ontbieden

werkw.

Uitspraak:	[ɔndˈbidə(n)]
Afbreekpatroon:	ont·bie·den
Vervoegingen:	ontbood (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft ontboden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iemand) laten weten dat hij of zij bij je moet komen

Voorbeeld:

`ontboden worden bij de rector`

halen   laten komen   omroepen   oproepen   roepen   sommeren   tevoorschijn roepen   

• • [ov] om iemands aanwezigheid verzoeken. (+audio)
• het bevel geven bij je te komen vb: de koning ontbood de minister
• 1) Betrekken 2) Dagen 3) Manen 4) Sommeren 5) Oproepen 6) Dwingen om te komen 7) Bij zich roepen 8) Bestellen 9) Halen 10) Roepen 11) Omroepen 12) Laten komen 13) Inviteren 14) Uitnodigen

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van ontbieden?

De verleden tijd van ontbieden is 'ontbood'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ontboden'.

Wat betekent ontbieden?

'(iemand) laten weten dat hij of zij bij je moet komen'

Hoe spel je ontbieden?

ontbieden spel je O N T B I E D E N

Wat is een ander woord voor ontbieden?

Andere woorden voor ontbieden zijn halen, laten komen, omroepen, oproepen, roepen, sommeren en tevoorschijn roepen.

Zoek ontbieden op Woordenlijst.org
Zoek ontbieden op Google
Zoek ontbieden op Wikipedia