versperren

werkw.

Uitspraak:	[vərˈspɛrə(n)]
Afbreekpatroon:	ver·sper·ren
Vervoegingen:	versperde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft versperd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met een hindernis de doorgang onmogelijk maken

Voorbeeld:	`de weg versperren`
Synoniem:	blokkeren

Synoniemen

5 definities op Encyclo

[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Versperren``] Eene poort, eene brug, eene straat versperren. Zie Barrikaden
met een of meer dingen afsluiten vb: hij heeft de weg versperd met vuilnisbakken Synoniem: blokkeren
1) Afsluiten 2) De toegang afsluiten 3) Barricaderen 4) Afsnijden 5) Blokkeren 6) Verwoesten 7) Toegang afsluiten 8) Belemmeren
afsluiten door het plaatsen van een hindernis Jaar van herkomst: 1338 (MNW )
Versperren is belemmeren, bemoeilijken, de doortocht verhinderen. [basiswoordenlijst groep 6]

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van versperren is 'versperde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft versperd'.

'met een hindernis de doorgang onmogelijk maken'

versperren spel je V E R S P E R R E N

Andere woorden voor versperren zijn afsluiten, afsnijden, barricaderen, belemmeren en blokkeren.

Op andere websites

Recentelijk gezocht