Spreekwoorden met `po`

Zoek


110 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `po`

  1. á propos! (=voor ik het vergeet)
  2. aan mijn lijf geen polonaise (=van mij moet je afblijven)
  3. alle dagen geen vetpot zijn (=er is armoede)
  4. als een olifant in de porseleinkast (=buitengewoon onvoorzichtig of tactloos)
  5. bij moeders pappot (=thuis)
  6. bij moeders pappot blijven (=thuis blijven - enkel spreken over iets waar men iets over weet)
  7. bij zijn positieven blijven (=blijven opletten)
  8. daar hangt de po uit (=het is niet zoals het zou moeten zijn)
  9. dat moet je niet uitpoetsen/uitvlakken (=dat is ernstiger dan het lijkt)
  10. de deksel van de pot aflichten. (=bekendmaken wat voorheen verborgen was)
  11. de hond in de pot vinden (=te laat zijn voor het eten (alles is op))
  12. de plaat poetsen (=ervandoor gaan.)
  13. de poes op de bak zetten. (=urineren)
  14. de poppen aan het dansen (=de ruzie of problemen kunnen beginnen)
  15. de pot op kunnen (=in geen geval krijgen)
  16. de pot verwijt de ketel dat die zwart ziet (=een ander aanwijzen als schuldige, terwijl die zelf hetzelfde gedaan heeft)
  17. de poten onder iemands stoel wegzagen (=iemands positie verzwakken)
  18. de vinger aan de pols houden (=in de gaten houden of alles goed gaat)
  19. de vleespotten van Egypte (=een vroegere tijd van grote welvaart)
  20. die is niet voor de poes (=die moet als tegenstander niet onderschat worden)
  21. een gehuurd paard en eigen sporen maken korte mijlen (=eigen bezit beschadigt men minder dan gekregen of gehuurd bezit)
  22. een gehuurd paard en eigen sporen maken korte mijlen. (=men is geneigd andermans spullen te misbruiken)
  23. een hen met sporen. (=een bazige vrouw.)
  24. een hoofd als een ijzeren pot. (=een heel goed geheugen hebben)
  25. een kat komt altijd op z`n pootjes terecht (=ingewikkelde en vervelende dingen kunnen vanzelf weer voor elkaar komen)
  26. een kat komt altijd weer op zijn poten terecht. (=uiteindelijk komt het toch weer in orde.)
  27. een oude boom moet je niet verpoten. (=ouderen houden niet van veranderingen)
  28. een poolse landdag (=wilde, ongeregelde vergadering)
  29. een potje bij hen kunnen breken (=veel getolereerd worden)
  30. een potje te vuur hebben staan (=iets onaangenaams te verwachten hebben)
  31. er de dood in de pot zijn (=niets te beleven zijn)
  32. er een potje van maken (=er een janboel van maken)
  33. ergens een potje kunnen breken (=ergens graag gezien zijn)
  34. ergens een potje te vuur hebben staan (=ergens noch wat zeer ongunstigs te verwachten hebben)
  35. eten wat de pot schaft. (=eten wat op tafel komt.)
  36. ex tempore (=onvoorbereid) (Latijn)
  37. geen poot aan de grond kunnen krijgen (=geen schijn van kans blijken te hebben)
  38. geen pot zo scheef of er past een deksel op (=voor iedereen is wel een levenspartner te vinden)
  39. gepokt en gemazeld zijn (=al veel ervaring hebben)
  40. haast en spoed is zelden goed (=iets te snel doen, resulteert vaak in iets dat slecht gedaan is)
  41. haastige spoed is zelden goed (=zaken in te hoog tempo afwerken vergroot de kans op fouten)
  42. het is één pot nat (=het is allemaal hetzelfde)
  43. het is er de dood in de pot. (=er is niemand.)
  44. het zijn niet al ridders die sporen dragen (=je kunt niet alleen aan iemands uiterlijk afleiden of hij ergens geschikt voor is)
  45. iemand (aan) de pols voelen (=iemand uithoren)
  46. iemand de voeten spoelen (=iemand doen verdrinken / in zee verdrinken)
  47. iemand een poets bakken (=een grap met iemand uithalen)
  48. iemand een poot uitdraaien (=iemand te veel laten betalen)
  49. iemand het volle pond geven (=uitvoerig en duidelijk antwoorden)
  50. iemand pootje lichten (=iemand doen struikelen)

