• [anatomie] uitstekend lichaamsdeel van vissen en andere aquatische dieren die zij gebruiken voor de voortbeweging.
elk van de platte ledematen waarmee vissen zwemmen vb: de vis gebruikt zijn vinnen om zich te verplaatsen geen vin verroeren [je helemaal niet bewegen]
[Bargoens, boeventaal] barst. Een vin in een ruit zetten (een barst erin maken). [73]
1) Zwemwiek 2) Zwemvlies 3) Barst (volkstaal) 4) Korte vorm van Vincent 5) Vissenorgaan 6) Visorgaan 7) Visdeel 8) Voortbewegingorgaan 9) Korte voornaam 10) Korte jongensnaam 11) Lichaamsdeel van een vis 12) Bewegingsorgaan van een vis 13) Puistje 14) Schoep 15) Roodpuntige puist 16) Puist 17) Bloedzweer