Spreekwoorden met `eren`

Zoek


199 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `eren`

  1. aan Bacchus offeren (=te veel alcoholhoudende drank nuttigen)
  2. aan de beterende hand zijn (=langzaam genezen, herstellen)
  3. aan de veren kent men de vogel (=aan het uiterlijk (verzorging/kleding) kun je zien met wat voor iemand je te maken hebt)
  4. aan de weg timmeren (=veel activiteiten ontplooien en daarmee naar buiten treden om verandering en vernieuwing te bewerkstelligen)
  5. achter de veren zitten (=opjagen)
  6. alles over een kam scheren (=alles en iedereen gelijk stellen)
  7. als bliksemafleider fungeren (=iemand die of iets dat de boze bui van iemand kan afleiden)
  8. als de boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen (=sommige mensen veranderen nooit)
  9. als de kalveren op het ijs dansen (=nooit)
  10. als een blad van een boom veranderen/omkeren (=geheel anders gaan gedragen)
  11. als Ieren en Britten op één land (=twee aartsvijanden in één ruimte)
  12. als Pasen en Pinksteren op één dag vallen (=iets wat nooit zal gebeuren)
  13. andere heren andere wetten (=nieuwe bazen willen nieuwe regels)
  14. andermans veren (=iets van een ander (andermans eer))
  15. apen en beren op de weg zien (=bezwaren zien)
  16. appels met peren vergelijken (=twee totaal verschillende dingen vergelijken)
  17. arbeider in de wijngaard des heren (=geestelijk beroep (priester,dominee) uitoefenend)
  18. armoe met eren kan niemand deren. (=arm zijn is niet erg als je maar eerlijk bent)
  19. bakkerskinderen eten oud brood. (=aan het vak dat men uitoefent, besteedt men in zijn directe omgeving weinig aandacht.)
  20. bij de mieren zijn (=dood)
  21. bij de styx zweren (=styx is rivier in onderwereld)
  22. bij kris en kras zweren (=bij hoog en bij laag zweren)
  23. binnen de kortste keren (=heel snel, bijna onmiddellijk)
  24. boeren en varkens worden knorrend vet (=een boer die klaagt heeft daar wellicht geen reden toe)
  25. boerenverstand (=zonder scholing toch slim zijn)
  26. boter aan de galg smeren (=tevergeefse moeite doen, iets zal niet helpen)
  27. boter op je hoofd smeren en droog brood eten. (=in de war zijn.)
  28. daar helpt geen lievemoederen/moedertje lief aan (=niets helpt, ook vriendelijke woorden niet)
  29. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  30. dat gaat je niet in de kouwe/koude kleren zitten (=dat is heel ingrijpend. Daar ben je niet snel overheen (bijvoorbeeld een traumatische ervaring))
  31. dat is het hele eieren eten (=zo zit de zaak in elkaar.)
  32. dat raakt mijn koude kleren niet (=ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren)
  33. dat zal hem geen windeieren hebben gelegd (=daar zal hij wel veel geld mee verdiend hebben)
  34. dat zijn twaalf eieren en dertien kuikens. (=een meevaller)
  35. de beren zien dansen (=honger hebben)
  36. de bezem in de mast voeren (=de baas zijn en leiding hebben)
  37. de boer op de bok liet de teugels vieren, het paard kende zelf de weg wel. (=je moet niet doen alsof je de beste bent, iemand anders weet ook wel wat)
  38. de boventoon voeren (=het hoogste woord hebben)
  39. de domste boeren hebben de dikste aardappelen (=met geluk komt men vaak verder dan met verstand)
  40. de dood kent geen lieve kinderen (=ieder moet sterven)
  41. de kip met gouden eieren slachten (=een iets met veel rendement wegdoen)
  42. de kleren maken de man (=iemands kleding bepaalt het aanzien dat hij krijgt)
  43. de koperen ploert (=de zon)
  44. de lenden smeren (=afrossen)
  45. de mond roeren (=van zich laten horen, spreken)
  46. de mond snoeren (=tot zwijgen brengen)
  47. de nieren proeven (=onderzoeken of iets echt waar is)
  48. de noppen van de kleren houden (=onkosten met zich meebrengen)
  49. de pen voeren (=schrijven)
  50. de rollen omkeren (=wat de een normaal doet doet de ander nu en andersom)

