het surplus

zelfst.naamw.
Afbreekpatroon:  sur·plus
Herkomst:  «Frans

1) dat wat het bedrag overschrijdt
Voorbeeld:  `Een consumentensurplus ontstaat wanneer consumenten bereid zijn om méér te betalen dan de geldende prijs.`
Synoniem:  overwaarde

2) overschot
Voorbeeld:  `landbouwsurplus (landbouwoverschot)`
Synoniemen:  overblijfsel, overreserve


Synoniemen
agio   exces   overdaad   overmaat   overschot   rest   teveel   

7 definities op Encyclo
  • Let op: Spelling van 1858 Fr., het overschot, meerdere, wat er overig is, rest
  • 1) Staart 2) Overwaarde 3) Overschot 4) Exces 5) Overmaat 6) Teveel 7) Overdaad 8) Tegoed 9) Agio 10) Restant 11) Rest 12) Opgeld 13) Reserve 14) Winst
  • Dat gedeelte van de agrarische productie dat overblijft nadat een boerenhuishouden er de eigen consumptie en het zaaigoed voor de volgende oogst heeft afgetrokken.
  • overschot
  • overschot Jaar van herkomst: 1370-1378 (HWS )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
surplus (overschot)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de surplus' of 'het surplus'?
Het is 'het surplus', want surplus is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat surplus'.
Wat betekent surplus?
'dat wat het bedrag overschrijdt' en 'overschot'
Hoe spel je surplus?
surplus spel je S U R P L U S
Wat is een ander woord voor surplus?
Andere woorden voor surplus zijn agio, exces, overdaad, overmaat, overschot, rest en teveel.

Op andere websites
Zoek surplus op Woordenlijst.org
Zoek surplus op Google
Zoek surplus op Wikipedia