schemeren

werkw.
Uitspraak:  ['sxemərə(n)]
Afbreekpatroon:  sche·me·ren
Vervoegingen:  schemerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geschemerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

donker beginnen te worden doordat de zon ondergaat
Voorbeeld:  `Rond deze tijd begint het om half negen al te schemeren.`

Zie ook:  schemer


Synoniemen
avond worden   deemstering   donkeren   doorschemeren   halfdonker   schemer   schemerdonker   schemering   schemerlicht   

5 definities op Encyclo
  • •donker of licht worden, tussen licht en donker zijn.
  • een beetje donker zijn vb: we gaan naar binnen want het begint te schemeren vaag te zien zijn vb: er schemert iets wits tussen de bomen in het bijna donker zitten vb: we zaten gezellig nog een poosje te schemeren het begint te schemeren bij hem [hij begint het te snappen]
  • 1) Deemstering 2) Schemerlicht 3) Schemering 4) Schemerdonker 5) Doorschemeren 6) Vaag zichtbaar zijn 7) Vaag waarneembaar zijn 8) Halfdonker 9) Tussen licht en donker zijn 10) Donkeren 11) Donker worden
  • tussen licht en donker zijn
  • tussen licht en donker zijn Jaar van herkomst: 1285 (CG Rijmb. )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op schemeren:
doorschemeren

Herkomst volgens etymologiebank.nl
schemeren (tussen licht en donker zijn)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van schemeren?
De verleden tijd van schemeren is 'schemerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geschemerd'.
Wat betekent schemeren?
'donker beginnen te worden doordat de zon ondergaat'
Hoe spel je schemeren?
schemeren spel je S C H E M E R E N
Wat is een ander woord voor schemeren?
Andere woorden voor schemeren zijn avond worden, deemstering, donkeren, doorschemeren, halfdonker, schemer, schemerdonker, schemering en schemerlicht.

Op andere websites
Zoek schemeren op Woordenlijst.org
Zoek schemeren op Google
Zoek schemeren op Wikipedia