| Uitspraak: | [vlur] |
| Verbuigingen: | vloeren (meerv.) |
| Voorbeeld: | `Haar kleren lagen verspreid over de vloer.` | |
| Je kunt er van de vloer eten. | (het is er zeer schoon) | |
| over de vloer komen bij iemand | (op bezoek komen bij iemand) | |
| de vloer aanvegen met iemand | (iemand op overtuigende wijze verslaan of bekritiseren) |
