oprukken

werkw.
Uitspraak:  ['ɔprʏkə(n)]
Afbreekpatroon:  op·ruk·ken
Vervoegingen:  rukte op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is opgerukt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) je in een bepaalde richting voortbewegen defensie
Voorbeelden:  `het leger rukt verder op`,
`de troepen rukken op`

2) weggaan om een bepaalde reden informeel
Voorbeeld:  `Als je niet stopt met zagen, dan kan je oprukken!`


Synoniemen
doorstoten   naderen   opdringen   opmarcheren   optrekken   rukken   

2 definities op Encyclo
  • je verplaatsen in de richting van je doel vb: de soldaten rukken op naar het centrum
  • 1) Opdringen 2) Opdonderen 3) Oplazeren 4) Opmarcheren 5) Opdoeken 6) Voorwaarts trekken 7) Opakkeren 8) Voorwaarts gaan 9) Aanvallen 10) Naderen 11) Optrekken 12) Doorstoten
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met oprukken:
oprukkend

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van oprukken?
De verleden tijd van oprukken is 'rukte op'. Het voltooid deelwoord is 'is opgerukt'.
Wat betekent oprukken?
'je in een bepaalde richting voortbewegen' en 'weggaan om een bepaalde reden'
Hoe spel je oprukken?
oprukken spel je O P R U K K E N
Wat is een ander woord voor oprukken?
Andere woorden voor oprukken zijn doorstoten, naderen, opdringen, opmarcheren, optrekken en rukken.

Op andere websites
Zoek oprukken op Woordenlijst.org
Zoek oprukken op Google
Zoek oprukken op Wikipedia