de titel

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈtitəl]
Afbreekpatroon:	ti·tel
Verbuigingen:	titels (meerv.)

1) naam van een tekst, film of kunstwerk

Voorbeeld:	`De titel van het boek is "Honderd jaar eenzaamheid".`
een pakkende titel	(een titel die publiek aantrekt)

2) toegevoegde kwalificatie aan je naam omdat je van adel bent of een bepaalde universitaire opleiding hebt

Voorbeelden:

`'Ingenieur', 'doctor' en 'master' zijn academische titels.`, `een adellijke titel`

3) kwalificatie als kampioen ^sport

Voorbeeld:

`de titel van landskampioen`

aanhef   boektitel   graad   hoofd   naam   opschrift   recht   rechtstitel   rubriek   waardigheidstitel   

• •opschrift van een boek of ander document. •academische of adellijke aanduiding van een persoon.
• vetgedrukte regel boven een tekst vb: welke titel heeft deze tekst? Synoniem: kop aanduiding die je voor of achter je naam mag zetten vb: 'jonkheer' en 'ingenieur' zijn titels aanduiding dat je kampioen bent vb: deze club haalt de wereldtitel voor de titel strijden [deelnemen aan een wedstrijd om uit te maken...
• Let op: Spelling van 1858 titre, Fr., titulus, Lat., opschrift, bovenschrift; ook het titelblad; insgelijks de benoeming der eertitels van eenen openbaren persoon. Voorts een regtsgrond, voorwendsel, b.v.: quo titulo, Lat., à quel titre, Fr., met welk regt, onder welk voorwendsel? Titulair, titularius, Lat.,...
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] datgeen, waaruit iemands recht zijn oorsprong neemt.
• Def.: benaming, vaak door de overheid verleend, waaronder iemand. een functie vervult en waarmee tevens een maatschappelijke positie of waardigheid wordt aangeduid

Toon uitgebreidere definities

• titelblad• titelen• titelgevecht• titelhouder• titelhoudster• titelkandidaat• titellied• titelpagina• titelprolongatie• titelrol• titelsong• titelstress• titelstrijd• titeltoernooi• titelverdediger• titelverdedigster• titelvignet

• aanspreektitel• landstitel• wereldtitel• werktitel• voettitel• subtitel• sprinttitel• rugtitel• ondertitel• keizerstitel• jeugdtitel• grandslamtitel• functietitel• fondstitel• filmtitel• eretitel• dubbeltitel• doctorstitel• doctorandustitel• boektitel

titel (naam, opschrift; kwalificatie)

1. Hoe moet een burgemeester die ook meester is in Nederland aangeschreven worden? Zie Titulatuur en titels in Nederland voorrangsregels
2. Zijn er in de volgende zin aanhalingstekens nodig om de titel weer te geven: U kunt alles nog eens nalezen op de website van `De Standaard`? Zie Aanhalingstekens en cursivering bij titels
3. Schrijf je in een tekst titulatuur met kleine letters of met hoofdletters? Zie hoofdletters bij titulatuur

Is het 'de titel' of 'het titel'?

Het is 'de titel', want titel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die titel'.

Wat is het meervoud van titel?

Het meervoud van titel is 'titels'. Eén titel, twee titels.

Wat betekent titel?

'naam van een tekst, film of kunstwerk' en 'toegevoegde kwalificatie aan je naam omdat je van adel bent of een bepaalde universitaire opleiding hebt' en 'kwalificatie als kampioen'

Hoe spel je titel?

titel spel je T I T E L

Wat is een ander woord voor titel?

Andere woorden voor titel zijn aanhef, boektitel, graad, hoofd, naam, opschrift, recht, rechtstitel, rubriek en waardigheidstitel.

Zoek titel op Woordenlijst.org
Zoek titel op Google
Zoek titel op Wikipedia