voorschieten
werkw.
| Uitspraak: | ['vorsxitə(n)] |
| Afbreekpatroon: | voor·schie·ten |
| Vervoegingen: | schoot voor (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | heeft voorgeschoten (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen |
voor iemand betalen, die jou later terugbetaalt | Voorbeeld: | `Kun je mij even voorschieten? Ik ben mijn portemonnee vergeten.` | |
Synoniemen
lenen 2 definities op Encyclo
- • [ditr] iemand een geldbedrag geven dat later verrekend zal worden. (+audio)
- 1) Lenen 2) Verschieten 3) Avanceren 4) Schieten
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
voorschieten (voor een ander betalen in afwachting van terugbetaling)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van voorschieten?
De verleden tijd van voorschieten is 'schoot voor'. Het voltooid deelwoord is 'heeft voorgeschoten'.
Wat betekent voorschieten?
'voor iemand betalen, die jou later terugbetaalt'
Hoe spel je voorschieten?
voorschieten spel je V O O R S C H I E T E N
Wat is een ander woord voor voorschieten?
Een ander woord voorschieten is lenen.Op andere websites
Zoek
voorschieten op Woordenlijst.org
Zoek
voorschieten op Google
Zoek
voorschieten op Wikipedia