skiën

werkw.
Uitspraak:  [ˈskijə(n)]
Afbreekpatroon:  ski·en
Vervoegingen:  skiede (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft, is geskied (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

op ski's van een berg met sneeuw naar beneden glijden

Zie ook:  ski


4 definities op Encyclo
  • 'Skiën' is zich voortbewegen over sneeuw of een kunstskibaan met behulp van twee 'planken', ski's genoemd, die aan de voeten (skischoenen) worden bevestigd. Oorspronkelijk waren ski's van hout, maar moderne ski's worden gemaakt van glasvezelversterkte kunststof of andere composietmaterialen, of een combinati...
  • op lange latten over de sneeuw glijden vb: zij gaan elke winter skiën in Frankrijk
  • 1) Wedstrijdsport 2) Stad in Noorwegen 3) Wintervermaak 4) Sport op latten 5) Sport beoefenen 6) Sport 7) Plaats in Noorwegen 8) Wintersport 9) Winters vermaak 10) Winterpret 11) Bergsport 12) Tak van sport 13) Tak van wintersport 14) Sneeuwschaatsen 15) Latwerk 16) Skilopen
  • Zie bij gipsvlucht, Nederlandse Ski Vereniging, paraskiën, SAL systeem, skipas, skipiste, I-skiërs en wintersport items
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op skiën:
jetskiënwaterskiëncrosscountryskiënalpineskiën

Taaladvies
  1. (vervoeging) Wat is de correcte vervoeging van het werkwoord skiën? Zie Skiën
  2. Met of zonder tussenstreepje; schrijf je een koppelteken bij een klinkerbotsing tussen de delen van een samenstelling? Zie ski-instructeur / ski instructeur
  3. Schrijf je dit woord met een trema, of niet, skiër of ski-er? Zie skiër / ski-er


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van skiën?
De verleden tijd van skiën is 'skiede'. Het voltooid deelwoord is 'heeft, is geskied'.
Wat betekent skiën?
'op ski's van een berg met sneeuw naar beneden glijden'
Hoe spel je skiën?
skiën spel je S K I E-umlaut N

Op andere websites
Zoek skiën op Woordenlijst.org
Zoek skiën op Google
Zoek skiën op Wikipedia