I het rek

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[rɛk]
Verbuigingen:	rekken (meerv.)

constructie van latten of stangen om iets op te leggen of te hangen

Voorbeelden:

`droogrek`, `bagagerek`, `klimrek`

II de rek

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[rɛk]

mate waarin je iets langer of breder kunt maken

Voorbeeld:	`Er zit geen rek meer in het elastiek.`
De rek is eruit.	(het is niet mogelijk nog meer problemen op te lossen)

droogrek   elasticiteit   latwerk   paraplubak   poot   rekbaarheid   spankracht   staander   stellage   stelling   stijl   veerkracht   

• • [m] vergroting van de lengte van een voorwerp door het aanbrengen van een trekkracht. • [n] een raamwerk bedoeld voor het bergen van voorwerpen.
• voorwerp met stangen of latten waaraan je iets kunt ophangen of waarin je iets kunt opbergen vb: wij gebruiken een droogrek voor de was eigenschap van iets dat wijder of langer getrokken kan worden vb: er zit een goede rek in deze panty de rek is eruit bij hem [hij kan niet veel meer hebben]
• [Vergeten woorden] (o.), rekker 1) duisternis, donker 2) schemering [= IJslands rökkur]
• 1) Paraplubak 2) Voorraadplek 3) Plankconstructie 4) Opbergplaats 5) Standaard 6) Staander 7) Latwerk 8) Houten draagvlak 9) Houten raam 10) Rekkracht 11) Gymtoestel 12) Gymnastiektoestel 13) Latwerk om iets op te plaatsen 14) Keukengerei 15) Uitgestrektheid 16) Schap 17) Uitstel 18) Roest voor hoenders
• gestel van latten

Toon uitgebreidere definities

• rekbaar• rekbaarheid• rekband• rekel• rekenaar• rekenarij• rekenblad• rekenboek• rekeneenheid• rekenen• rekenen op• rekenen tot• rekenfout• Rekenhof• rekening• rekening-courant• rekeninghouder• rekeningnummer• rekeningoverzicht• rekeningrijden
• Toon alle woorden die beginnen met rek

• afdruiprek• aftrek• gebrek• gesprek• hypotheekrenteaftrek• intakegesprek• intrek• klimrek• omtrek• slaapvertrek• sollicitatiegesprek• startersaftrek• telefoongesprek• trek• vertrek• vogeltrek• vraaggesprek• vrek• wandrek• wasrek
• Toon alle woorden die eindigen op rek

1. rek (eind wegs)
2. rek (gestel van latten)
3. rek (het rekken)
4. rek (kikkerrit)
5. rek = rak (zeilband)

Is het 'de rek' of 'het rek'?

Het is 'het rek', want rek is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat rek'.

Wat is het meervoud van rek?

Het meervoud van rek is 'rekken'. Eén rek, twee rekken.

Wat betekent rek?

'constructie van latten of stangen om iets op te leggen of te hangen'

Hoe spel je rek?

rek spel je R E K

Wat is een ander woord voor rek?

Andere woorden voor rek zijn droogrek, elasticiteit, latwerk, paraplubak, poot, rekbaarheid, spankracht, staander, stellage, stelling, stijl en veerkracht.

Zoek rek op Woordenlijst.org
Zoek rek op Google
Zoek rek op Wikipedia