• halskotelet (Bilzers)   • varkenslapje van het schouderstuk (Evergems)  

• een spiering uitwerpen om een kabeljauw te vangen (=iets kleins aan een ander geven met de gedachte zelf iets groots terug te krijgen)
• een spiering is vis als er anders niet is (=als je honger hebt, ben je niet kieskeurig / bij gebrek aan beter)
• de spiering doet de kabeljauw afslaan (=veel slechte waar op de markt doet de prijzen van de goede waar dalen)
Naar de spreekwoorden

• • [vissen] "Osmerus eperlanus", een klein zilverwit visje dat voorkomt in zowel zoet- als zoutwater.
• 1) Zeevis 2) Kleine vis 3) Smelt 4) Dier 5) Komkommervisje 6) Visje 7) Zalmachtige vis 8) Zandaal 9) Waterdier 10) Zalmvis 11) Mager persoon 12) Zoutwatervis 13) Vis uit de Noordzee 14) Beenvis 15) Vis 16) Zalm
• beenvis
• beenvis Jaar van herkomst: 1210-1240 (CG I 1, 6 )
• De 'spiering' ('Osmerus eperlanus') is een visje dat behoort tot de familie van de spieringen ('Osmeridae'). Dit visje komt voor in zowel zoet als zout water en is een echte scholenvis.

Toon uitgebreidere definities

spiering (vis uit de familie der Osmeridae)

Zoek spiering op Woordenlijst.org
Zoek spiering op Google
Zoek spiering op Wikipedia