opzeggen

werkw.
Uitspraak:  [ˈɔpsɛxə(n)]
Afbreekpatroon:  op·zeg·gen
Vervoegingen:  zegde op, zei op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft opgezegd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (een afspraak of overeenkomst) beëindigen
Voorbeeld:  `een abonnement op een krant opzeggen`

2) (een tekst) hardop uitspreken
Voorbeeld:  `De kleine wilde met Moederdag per se een gedichtje opzeggen.`


Synoniemen
beëindigen   declameren   ontslagaanvraag   opzegging   reciteren   voordragen   zeggen   

5 definities op Encyclo
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Opzeggen``] eenen wapenstilstand. Zie Wapenstilstand
  • een eind maken aan een afspraak die er was vb: we hebben de huur van het huis opgezegd het uit je hoofd zeggen of navertellen vb: Susan heeft een gedicht opgezegd Synoniem: voordragen
  • 1) Uit het hoofd zeggen 2) Declameren 3) Afdanken 4) Afscheid nemen 5) Afzeggen 6) Bedanken 7) Voordragen 8) Reciteren 9) Opzegging 10) Oplepelen 11) Opbrabbelen 12) Ontslagaanvraag 13) Ontslaan 14) Ontslag nemen 15) Iets verlaten 16) Beëindigen 17) Een verbintenis verbreken 18) Luid voordragen 19) Wegdoen
  • Ontslag nemen.
  • verbintenissenrecht: de eenzijdige rechtshandeling die, mits tijdig en correct, leidt tot be멮diging van de wederzijdse ...
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van opzeggen?
De verleden tijd van opzeggen is 'zegde op, zei op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgezegd'.
Wat betekent opzeggen?
'(een afspraak of overeenkomst) beëindigen' en '(een tekst) hardop uitspreken'
Hoe spel je opzeggen?
opzeggen spel je O P Z E G G E N
Wat is een ander woord voor opzeggen?
Andere woorden voor opzeggen zijn beëindigen, declameren, ontslagaanvraag, opzegging, reciteren, voordragen en zeggen.

Op andere websites
Zoek opzeggen op Woordenlijst.org
Zoek opzeggen op Google
Zoek opzeggen op Wikipedia