de sjoel

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ʃul]
Verbuigingen:	sjoels (meerv.)

gebedshuis van joden ^religie

Voorbeeld:	`Joden die naar de sjoel gaan om te bidden.`
Synoniem:	synagoge

• •gebedshuis van jood
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] van Hoogduits schule, oorspronkelijk: de plaats, waar godsdienst geleerd wordt, later in het bijzonder de Synagoge.
• [jodendom] (Hebreeuws: school) Jiddische aanduiding van de synagoge, plaats van samenkomst van de Joodse gemeente, plaats waar 'geleerd' wordt. Leerhuis en bedehuis hangen nauw samen.
• (Uit `De sociologische structuur onzer taal - De Jodentaal.`, 1914) , van Hgd. Schule, oorspronkelijk: de plaats, waar godsdienst geleerd wordt, later in het bijzonder de synagoge
• 1) Religieus gebouw 2) Bedehuis 3) Synagoge 4) Joods gebedshuis 5) Kerk

Toon uitgebreidere definities

• sjoelen

• ziekenhuissjoel

sjoel (synagoge)

Is het 'de sjoel' of 'het sjoel'?

Het is 'de sjoel', want sjoel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die sjoel'.

Wat is het meervoud van sjoel?

Het meervoud van sjoel is 'sjoels'. Eén sjoel, twee sjoels.

Wat betekent sjoel?

'gebedshuis van joden'

Hoe spel je sjoel?

sjoel spel je S J O E L

Zoek sjoel op Woordenlijst.org
Zoek sjoel op Google
Zoek sjoel op Wikipedia