83 betekenissen bevatten `po`

  1. je ziel en zaligheid verkopen (=absoluut alles opofferen)
  2. verandering van weide doet de koeien goed. (=afwisseling en verandering positieve effecten kunnen hebben)
  3. men moet de schapen scheren maar niet villen (=als men uit hebberigheid de inkomstenbron opoffert heeft men niets meer voor in de toekomst)
  4. onder een gelukkig gesternte geboren zijn (=altijd voorspoed hebben en gelukkig zijn)
  5. dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire naam voor trekpaarden))
  6. alles kort en klein slaan (=de hele inboedel kapot slaan)
  7. het lieve leventje gaande (=de ruzie begonnen - de poppen aan het dansen)
  8. de bijl ligt al aan de wortel (=de straf zal spoedig volgen)
  9. van hetzelfde laken een pak (=dezelfde soort aanpak of respons)
  10. een aangeklede aap (=een bespottelijk iemand)
  11. een Frans compliment. (=een compliment wat niet zo oprecht of positief is als het aanvankelijk leek)
  12. het juiste midden vinden (=een goed evenwicht vinden tussen twee tegengestelde aanpakken. Bijvoorbeeld, als het er om gaat hoeveel bevoegdheden de politie moet hebben om de rechtsstaat te handhaven)
  13. op stoom komen (=een goed tempo bereiken)
  14. stukken maken (=een grote indruk maken , veel kapot maken)
  15. peper in je achterwerk hebben (=een hoog tempo hebben)
  16. een huis met gouden balken (=een huis met hypotheek bezwaard)
  17. een huis met zilveren pannen. (=een huis waar een hoge hypotheek op rust)
  18. een taling uitzenden om een eendvogel te vangen (=een kleinigheid opofferen om iets belangrijks terug te krijgen)
  19. een land van melk en honing zijn (=een land waar het goed en voorspoedig leven is)
  20. een loer draaien (=een poets bakken)
  21. een kool stoven (=een poets bakken)
  22. van je paard gevallen zijn (=een positie verliezen)
  23. één zwaluw maakt nog geen zomer (=één positieve gebeurtenis betekent niet dat alle problemen opgelost zijn.)
  24. ergens geen kwaad kunnen doen. (=een zeer positieve reputatie hebben ongeacht wat je doet)
  25. een pilaarbijter (=een zeer schijnheilig / hypocriet persoon)
  26. te koop lopen/staan (=er bespottelijk uitzien)
  27. je anker kappen/lichten (=er met spoed vandoor gaan)
  28. je kan beter naar de bakker dan naar de apotheker gaan. (=eten is gezond, de apotheker bezoek je als je ziek bent.)
  29. het gaat van sassenbloed (=het gaat met grote opofferingen gepaard)
  30. het is naar de maan (=het is kapot)
  31. de tramontane kwijt zijn (=het spoor bijster zijn)
  32. de vis wordt duur betaald (=het vergt veel opoffering ( je moet er wat voor over hebben) om te krijgen wat je wilt)
  33. een verdieping op zijn huis zetten (=hypotheek nemen)
  34. een slak komt er net zo goed als een kikker. (=iedereen doet dingen in zijn eigen tempo)
  35. het krullen van de staart is het fatsoen van de hond. (=iedereen heeft wel een positieve eigenschap)
  36. iemand in het zadel helpen (=iemand aan een (goede) functie/positie helpen)
  37. iemand achter de broek/veren/vodden zitten (=iemand aansporen/opjagen / nauwlettend volgen)
  38. iemand doodverven met iets (=iemand bestemd voor een post achten, iemand als de dader van iets afschilderen (doodverf is grondverf)[1])
  39. iemand op de hak nemen (=iemand er tussen nemen (grap uithalen) of spottend over iemand praten)
  40. voor het blok zetten (=iemand onverwacht in een lastige positie brengen; bijvoorbeeld iemand dwingen te reageren die dat eigenlijk niet wil, of iemand dwingen een keuze te maken.<>)
  41. iemand in het zonnetje zetten (=iemand op positieve wijze aandacht geven, iemand eer bewijzen)
  42. iemand uit het zadel lichten (=iemand zijn positie doen verliezen, iemand ontslaan)
  43. de poten onder iemands stoel wegzagen (=iemands positie verzwakken)
  44. tot moes slaan (=iets helemaal kapot slaan)
  45. er de gek mee scheren (=iets of iemand bespotten)
  46. de haring braden om de hom of kuit (=iets opofferen om een kleinigheid)
  47. elke medaille heeft een keerzijde (=iets van twee kanten bekijken, aan iedere zaak zitten twee kanten, vaak een positieve en minder positieve kant)
  48. met een metworst naar een zij spek gooien (=iets weinig waardevols opofferen om iets waardevols terug te krijgen)
  49. aan het kortste eind trekken (=in de ongunstigste positie zijn / verliezen)
  50. aan het langste eind trekken (=in de voordeligste positie zijn)

Eén dialectgezegde bevat `po`

  1. pakt, e stik of vuve ; a po pri (i van pit) vuve (=ongeveer vijf) (Veurns)



Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen