onderhandelen

werkw.

Uitspraak:	[ɔndərˈhɑndələ(n)]
Afbreekpatroon:	on·der·han·de·len
Vervoegingen:	onderhandelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft onderhandeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

door praten proberen een gunstig resultaat af te spreken, vooral over geldzaken

Voorbeeld:

`onderhandelen over de prijs`

Synoniemen

Intensiveringen

Hoe kun je onderhandelen krachtiger uitdrukken?
onderhandelen met het mes op tafel;

9 definities op Encyclo

erover praten en het eens proberen te worden vb: werkgevers en werknemers onderhandelen over de lonen
1) Sjacheren 2) Lang heen en weer praten 3) Handelen 4) Afdingen 5) Bemiddelen 6) Marchanderen 7) Bieden 8) Afpingelen 9) Pingelen 10) Verrichten 11) Negotiëren 12) Parlementeren 13) Beraadslagen
een communicatieproces gericht op het bereiken van een overeenkomst tussen twee of meer partijen. De partijen hebben ieder hun eigen belangen. Sommige belangen vallen samen, andere belangen zijn strijdig.
Verschillende onderhandelingssituaties zijn te onderkennen:
Een communicatieproces gericht op het bereiken van een overeenkomst tussen twee of meer partijen. De partijen hebben ieder hun eigen belangen. Sommige belangen vallen samen, andere belangen zijn strijdig.
Het proces waarbij twee of meer partijen, door dialoog en het sluiten van compromissen, proberen tot oplossing van een conflict te komen.

Deze woorden eindigen op onderhandelen:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van onderhandelen is 'onderhandelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft onderhandeld'.

'door praten proberen een gunstig resultaat af te spreken, vooral over geldzaken'

onderhandelen spel je O N D E R H A N D E L E N

Andere woorden voor onderhandelen zijn afdingen, afpingelen, beraadslagen, marchanderen, pingelen, sjacheren en verrichten.

Op andere websites

Recentelijk gezocht