meer beleefdheidsfrase dan echt gemeend) (=Volgende keer trakteer ik) (Bergs)
- Ge moe ne kjè ip zuk'n karre rien (=kom dat tegen) (Wevelgems)
- ge moet is afkommen (=kom eens langs) (Wichels)
- ge moet up zukke karre zittn (=kom dat tegen) (Kortemarks)
- Ghin belet? (=kom ik ongelegen?) (Hulsters (NL))
- Goa mer vast liggu bloeie, ik ben tongers (=Ik kom uit Tongelre) (eindhovens)
- hei zee de champetter tigge de voerman, kom er es aaf da ich er och opzet (=hier zei de veldwachter tegen de boer, kom er eens af dat ik er U op zet) (Heusdens)
- Helmond daa kom nog gjîn goeie nond vâdaôn (=Helmond daar komt nog geen goede hond vandaan) (Zeeuws)
- Het kom me me strot uit (=Het komt me m'n keel uit) (Rotterdams)
- Het stinkt hier: reactie: Je zult je nek wel ruiken (=het stinkt hier: reactie: hoe kom je er bij) (Utrechts)
- hieër kom in oos hoês, de kat és met d'n heilige geist aan't sleipe (=de boel staat op zijn kop) (Weerts)
- Hieër kom in oos hoês, de kat is met d'n Heilige Geist aant sleîpe (=de hele boel staat op zijn kop) (Weerts)
- Hierkomme (=kom eens even hier) (Valkenswaards)
- Hoe kom jij daar aan (=hoe komder aon) (Prinsenbeeks)
- hoe komde gij doar nou bij, dè hek hillemoal nie gezeed! (=Hoe kom je daar nu bij, dat heb ik helemaal niet gezegd!) (Kaatsheuvels)
- hoe meer ziel'n hoe meer vreugd (=kom er maar gezellig bij) (Westerkwartiers)
- huuve truuk, ich sjtoek nit mië (=ik kom niet meer voor je op, betaal niet meer) (Heerlens)
- ich bèn van....... (=Ik kom uit.....) (Steins)
- ich hüb al nen heile sloeëp aut (=kom je nu al slapen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich kom oet Buul, begin maor vast te bloeiu (=pas maar op, ik kom uit Buul) (Budels)
- ich kom vür zen dieër sjijte (=ik ga het je moeilijk maken) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich koom drek (=ik kom dadelijk) (Overpelts)
- ich weit neet wie ich ’t ane steel mót staeke (=ik weet niet hoe ik hier uit kom) (Heitsers)
- ich wiët van toete noch bloeëze (=ik kom uit de lucht vallen) (Bilzers)
- ich zen zoe trug (=ik kom dadelijk terug) (Heusdens)
- ie kom mie zn zeekel (sikkel) ni dn oest (=te laat) (Zeeuws)
- ie kom van verre (=hij was bijna opgegeven (medisch) ) (Waregems)
- ij kom altijd deur ut bovelicht binne (=hij komt altijd heel stil binnen) (Oudenbosch)
- ij kom nog wel in mijn straotje (=ik krijg hem nog wel) (Oudenbosch)
- Ik ben er jieene van Zundert (=Ik kom uit Zundert) (Zunderts)
- ik kom effe zeggen astok vanaovend nie kom (=ik kom even zeggen dat ik vanavond niet kom) (Renkums)
- ik kom èrès binnen (=ik kom even binnen) (Meers)
- ik kom errèzekes binnen (=ik kom even op bezoek) (Meers)
- Ik kom nie van Lillo! (=Ik ben niet gek!) (Zeeuws)
- ik kom oe wa wier an (=ik haal je wel weer in) (Twents)
- ik kom uit de biest (=ik ben een boer) (Tilburgs)
- ik kom uit Gestel, begin maor vast te bloeiu (=pas maar op, ik kom uit Gestel) (Eindhovens)
- Ik kom ut Losser en ik weet van niets (=Ik weet nergens van) (Twents)
- Ik kom vant 't Ambacht (=Ik kom uit Ambacht) (Hendrik-Ido-Ambachts)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen