ontlasten

werkw.

Uitspraak:	[ɔnt'lɑstə(n)]
Afbreekpatroon:	ont·las·ten
Vervoegingen:	ontlastte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft ontlast (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zorgen dat (iets) minder hinder ondervindt

Voorbeeld:	`De rondweg zal het centrum ontlasten van hinderlijk vrachtverkeer.`
ontlastend bewijs	(feiten die de onschuld van de verdachte aannemelijk maken) `De advocaat beweert dat in de moordzaak bewust ontlastend bewijs is achtergehouden.`

Synoniemen

1 definitie op Encyclo

1) Drukken 2) Vrijstellen 3) Dechargeren 4) Verlichten 5) Lozen 6) Disculperen 7) Poepen 8) Libereren 9) Van een druk bevrijden 10) Ontdoen 11) Ontheffen

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van ontlasten is 'ontlastte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ontlast'.

'zorgen dat (iets) minder hinder ondervindt'

ontlasten spel je O N T L A S T E N

Andere woorden voor ontlasten zijn ontdoen, ontheffen, ontslaan van een verplichting, poepen en vrijstellen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht