vlet Nederlands woordenboek

vlet als dialectwoord

• vliet (Bilzers) • straatgoot (Tongers) • straatgoot (Munsterbilzen - Minsters) • vloot, afvoer (Munsterbilzen - Minsters)

10 definities op Encyclo

[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] vrachtschip op de binnenwateren
[Vergeten woorden] (o. vletten), vlette 1) vloer 2) vertrek, kamer 3) groep kamers, kwartier, verblijf, woning [van vlat]
1) Klein vaartuig 2) Plat vaartuig 3) Platboomd vaartuig 4) Platgegooid vaartuig 5) Klein vrachtvaartuig 6) Vleet 7) Klein platboomd vaartuig 8) Klein plat vaartuig 9) Sloep 10) Licht bootje 11) Roeibootje 12) Historisch vaartuig 13) Roeiboot 14) Vaartuig 15) Vrachtvaartuig 16) Boot
1> scheepstype : houten of stalen vaartuig met ver vooroverhangend voorschip , halfronde dwarsdoorsnede en (meestal) een spiegel . Soms geschreven als vleet of als vleetschip . [ Afbeeldingen .] - Houten vletten zijn meestal overnaads gebouwd. Daarbij lopen alle gangen van spiegel tot steven door om zich op d...
De vlet is van oorsprong een overnaads gebouwde roeiboot met rond vlak, weinig diepgang en overhangende, lepelvormige boeg om op het strand te kunnen landen. De boten werden vooral in Noord-Holland voor de Zuiderzeevisserij op de westwal gebruikt. Men denkt dat ze van Noorse herkomst zijn.

Deze woorden beginnen met vlet:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Op andere websites

Recentelijk gezocht