91 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Ché`
- het scheelt hem in zijn bovenverdieping (=hij is niet goed wijs)
- het scheelt hem onder de muts. (=hij is niet helemaal goed wijs)
- hongerige luizen bijten scherp (=met de arme mensen heeft men de meeste last)
- iemand afschepen (=met een voorwendsel wegzenden)
- iemand de huid vol schelden (=iemand uitschelden)
- iemand het vuur na aan de schenen leggen (=iemand onder druk zetten)
- iemand met schele/scheve ogen aankijken (=iemand afgunstig bekijken)
- in echec houden (=in bedwang houden)
- in zijn vuistje lachen (=in jezelf ergens plezier hebben / Op ietwat stiekeme wijze ergens voordeel van hebben)
- je een aap lachen (=heel erg lachen)
- je een bult lachen (=hard lachen)
- je een ongeluk lachen (=hetzelfde als `In een deuk liggen`, niet meer bijkomen van het lachen)
- je schaapjes scheren (=er de winst uithalen)
- kijken als een schelvis (=lodderig, dom of onbetrouwbaar kijken)
- klagers hebben geen nood en pochers hebben geen brood (=zowel klagers als pochers kunnen de zaken nogal eens overdrijven)
- klare wijn schenken (=eerlijk en duidelijk vertellen hoe de situatie in elkaar steekt)
- lachen als een boer die een hoefijzer vindt (=tevreden lachen)
- lachen als een boer met kiespijn (=lachen zonder echt blij te zijn)
- lachen is het beste medicijn (=lachen is goed voor je gezondheid.)
- lachende monden, bijtende honden. (=mensen die vriendelijk of aardig lijken, kunnen in werkelijkheid kwade bedoelingen hebben)
- magere luizen bijten scherp (=met de armsten heb je de meeste last)
- men moet de schapen scheren maar niet villen (=als men uit hebberigheid de inkomstenbron opoffert heeft men niets meer voor in de toekomst)
- nieuwe messen snijden scherp (=met iets (iemand) nieuws is het aangenaam werken)
- scheepjes met zuren appelen (=wolkjes die regen of storm voorspellen)
- scheer de schapen als ze wol hebben (=niet tegen elke prijs voordeel willen nastreven)
- schenking met de warme hand (=schenken terwijl men nog leeft (erfenissen))
- scherven brengen geluk. (=dit zeg je om iemand zich minder schuldig te laten voelen)
- schots en scheef (=ongeordend door elkaar heen)
- tegen de schenen schoppen (=ruzie zoeken)
- tot de jaren des onderscheids komen (=oud genoeg zijn om zelf te weten/mogen wat wel en niet mag)
- tussen die twee was er geen chemie (=die twee mensen hadden te veel karakterverschillen om goed te kunnen samenwerken)
- tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren (=praktische belemmeringen weerhouden ons van het realiseren van onze plannen.)
- voor de schenen/voeten werpen (=ermee confronteren)
- voor het opscheppen hebben (=meer dan genoeg hebben, zonder er iets voor te moeten doen)
- wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade moet de situatie zelf rechtzetten.)
- wie scheep is moet varen (=als je ergens aan begonnen bent moet je er mee voortdoen)
- wie zijn neus schendt schendt zijn aangezicht (=wie zijn goede naam verliest, komt in moeilijkheden)
- zijn pruik staat scheef (=hij is slecht gehumeurd)
- zo scheef als een krab (=erg scheef)
- zo scheel als de hondenwacht (=zeer scheel)
- zo scheel als een otter (=zeer scheel)
88 betekenissen bevatten `Ché`
- iets op je vingers kunnen natellen (=iets erg gemakkelijk kunnen nagaan/checken)
- dat zal mijn klomp niet roesten (=ik maak me er niet druk om; het kan mij niet schelen)
- het in zijn broek doen (=in de broek plassen van schrik of van het lachen)
- voor aap staan (=in het openbaar belachelijk zijn)
- een stoel in de hemel verdienen (=je door een goed werk onderscheiden)
- je op de lippen bijten (=je inhouden (niet lachen of kwaad worden))
- lachen is het beste medicijn (=lachen is goed voor je gezondheid.)
- lachen als een boer met kiespijn (=lachen zonder echt blij te zijn)
- beter kleine meester dan grote knecht (=liever een bescheiden zelfstandige dan een grote knecht bij een baas)
- het oog is groter dan de maag (=meer op het bord scheppen dan er opgegeten kan worden)
- de draad van Ariadne (=middel om klaarheid te scheppen in een ingewikkeld iets)
- een toontje lager zingen (=minder opscheppen, minder grote mond hebben)
- de slappe lach hebben/krijgen (=niet kunnen stoppen met lachen)
- de hand met iets lichten (=niet scherp opletten, het niet te streng nemen)
- in een deuk liggen (=onbedaarlijk lachen)
- door een donkere bril bekijken (=op een pessimistische manier bekijken)
- de bal terugkaatsen (=op een vraag die gesteld wordt geen antwoord geven, maar een tegenvraag stellen; op een kritische opmerking van iemand reageren door zelf ook meteen een kritische opmerking te maken over de ander)
- dik doen (=opscheppen)
- met spek schieten (=overdrijven of opscheppen)
- tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren (=praktische belemmeringen weerhouden ons van het realiseren van onze plannen.)
- aap wat heb je mooie jongen (=sarcastische opmerking over iemand die wat al te trots is op iets)
- een stuip krijgen van het lachen (=schaterlachen)
- voor top en takel drijven (=scheepvaart : zonder een zeil te voeren)
- alle molenaars zijn geen dieven (=scheer niet iedereen over dezelfde kam)
- schenking met de warme hand (=schenken terwijl men nog leeft (erfenissen))
- naar het hoofd gooien/slingeren (=scherpe verwijten maken)
- hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of familie)
- een garnaal heeft ook een hoofd (=schertsend gezegd van een kind dat koppig aan zijn mening vasthoudt)
- lachen als een boer die een hoefijzer vindt (=tevreden lachen)
- over heel veel schijven gaan (=veel hiërarchische of administratieve niveaus moeten zich ermee bemoeien)
- de hand reiken (=vergiffenis schenken)
- hoe later op de avond, hoe schoner volk. (=vriendelijke of juist schertsende verwelkoming van late bezoekers)
- mij een zorg (=wat kan mij het schelen!)
- spreek wat waar is, drink wat klaar is, eet wat gaar is. (=wees bescheiden en dankbaar voor wat je hebt)
- zo scheel als de hondenwacht (=zeer scheel)
- zo scheel als een otter (=zeer scheel)
- wat van apen komt wil luizen (wat van katten komt wil muizen) (=zijn afkomst kan men niet verloochenen)
- klagers hebben geen nood en pochers hebben geen brood (=zowel klagers als pochers kunnen de zaken nogal eens overdrijven)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen