purper

bijv.naamw.

Uitspraak:	['pʏrpər]
Afbreekpatroon:	pur·per

tussen paars en rood in

Voorbeeld:

`De hemel was purper.`

paars   pimpelpaars   purperen   

• paarsrode kleur vb: koningen droegen vaak een purperen mantel
• Let op: Spelling van 1858 fijne katoenen stof van eene hoog donkerroode kleur, tot verkrijging van welke kleur men zich bediende van eene soort van zeeslakken, door de Hebreeuwen Argaman, door de Grieken Porphyra en door de Romeinen Purpura genoemd
• 1) Mengkleur van rood en violet 2) Roodpaars 3) Rode kleurstof 4) Teken van waardigheid 5) Heraldische kleur 6) Pimpelpaars 7) Paars rood 8) Paars 9) Koningskleur 10) Karmozijn 11) Paarsrood 12) Paarsrode verfstof 13) Donkerrood 14) Paarsrode kleur 15) Kleur 16) Bewerkingstechniek 17) Schildertechniek
• paarsrode kleur
• paarsrode kleur Jaar van herkomst: 1285 (CG Rijmb. )

Toon uitgebreidere definities

• purperen• purperrood• purperverf• purperviolet

• verkeerspurper• goudpurper

purper (paarsrode kleurstof)

Schrijf je karmozijn met ei of ij? Zie karmozijn / karmozein

Wat betekent purper?

'tussen paars en rood in'

Hoe spel je purper?

purper spel je P U R P E R

Wat is een ander woord voor purper?

Andere woorden voor purper zijn paars, pimpelpaars en purperen.

Zoek purper op Woordenlijst.org
Zoek purper op Google
Zoek purper op Wikipedia