pushen

werkw.
Uitspraak:  ['puʃə(n)]
Afbreekpatroon:  pu·shen
Vervoegingen:  pushte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gepusht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) iemand flink aansporen om iets te doen
Voorbeeld:  `Ik wil best maar niet als jullie me zo pushen.`

2) bij hockey de bal duwend met de stick naar voren stoten sport
Voorbeeld:  `De spits pushte de bal prachtig in het doel.`
Synoniem:  stoten

Zie ook:  push


Synoniemen
aanbevelen   aansporen   dealen   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Pluggen 2) Promoten 3) Aansporen 4) Dealen 5) Aanbevelen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van pushen?
De verleden tijd van pushen is 'pushte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gepusht'.
Wat betekent pushen?
'iemand flink aansporen om iets te doen' en 'bij hockey de bal duwend met de stick naar voren stoten'
Hoe spel je pushen?
pushen spel je P U S H E N
Wat is een ander woord voor pushen?
Andere woorden voor pushen zijn aanbevelen, aansporen en dealen.

Op andere websites
Zoek pushen op Woordenlijst.org
Zoek pushen op Google
Zoek pushen op Wikipedia