I het weer

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[wer]

temperatuur, bewolking, windsnelheid en vochtigheid op een bepaalde plaats ^meteorologie

Voorbeelden:	`Het is mooi weer vandaag.`, `Hoe is het weer daar?`
zwaar weer	(moeilijke omstandigheden) `De bank verkeert in zwaar weer.`
in/door weer en wind	(onder barre weersomstandigheden)
weer of geen weer	(zowel bij goed als bij slecht weer) `Weer of geen weer: we gaan kamperen!`

II weer

bijwoord

Uitspraak:

[wer]

1) nog een keer

Voorbeelden:	`Het is weer zover: mijn computer doet het niet meer.`, `Nee, niet weer hè!`, `Wanneer kom je weer eens op bezoek?`, `Wat nou weer?`
Synoniemen:	opnieuw, nogmaals, terug,
ook weer	(<dit zeg je als je vraagt naar iets wat je vergeten bent>) `Hoe heet jij ook weer?` Synoniem: alweer

2) zoals vroeger

Voorbeelden:

`Hij is weer beter.`, `We zijn weer thuis.`

alweer   andermaal   klimaat   nogmaals   opnieuw   weder   wederom   weerom   weersgesteldheid   weersomstandigheden   

• zo ziet men weer hoe een dubbeltje rollen kan (=zo zie je maar hoe het kan gaan)
• zo komt het kalfje weer bij zijn moer (=zo komt wat verloren was weer in orde)
• wie zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen (=schade kan nooit geheel worden goedgemaakt)
• weer op de been zijn (=niet langer ziek zijn)
• weer of geen weer (=hoe het weer ook is, het gaat door)
Toon alle 22 spreekwoorden die weer bevatten

Hoe kun je met weer een ander begrip versterken?
veranderlijk als het weer; wisselvallig als het weer;

• [I] atmosferische gesteldheid [II] bederf door invloed van licht of vochtigheid [III] opnieuw
• • [n] de atmosferische omstandigheden. • [m] een gesneden geitenbok. • [m] bezig zijn (zich te weren): "in de weer zijn".
• opnieuw vb: je hebt weer een koekje gepakt! ze heeft weer eens gelogen [voor de zoveelste keer] hoe laat begint de les ook al weer [ik heb het wel geweten, maar ik weet het niet meer]
• temperatuur, bewolking, neerslag en wind vb: het is mooi weer vandaag mooi weer spelen [net doen alsof er niets aan de hand is] in weer en wind [altijd, hoe slecht het weer ook is] het is geen weer [heel slecht weer] er is zwaar weer op komst [het gaat stormen- er komen moeilijke tijden] weer of geen weer [on...
• [Vergeten woorden] (m.) bewoner, weerbaar man [in burger, mogelijk zater bewoner, ? weer man, ~ weren]

Toon uitgebreidere definities

• weerachtig• weeral• weeralarm• weerbaar• weerbaarheid• weerbaarheidstraining• weerballon• weerbarstig• weerbarstigheid• weerbeeld• weerbeïnvloeding• weerbericht• weerbestendig• weerbloem• weerborstel• weerbots• weerbureau• weerdag• weerdienst• weerdruk
• Toon alle woorden die beginnen met weer

• alweer• brandweer• dubbelloopsgeweer• geweer• heen-en-weer• hondenweer• machinegeweer• noodweer• onweer• verweer• vriesweer• zweer• zwemweer• zomerweer• zeilweer• winterweer• weg en weer• wandelweer• voorjaarsweer• visweer
• Toon alle woorden die eindigen op weer

1. weer (atmosferische gesteldheid)
2. weer (eelt)
3. weer (gesneden ram)
4. weer (terug, opnieuw)
5. weer (wal, muur)

Schrijf je alweer (aaneengeschreven) of al weer (in twee woorden)? Zie Al weer / alweer

Is het 'de weer' of 'het weer'?

Het is 'het weer', want weer is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat weer'.

Wat betekent weer?

'temperatuur, bewolking, windsnelheid en vochtigheid op een bepaalde plaats'

Hoe spel je weer?

weer spel je W E E R

Wat is een ander woord voor weer?

Andere woorden voor weer zijn alweer, andermaal, klimaat, nogmaals, opnieuw, weder, wederom, weerom, weersgesteldheid en weersomstandigheden.

Zoek weer op Woordenlijst.org
Zoek weer op Google
Zoek weer op Wikipedia