opbouwen

werkw.
Uitspraak:  [ˈɔbɑuwə(n)]
Afbreekpatroon:  op·bou·wen
Vervoegingen:  bouwde op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft opgebouwd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

geleidelijk maken
Voorbeelden:  `een podium opbouwen`,
`een code opgebouwd uit cijfers en letters`,
`een eigen bedrijf opbouwen`
Antoniem:  afbreken
Synoniem:  tot stand brengen


Synoniemen
bouw   bouwen   constructie   opbouw   samengesteld geheel   samenstelling   structuur   tot stand brengen   afbreken (antoniem)   

4 definities op Encyclo
  • maken uit losse onderdelen vb: ? Synoniemen: bouwen construeren Tegenstellingen: slopen afbreken in elkaar zetten, samenstellen vb: de tent wordt opgebouwd een bedrijf opbouwen [het stichten en groter maken] opbouwende kritiek [waar je wat aan hebt]
  • 1) Tot stand brengen 2) Construeren 3) Constructie 4) Componeren 5) Samenstellen 6) Samenstelling 7) Optrekken 8) Structuur 9) Stichten 10) Term uit de voetbalsport 11) Opbouw 12) Optimmeren
  • EEN SCHIP OPBOUWEN: meestal betekent dit: een romp van een vaste opbouw voorzien. Later vaak gebruikt wanneer vanaf het dek een schip van een jachtenroef, werd voorzien of als het als woonschip moest fungeren werd er veelal van een kistvormige houten opbouw opgeplaatst.
  • het decor en de rekwisieten op het toneel zetten.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met opbouwen:
opbouwend

Deze woorden eindigen op opbouwen:
heropbouwen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van opbouwen?
De verleden tijd van opbouwen is 'bouwde op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgebouwd'.
Wat betekent opbouwen?
'geleidelijk maken'
Hoe spel je opbouwen?
opbouwen spel je O P B O U W E N
Wat is een ander woord voor opbouwen?
Andere woorden voor opbouwen zijn bouw, bouwen, constructie, opbouw, samengesteld geheel, samenstelling, structuur en tot stand brengen.
Wat is het tegenovergestelde van opbouwen?
Een antoniem van opbouwen is afbreken.

Op andere websites
Zoek opbouwen op Woordenlijst.org
Zoek opbouwen op Google
Zoek opbouwen op Wikipedia