zich ophopen

reflexief werkw.
Uitspraak:  ['ɔphopə(n)]
Afbreekpatroon:  op·ho·pen
Vervoegingen:  hoopte op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft opgehoopt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

in omvang of aantal toenemen
Voorbeeld:  `Naarmate je ouder wordt, hoopt het vet zich op en val je moeilijker af.`


Synoniemen
aangroeien   opaarden   opkroppen   opstapelen   stapelen   verhogen   verzamelen   

2 definities op Encyclo
  • (zich) verzamelen in een hoop; tot onoverzichtelijke grootte groeien
  • 1) Samenhopen 2) Tassen 3) Optassen 4) Opstapelen 5) Verzamelen 6) In aantal toenemen 7) Opkroppen 8) Vermeerderen 9) Verhogen 10) Opaarden 11) Stapelen 12) Aangroeien 13) Aanwassen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van ophopen?
De verleden tijd van ophopen is 'hoopte op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgehoopt'.
Wat betekent ophopen?
'in omvang of aantal toenemen'
Hoe spel je ophopen?
ophopen spel je O P H O P E N
Wat is een ander woord voor ophopen?
Andere woorden voor ophopen zijn aangroeien, opaarden, opkroppen, opstapelen, stapelen, verhogen en verzamelen.

Op andere websites
Zoek ophopen op Woordenlijst.org
Zoek ophopen op Google
Zoek ophopen op Wikipedia