Spreekwoorden met `van`

Zoek


503 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `van`

  1. `t Is gelijk of men van/door de kat of de kater/hond gebeten wordt (=het maakt niet uit hoe of waardoor je benadeeld bent geweest)
  2. aan de hand van (=door middel van)
  3. aan de orde van de dag zijn (=vaak voorkomen)
  4. aan de rand van het graf staan (=bijna dood zijn)
  5. aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen (=de beste resultaten dragen tegelijkertijd de grootste risico`s)
  6. aan de voeten van Gamaliël zitten (=aandachtig luisteren naar de les die een wijs persoon meegeeft)
  7. aan gene zijde van het graf (=na de dood)
  8. aan het andere eind van de wereld (=heel ver weg)
  9. aan het eind van zijn akker zijn (=het geld is op)
  10. aan het eind van zijn Latijn zijn (=uitgeput zijn)
  11. advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
  12. advocaat van kwade zaken (=wie slechte zaken verdedigt)
  13. akte van iets nemen (=er nota van nemen - onthouden)
  14. al het goede komt van boven (=alle zegen komt van god)
  15. alle molens vangen wind. (=iedereen die meedoet zal een deel van de opbrengst opeisen)
  16. als de kat van honk is dansen de muizen op tafel (=als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin)
  17. als een blad van een boom veranderen/omkeren (=geheel anders gaan gedragen)
  18. als het hek van de dam is lopen de varkens in het koren (=als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band)
  19. als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
  20. als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  21. als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  22. als men van de duivel spreekt trapt men hem op zijn staart (=degene waarover men spreekt, laat zich dikwijls op dat moment zien)
  23. beminnen als het licht van zijn ogen (=erg graag zien)
  24. beter van een stad dan van een dorp (=beter dat een rijke betaalt dan een arme)
  25. bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien (=bij gebrek aan het goedkope, het dure gebruiken)
  26. bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien. (=bij gemis aan het gewone moet men zijn toevlucht soms wel tot iets duurders nemen.)
  27. bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen (=iemands ware karakter blijkt pas als het erop aankomt)
  28. bot vangen (=ernaast pakken, het niet krijgen)
  29. bulken van het geld (=geld in overvloed hebben)
  30. daar kan de schoorsteen niet van roken (=dat brengt niets op / men kan niet alleen van vriendelijke woorden leven)
  31. daar kan niets van inkomen (=dat zal niet lukken)
  32. daar kun je ketelaar van blijven (=dat zal niets opbrengen)
  33. daar lusten de honden geen brood van. (=het is volstrekt onacceptabel)
  34. daar moet de schoorsteen van roken (=dat moet de inkomsten voortbrengen. Daar moeten we van bestaan)
  35. dat ging van een leien dakje (=dat ging vanzelf)
  36. dat is een alikruik van een vent. (=dat is een kleine dikke man.)
  37. dat is een paard van een daalder. (=dat is een trots mens)
  38. dat is een ver-van-mijn-bedshow (=dat is iets waar ik me helemaal niet mee bezighoud; dat is iets dat op grote afstand van hier gebeurt)
  39. dat is geen punt. / Daar maken we geen punt van (=dat is geen probleem. / Dat is helemaal geen argument)
  40. dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
  41. dat is het geheim van de mis (=zo zit de zaak in elkaar.)
  42. dat is het geheim van de smid. (=dat specifieke kennis die alleen vakmensen kennen)
  43. dat is nog van voor de zondvloed (=dat is al heel oud)
  44. dat is van de baan (=dat gaat niet door)
  45. dat is van de Chinese kerk. (=dat is een gerucht.)
  46. dat kan al het water van de zee niet afwassen (=daar is niets aan te doen - dat kan je niet wegpraten)
  47. dat maakt van Jezus nog een ketter (=dat is zelfs bij de meest integer mens een schanddaad)
  48. dat wast al het water van de zee niet af (=iets is niet meer te veranderen/aan te passen)
  49. de aard van het beestje (=het karakter van iemand)
  50. de appel valt niet ver van de stam/boom (=kinderen lijken vaak op de ouders)

