revalideren

werkw.

Uitspraak:	[revaliˈderə(n)]
Afbreekpatroon:	re·va·li·de·ren
Vervoegingen:	revalideerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	is gerevalideerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

opnieuw leren bewegen na een operatie of ongeluk

1 definitie op Encyclo

1) Weer gezond maken 2) Herstellen na ziekte 3) Gezond maken 4) Genezen na een ongeval 5) Genezen na een ongeluk 6) Weer valide maken 7) Beter worden 8) Weer gezond worden

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van revalideren is 'revalideerde'. Het voltooid deelwoord is 'is gerevalideerd'.

'opnieuw leren bewegen na een operatie of ongeluk'

revalideren spel je R E V A L I D E R E N

Op andere websites

Recentelijk gezocht