401 betekenissen bevatten `eren`

  1. in de ijskast zetten (=(tijdelijk) niet uitvoeren)
  2. buiten spel blijven (=(willen) proberen niet betrokken te zijn)
  3. plat op de buik gaan (=aan iemand toegeven, zich overleveren)
  4. op de grote trom slaan (=aandacht proberen te krijgen voor diens zaak)
  5. aan iemands lippen hangen (=aandachtig luisteren)
  6. het oor scherpen/spitsen (=aandachtig luisteren)
  7. aan de voeten van Gamaliël zitten (=aandachtig luisteren naar de les die een wijs persoon meegeeft)
  8. kinderen die zwijgen zullen ook nooit wat krijgen (=aanvulling op `Kinderen die vragen worden overgeslagen.`)
  9. werelds goed is eb en vloed (=aardse goederen komen en gaan)
  10. je ziel en zaligheid verkopen (=absoluut alles opofferen)
  11. de barricades opgaan (=actie voeren om iets voor elkaar te krijgen of juist tegen te houden)
  12. het gelag betalen (=alle kosten moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben)
  13. geld stinkt niet (=alle manieren om aan geld te komen zijn toegestaan)
  14. al zijn patronen verschieten (=alle mogelijkheden uitproberen)
  15. de bastaard van de graaf wordt later bisschop (=alleen hoge heren kunnen hun buitenechtelijke kinderen een toekomst bieden)
  16. een haaienmaag hebben (=alles kunnen verorberen)
  17. eet geen paaseieren op goede vrijdag (=alles op zijn tijd, het feest niet te vroeg vieren)
  18. geen middel onbeproefd laten (=alles proberen om een doel te bereiken.)
  19. de ratten verlaten het zinkende schip (=als de omstandigheden verslechteren denken sommigen alleen aan zichzelf en vertrekken)
  20. als er één schaap over de dam is, volgen er meer (=als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
  21. eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
  22. als het hek van de dam is lopen de varkens in het koren (=als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band)
  23. als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
  24. eens gezegd, blijft gezegd (=als iemand iets belooft moet die dat ook uitvoeren)
  25. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  26. lieg ik, dan lieg ik in commissie (=als ik niet de waarheid vertel komt dat omdat ik niet beter weet of vertel wat anderen vertellen)
  27. je kan niet alle meisjes haten om één (=als je bent getrouwd wilt dat niet zeggen dat vrouwen je niet meer interesseren)
  28. laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
  29. kunst baart gunst. (=als je ergens bedreven in bent zijn anderen toegevender en welwillender)
  30. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
  31. in de nood eet de duivel vliegen. (=als je in nood verkeert, stel je je tevreden met dingen die je anders zou weigeren.)
  32. ouderdom komt met gebreken (=als je ouder wordt ga je van alles mankeren)
  33. goed voorgaan doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
  34. goed voorbeeld doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
  35. wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)
  36. op de kloosters reizen (=altijd bij vrienden of kennissen logeren)
  37. uit de toon vallen (=anders zijn dan de anderen)
  38. armoede zoekt list. (=armoede dwingt om op zoek te gaan naar alternatieve manieren om rond te komen)
  39. je bent om op te eten (met boter en suiker). (=beeldig, snoezig, hartveroverend, snoeperig.)
  40. geef het veulen geen haver en het kind geen brandewijn. (=behandel kinderen niet als grote mensen)
  41. iets in de verf zetten (=beklemtonen, accentueren)
  42. elk heeft genoeg in eigen tuin te wieden. (=bekritiseer geen anderen als je zelf niet perfect bent)
  43. iemand iets heten liegen (=beweren dat iemand gelogen heeft)
  44. buurmans gras is altijd groener (=bij anderen lijkt het altijd beter (omdat men daar de interne problemen niet van kent))
  45. bij kris en kras zweren (=bij hoog en bij laag zweren)
  46. wanneer de boeren niet meer klagen, nadert het einde der dagen (=boeren klagen altijd)
  47. in februari klagen de boeren het minst. (=boeren klagen altijd maar februari heeft de minste dagen om in te klagen (grapje))
  48. elk zijn meug, zei de boer en hij at paardenkeutels in plaats van vijgen. (=boeren zijn koppige mensen die hun eigen zin doen)
  49. men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. Aardappelen komen pas in mei uit)
  50. de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)

2 dialectgezegden bevatten `eren`

  1. Wie wöllen Hollands eren maar ' t Grunings nooit verleren. (=Wij willen de hollandse taal leren maar ons dialect nooit vergeten..) (gronings)
  2. Ze is weir in eren diaprast (=Ze doet weer moeilijk) (Aalsters)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen