I de (m)/het plus

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [plʏs]
Verbuigingen:  plussen (meerv.)

het teken +
Voorbeeld:  `Op de lijst staat een plusje voor de dingen die je moet meebrengen.`
Antoniem:  min


II plus

bijwoord
Uitspraak:  [plʏs]

1) <na een getal>
meer dan de waarde van dat getal
Voorbeeld:  `een 6 plus krijgen voor een proefwerk`
20+ kaas  (kaas met een vetgehalte boven de 20 procent)

2) <voor een getal>
met de waarde van dat getal boven nul
Voorbeeld:  `gemiddelde temperatuur: plus 5 graden`


III plus

conjunction
Uitspraak:  [plʏs]

<tussen getallen>
tel bij elkaar op
Voorbeeld:  `Zeven plus vier is elf.`


Synoniemen
daarbovenop   en   overschot   pluspunt   plusteken   min (antoniem)   minus (antoniem)   

9 definities op Encyclo
  • •en, daarbij. •rekenkunde
  • geeft aan dat je het tweede getal moet optellen bij het eerste vb: tien plus drie is dertien waar je het mee moet vermeerderen vb: dat is verkoopprijs plus btw
  • wat nog over is vb: we hadden een plus van 10.000 euro Synoniemen: rest overblijfsel overschot restant het plusteken vb: je zet een plusje tussen die getallen als je ze wilt optellen plussen en minnen [voor- en nadelen]
  • wat positief is, boven nul vb: het is plus 21 graden Celsius 40+ kaas [met minstens 40 procent vet] 65 plus [65 jaar of ouder]
  • Let op: Spelling van 1858 Lat, meer; in de rekenk., de vermeerdering van een getal, in tegenoverstelling van minus, minder. Plus minus, Lat., meer of minder, ongeveer, omtrent zoo veel. Plus offerentes, Lat., de meestbiedenden
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met plus:
plusdochterplusfourpluskindplusmamaplusminusplusmoederplusouderpluspapapluspoolpluspuntplusquamperfectumplusserplusstrookplustekenplusvader

Deze woorden eindigen op plus:
zestigplusvijftigplussurplusvijfenzestigplus

Herkomst volgens etymologiebank.nl
plus (vermeerderd met; rekenteken, gunstig element)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de plus' of 'het plus'?
Het is zowel 'de plus' als 'het plus'. Als je het aanwijst is het 'die plus' of 'dat plus'.
Wat is het meervoud van plus?
Het meervoud van plus is 'plussen'. Eén plus, twee plussen.
Wat betekent plus?
'het teken +'
Hoe spel je plus?
plus spel je P L U S
Wat is een ander woord voor plus?
Andere woorden voor plus zijn daarbovenop, en, overschot, pluspunt en plusteken.
Wat is het tegenovergestelde van plus?
Antoniemen van plus zijn min en minus.

Op andere websites
Zoek plus op Woordenlijst.org
Zoek plus op Google
Zoek plus op Wikipedia