• twee ruggen uit een varken willen snijden (=uit één ding dubbel het voordeel willen halen) • nieuwe messen snijden scherp (=met iets (iemand) nieuws is het aangenaam werken) • je in de vingers snijden (=jezelf (onbedoeld) benadelen) • iemands levensdraad afsnijden (=doden) • iemand de pas afsnijden (=iemand verhinderen een bepaalde actie uit te voeren) Toon alle 13 spreekwoorden die snijd bevatten