waait als dialectwoord
ver (turnhouts)   tarwe (Gronings)  

Spreekwoorden en zegswijzen
• zo de wind waait, waait zijn jasje (=iemand zonder principes, die zonder eigen mening anderen naar de mond praat)
• weten uit welke hoek de wind waait (=weten hoe het in elkaar zit, wie de baas is)
• elke bos stro waait voor de wind (=onder makkelijke omstandigheden kan iedereen welvaren of iets uitvoeren)
• de wind waait uit een andere hoek (=de meningen/omstandigheden zijn veranderd)
• de wind waait uit die hoek (=een mening van iemand uit een bepaalde groep/partij)
Naar de spreekwoorden

1 definitie op Encyclo
  • •derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waaien.
Toon uitgebreidere definities

Op andere websites
Zoek waait op Woordenlijst.org
Zoek waait op Google
Zoek waait op Wikipedia