uitklappen

werkw.
Uitspraak:  ['œytklɑpə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·klap·pen
Vervoegingen:  klapte uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgeklapt (volt.deelw.)

naar buiten toe opendoen
Voorbeelden:  `een menu in je tekstverwerker uitklappen`,
`je paraplu uitklappen`,
`je slaapbank uitklappen als je een gast hebt die blijft slapen`
Antoniem:  inklappen


Synoniemen
eruit flappen   ontvouwen   openspreiden   openvouwen   uitslaan   uitspreiden   uitvouwen   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Uitspreiden 2) Uitvouwen 3) Openen 4) Openslaan 5) Naar buiten vouwen 6) Openspreiden 7) Uitslaan 8) Ontvouwen 9) Openvouwen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitklappen?
De verleden tijd van uitklappen is 'klapte uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgeklapt'.
Wat betekent uitklappen?
'naar buiten toe opendoen'
Hoe spel je uitklappen?
uitklappen spel je U I T K L A P P E N
Wat is een ander woord voor uitklappen?
Andere woorden voor uitklappen zijn eruit flappen, ontvouwen, openspreiden, openvouwen, uitslaan, uitspreiden en uitvouwen.

Op andere websites
Zoek uitklappen op Woordenlijst.org
Zoek uitklappen op Google
Zoek uitklappen op Wikipedia