pikkel Nederlands woordenboek

pikkel als dialectwoord

• poot (ook soms voor `been`) (Lebbeeks) • hooimijt (Hoogstraats) • Drievoet (Onze-Lieve-Vrouw-Waver) • poot (Booms) • stoeltje (Bilzers) • stoeltje (melk-) (Bilzers)
Toon alle 11 dialectwoorden

5 definities op Encyclo

1.poot van een tafel, (VD I 1) stoel, enz. Voorbeeld: ‘We kochten een zetel van acht en vijftig franken. Omdat ik de oudste was, mocht ik hem dragen. Ik plaatste hem met de zate op mijn hoofd en hield hem bij de pikkels’ 2.(scherts.) been (VD I 2) Voorbeeld: ‘Op de laatste trede staat hij recht, keert ...
1) Stip 2) Stippel 3) Stoelpoot 4) Boerenwerktuig 5) Tafelpoot 6) Fietsenstandaard 7) Been 8) Punt 9) Mengsel van zuur en zout 10) Poot van een tafel
mengsel van zuur en zout (toon de herkomst via de etymologiebank)
mengsel van zuur en zout Jaar van herkomst: 1961 (GVD )
Pikkels zijn oude vrijstaande weegtoestellen met balans en schalen. Dergelijke toestellen staan op drie poten. Door hun opbouw zijn zij makkelijk verplaatsbaar. (Het waagstuk. Wegen en waaggebouwen in Nederland, div. auteurs, Amsterdam 1990)

Deze woorden beginnen met pikkel:

Deze woorden eindigen op pikkel:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Op andere websites