het pakje

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈpɑkjə]
Afbreekpatroon:	pak·je
Verbuigingen:	pakjes (meerv.)

1) postpakket

Voorbeeld:

`Er is een pakje voor je bezorgd.`

2) ingepakt cadeau

Voorbeeld:

`Met Kerstmis leggen we de pakjes onder de kerstboom.`

Zie ook:

pak

cadeau   doosje   pak   pakket   postpakket   

• een pakje wordt een zakje. (=als je een probleem niet aanpakt kan het zich uitbreiden en erger worden.)
Naar de spreekwoorden

• •cadeautje, geschenkje. •verkleinwoord van pak.
• 1) Ingepakt poststuk 2) Omhelzing 3) Pakket 4) Bundeltje 5) Verpakt geschenk 6) Frisdrankverpakking 7) Geschenk 8) Geschenkje 9) Doosje 10) Poststuk 11) Postpakket 12) Deux-pièces 13) Cadeau 14) Cadeautje 15) Knuffel 16) Kledingensemble 17) Collo 18) Deel van een aar

Toon uitgebreidere definities

• pakjesavond• pakjesbus• pakjesdrager• pakjesfeest

• stoeipakje• sigarettenpakje• buspakje

Is het 'de pakje' of 'het pakje'?

Het is 'het pakje', want pakje is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat pakje'.

Wat is het meervoud van pakje?

Het meervoud van pakje is 'pakjes'. Eén pakje, twee pakjes.

Wat betekent pakje?

'postpakket' en 'ingepakt cadeau'

Hoe spel je pakje?

pakje spel je P A K J E

Wat is een ander woord voor pakje?

Andere woorden voor pakje zijn cadeau, doosje, pak, pakket en postpakket.

Zoek pakje op Woordenlijst.org
Zoek pakje op Google
Zoek pakje op Wikipedia