de werkweek

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[ˈwɛrkwek]
Afbreekpatroon:	werk·week
Verbuigingen:	werkweken (meerv.)

1) aantal dagen dat je per week werkt

Voorbeeld:

`een vijfdaagse werkweek`

2) week waarin leerlingen aan een project werken, vaak buiten school

Voorbeeld:

`De zesde klas van het gymnasium gaat op werkweek naar Rome of Athene.`

• 1) Maandag tot en met vrijdag 2) Tijdseenheid 3) Periode van vijf dagen 4) Onderwijsterminologie
• week beschouwd met betrekking tot het aantal dagen of uren dat men werkt; deel van de week dat men (officieel) werkt kalenderweek die volgens arbeidsovereenkomst of planning bestemd is om te werken, in tegenstelling tot een vakantieweek

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de werkweek' of 'het werkweek'?

Het is 'de werkweek', want werkweek is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die werkweek'.

Wat is het meervoud van werkweek?

Het meervoud van werkweek is 'werkweken'. Eén werkweek, twee werkweken.

Wat betekent werkweek?

'aantal dagen dat je per week werkt' en 'week waarin leerlingen aan een project werken, vaak buiten school'

Hoe spel je werkweek?

werkweek spel je W E R K W E E K

Zoek werkweek op Woordenlijst.org
Zoek werkweek op Google
Zoek werkweek op Wikipedia