652 betekenissen bevatten `van`

  1. haarscherp (=(van een afbeelding) getrouw tot in fijne details)
  2. het smelt als boter in de mond (=(van eten) het is erg mals)
  3. wat de heren wijzen moeten de gekken prijzen (=aan beslissingen van het hoger gezag moet men zich onderwerpen)
  4. in het eerst (=aanvankelijk)
  5. in de kiem smoren (=al van bij het begin doen stoppen)
  6. al het goede komt van boven (=alle zegen komt van god)
  7. het loopt op rolletjes (=alles gaat als vanzelf)
  8. een oude rot in het vak (zijn) (=alles van het vak afweten en alles weten hoe te doen)
  9. iemand tot op zijn hemd uitkleden (=alles van iemand afnemen, een te hoge prijs laten betalen)
  10. iemand om zijn vinger (kunnen) winden (=alles van iemand gedaan (kunnen) krijgen of alles mogen)
  11. het is alle dagen visdag maar geen vangdag (=als de buit of vangst tegen valt)
  12. het ene woord haalt het andere uit (=als de ene persoon een grote mond opzet, krijgt die dat van de ander terug)
  13. komt men over de hond, dan komt men over de staart (=als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf)
  14. eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
  15. men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan (=als er allerlei vervelende dingen worden verteld is er vast wel iets van waar)
  16. komt tijd komt raad (=als er genoeg tijd overheen gaat, komt de oplossing vanzelf)
  17. als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
  18. aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden)
  19. morgen gaat het beter (=als het vandaag niet zo best is gegaan...)
  20. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  21. wie zijn ogen sluit, waant zich in Rome (=als je de realiteit negeert, ben je niet bewust van wat er werkelijk gaande is.)
  22. genoeg voor een heel weeshuis. (=als je ergens heel veel van hebt)
  23. wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het meest (=als je ergens nauw bij betrokken bent, geniet je het meeste voordeel ervan)
  24. wie niet wil, die niet zal (=als je geen interesse hebt, moet je er ook geen deel van uitmaken)
  25. grijze haren zijn kerkhofsbloemen (=als je grijze haren krijgt, ben je niet zo ver van het kerkhof)
  26. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
  27. niet geschoten is altijd mis (=als je het niet probeert, komt er ook niks van)
  28. allemans vriend is allemans gek. (=als je iedereen te vriend wil houden, zal men misbruik van je maken.)
  29. waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
  30. geen bericht is goed bericht (=als je niet weet hoe het met iets of iemand gaat, kun je ervan uitgaan dat het goed gaat, zolang je geen slecht bericht ontvangt)
  31. gissen doet missen (=als je niet zeker bent van je zaak maar gokt, gaat het meestal fout)
  32. ouderdom komt met gebreken (=als je ouder wordt ga je van alles mankeren)
  33. gedeelde smart is halve smart (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
  34. goed voorgaan doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
  35. goed voorbeeld doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
  36. wat het huis verliest, brengt het weer terug (=als men iets in huis zoek maakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn)
  37. als twee honden vechten om een been loopt de derde ermee heen (=als twee mensen ruzie maken, profiteert een derde ervan.)
  38. twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen (=als twee personen van een verschillend geloof trouwen, gaat het zelden goed)
  39. wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)
  40. draaien als een molen (=altijd meegaan met de heersende mening - naar de mond van de toehoorder praten)
  41. een bodemloos vat zijn (=altijd te weinig van iets zijn of opraken)
  42. als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
  43. aan het licht brengen (=bekend maken (bijz. van ongunstige dingen))
  44. aan het licht komen (=bekend worden van ongunstige dingen)
  45. heeft de duivel het paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in de macht van slechte mensen, dan wordt het alleen maar erger)
  46. heeft de duivel `t paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in handen van slechte mensen gevallen, dan verlies je alles.)
  47. geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
  48. om kaneelwater lopen (=beuzelwerk doen - van het kastje naar de muur gestuurd worden)
  49. met hangende pootjes thuiskomen (=bewust van schuld (thuis)komen / zeer tegen zijn zin)
  50. buurmans gras is altijd groener (=bij anderen lijkt het altijd beter (omdat men daar de interne problemen niet van kent))

50 dialectgezegden bevatten `van`

  1. (h) oet va' woajboomm: uitdrukking door timmerlieden gebruikt voor slecht, minderwaardig hout (=hout van waaibomen) (Klemskerks)
  2. (waar is die gevelsteen van de ambachtsschool fan mien fader bleven?) (=waar een wil is, is een weg) (Leewarders)
  3. ik hol van die (=ik hou van jou) (Gronings)
  4. Nae is niks anges es 't teengegestèldje van Jao! (=Neen is niets anders dan het tegengestelde van ja!) (Kinroois)
  5. `Aame` zach de köster van Zjwaame. (=Het is uit, afgelopen.) (Roermonds)
  6. `Gei n kom ni? ` - `Jokke 'doe` en verder: Joche'doet, joji'doe, 'josse'doe, jot'toet, 'jomme'doen, 'joche'doet, 'joñse'doen (=Bevestigning van vraag met ontkenning Bv. `Jij komt niet? ` - `Toch wel ik kom`) (oudenaards)
  7. `Geruik vleisj hilt zich langer` (=Opmerking van een verstokt roker) (Steins)
  8. `je mot zeker weer iets van me hè / wat mojje nu weer van me? ) *ironisch bedoeld als iemand een beetje slijmt (vaak kinderen die dat doen richting een moeder) (=`je wilt zeker weer iets van mij ` (ironisch als iemand slijmt)) (Utrechts)
  9. `k goai bekant van mun eige af (=ik ga zowat van mijn stokje) (Kerkdriels)
  10. `Kèinjer Goads` (=uitroep van verbazing over een gebeurtenis) (Steins)
  11. `olliede gullie den ölliejen ôok ` (=`oliën jullie die van jullie ook `) (Tilburgs)
  12. `witte gè ut geld van Willem Holleeder, daor hè-k nie genogt vèèref veur `! (=`witwas jij het geld van Willem Holleeder ` (verrassend antwoord) ) (Tilburgs)
  13. `zonde, geld` of ` Jochie/messie dat's toch zonduh van je geld liefie (=Dat is geldverkwisting) (Utrechts)
  14. ...en de wènd van aatër (=...en veel geluk) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. ' t Plaffon van de groete mèt schildere (=Niets doen) (Mechels (BE))
  16. ''Dèster inne van de mellukboer'' (=een apart kind) (Waalwijks)
  17. ''kek mar uit mee oew gek bakkes, dolluk sloi ut klokske van Rome en dan blijvet zo ston'' (=Bekken trekken) (Waalwijks)
  18. 'ek iet van au oan (=waarom kijk je zo naar me) (Wichels)
  19. 'En bakkes of ze de bast van eek op het. (=Een sacherijnig gezicht.) (zaans)
  20. 'Et is kwalek male mit wind van gustere. (=Achteraf praten is zinloos.) (Zaans)
  21. 'j é ne slag van de meuln gad (=niet goed bij zijn verstand) (Knesselaars)
  22. 'j és van de moare beréén (=in oncontroleerbare toestand) (Knesselaars)
  23. 'k 'n weete geên beskeeêt, 'k weete van niet'n (=ik ben niet ingelicht) (Waregems)
  24. 'k bè ('k zî) vervrozen (=ik ben helemaal verstijfd van de kou) (Sint-Niklaas)
  25. 'k bè zo nat as ne messoop; k bè mesnat; 'k bè zeékende nat (=ik ben druipend nat van de regen) (Sint-Niklaas)
  26. 'k bè zoe nat as ne messink; 'k bè kleddernat (=ik ben helemaal nat van de regen) (Sint-Niklaas)
  27. 'k ben d'r van oeëgedoeën (=ik ben ervan aangedaan) (Meers)
  28. 'k ben d'r zat van (=ik heb er genoeg van) (Westerkwartiers)
  29. 'k ben der bolwoirde van (=het wordt mij te veel (lawaai, complexe uitleg)) (Wevelgems)
  30. 'k ben skele van d'n dus (=ik heb heel veel dorst) (Zwevegems)
  31. 'k ben ût min smeete (=ik ben van mijn melk) (Wevelgems)
  32. 'k drink nie uit da glas worda torjuust iemand ö gezabberd eet (=ik drink niet uit dat glas waar net iemand anders van dronk) (Sint-Niklaas)
  33. 'k e der gin itte of gin koue van (=Het kan mij niet schelen) (Zelzaats)
  34. 'k ee d'r geeën ofdroag'n van (=ik voel me niet benadeeld) (Waregems)
  35. 'K eedre myn'n beuk van vul (=Ik heb er genoeg van) (Harelbeeks)
  36. 'k em van diej van ohs oep m'n kleuwe-eh gekrege (=mijn vrouw was boos) (Arendonks)
  37. 'k en der dere van (e van pet, e van put) (=het doet me leed) (Veurns)
  38. 'k èn dur min bekomst van (=het is genoeg geweest) (Sint-Niklaas)
  39. 'k heb 'em niet veul ien 'e reek'n (=ik heb geen hoge dunk van hem) (Westerkwartiers)
  40. 'k heb last van mien liekdoor'n (=er is regen op komst) (Westerkwartiers)
  41. 'k heb last van navvelsoez'n (='k heb last van buikkriebels) (Westerkwartiers)
  42. 'k heb pien ien 't lief van 't lach'n (='k heb buikpijn van het lachen) (Westerkwartiers)
  43. 'k hère genoeg van (=Ik heb er genoeg van.) (Brakels)
  44. 'k hoor de moteur van dun otto ronken (=ik hoor de motor van de autodraaien) (Sint-Niklaas)
  45. 'k kom uut Eanske en 'k wet van niks (=Ik kom uit Enschede en ik ben onschuldig (ook: onwetend) ) (Twents)
  46. 'k komme van dierek (=ik kom onmiddellijk) (Waregems)
  47. 'k Kommn van d'n Oek en m'n moeder éet Lies. (=Ik woon in Hoek en mijn moeder heet Lies) (Oeks)
  48. 'k kraeg er et vliegend schaet van (=ik kan dat niet verdragen) (Leefdaals)
  49. 'k kreeg er de rittepetite van (=ik kreeg het op mijn heupen) (Gents)
  50. 'k lust er wel schoenen met lakneuzen van (=iets lekker vinden) (Rotterdams)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen