uitbaten

werkw.

Uitspraak:	['œydbatə(n)]
Afbreekpatroon:	uit·ba·ten
Vervoegingen:	baatte uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft uitgebaat (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

geld verdienen aan of met (iets)

Voorbeelden:	`je foto's commercieel uitbaten via internet`, `De skihal baat de horeca uit volgens de gebruikelijke horecaregels.`
Synoniem:	exploiteren

Synoniemen

3 definities op Encyclo

1) Exploiteren 2) Runnen 3) Melken 4) Benutten 5) Beheren
exploiteren Jaar van herkomst: 1863 (WNT )
iets beheren om het productief of winstgevend te maken; exploiteren Met als object een bezit, recht, dienstverlening, productiefaciliteit of bedrijf.

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van uitbaten is 'baatte uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgebaat'.

'geld verdienen aan of met (iets)'

uitbaten spel je U I T B A T E N

Andere woorden voor uitbaten zijn benutten en exploiteren.

Op andere websites

Recentelijk gezocht