samenleven

werkw.
Uitspraak:  [ˈsamə(n)levə(n)]
Afbreekpatroon:  sa·men·le·ven
Vervoegingen:  leefde samen (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft samengeleefd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

als partners of gezinsleden samenwonen
Voorbeeld:  `Dit jochie heeft nooit in een normaal gezinsverband met zijn ouders samengeleefd.`


Synoniemen
samenwonen   

4 definities op Encyclo
  • met een partner in hetzelfde huis wonen vb: u hebt vier jaar met haar samengeleefd Synoniem: samenwonen
  • 1) Ongehuwd bij elkaar wonen 2) Samenwonen 3) Samenhokken 4) Bij elkaar wonen
  • Honderd jaar geleden was het niet zo moeilijk te bedenken hoe je je leven wilde leiden: je zocht een geschikte partner, ging daarmee trouwen en stichtte een gezin. Tegenwoordig is er veel meer keuzevrijheid. Er zijn gezinnen met een vader en een moeder, met twee moeders of twee vaders, met alleenstaande vader...
  • leven als man en vrouw zonder getrouwd te zijn
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van samenleven?
De verleden tijd van samenleven is 'leefde samen'. Het voltooid deelwoord is 'heeft samengeleefd'.
Wat betekent samenleven?
'als partners of gezinsleden samenwonen'
Hoe spel je samenleven?
samenleven spel je S A M E N L E V E N
Wat is een ander woord voor samenleven?
Een ander woord samenleven is samenwonen.

Op andere websites
Zoek samenleven op Woordenlijst.org
Zoek samenleven op Google
Zoek samenleven op Wikipedia