de opsteker

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['ɔpstekər]
Afbreekpatroon:	op·ste·ker
Verbuigingen:	opstekers (meerv.)

een gunstige of voordelige omstandigheid waar je een beter humeur van krijgt

Voorbeeld:

`een financiële opsteker`

buitenkansje   meevaller   voordeel   

• 1) Buitenkans 2) Vurige prikkel 3) Voordeeltje 4) Voordeel 5) Gaffel 6) Meevaller 7) Pafferig compliment 8) Buitenkansje 9) Prijzende opmerking 10) Stimulans 11) Groot mes in schede 12) Gelukje 13) Woord van lof 14) Hooivork 15) Hooivork met lange steel 16) Mazzel 17) Compliment
• 1> verlengstuk aan de botteloef. In sommige gevallen ook insteker genoemd. 2> EEN OPSTEKER MAKEN: even opsteken (langzaam tegen de wind in gaan varen), meestal met het doel tijd te winnen.

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de opsteker' of 'het opsteker'?

Het is 'de opsteker', want opsteker is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die opsteker'.

Wat is het meervoud van opsteker?

Het meervoud van opsteker is 'opstekers'. Eén opsteker, twee opstekers.

Wat betekent opsteker?

'een gunstige of voordelige omstandigheid waar je een beter humeur van krijgt'

Hoe spel je opsteker?

opsteker spel je O P S T E K E R

Wat is een ander woord voor opsteker?

Andere woorden voor opsteker zijn buitenkansje, meevaller en voordeel.

Zoek opsteker op Woordenlijst.org
Zoek opsteker op Google
Zoek opsteker op Wikipedia